Veel kledingbedrijven betalen nog steeds geen leefbaar loon
14-11-2016
•
leestijd 2 minuten
•
75 keer bekeken
•
Ondanks jarenlange discussie over en kritiek op de werkwijze van de kledingindustrie, betalen veel kledingbedrijven hun personeel nog steeds geen fatsoenlijk loon. Dat blijkt uit een onderzoek dat is gedaan door het Impact Centre van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de ASN Bank.
Geen leefbaar loon
Uit
het onderzoek
blijkt dat sowieso veertien grote bedrijven de productiemedewerkers geen leefbaar loon uitbetalen. Dat is een inkomen waarmee iemand zichzelf en zijn gezin kan onderhouden in dagelijkse levensbehoeften en voor onderdak, onderwijs en zorg. Van de onderzochte bedrijven, waaronder grote namen als H&M, Adidas en Esprit, hebben er negen in hun beleid opgenomen dat ze het gemiddelde loon voor de sector betalen als dat hoger is dan het wettelijke minimumloon.
ASN heeft het rapport laten uitvoeren omdat de bank beleggingsfondsen met kleding- en textielbedrijven heeft en die wil verduurzamen. De bank wil dat de kledingbedrijven de armoede aanpakken in de landen waar ze hun kleding laten maken en heeft de bedrijven een eis gesteld: “Alle productiemedewerkers in de textiel- en kledingsector moeten in 2030 een leefbaar loon krijgen.”
H&M
Uit de analyse van het beleid van de verschillende kledingbedrijven blijkt dat een bedrijf als H&M, dat zich op papier zegt in te zetten voor een eerlijker loon in de lage loonlanden, in praktijk nog niet voldoende voldoet aan haar eigen beleid. Dat bleek eind 2014 ook al uit een uitzending van Zembla International, waarvoor een Franse journaliste op zoek ging naar het werkelijke verhaal achter de kledinggigant en ontdekte hoe fabrieksarbeiders werden uitgebuit en het kledingbedrijf, ondanks de mooie woorden in de jaarverslagen, de productie van kleding toch zo goedkoop mogelijk probeerde te laten uitvoeren.
Niet nieuw
De conclusie dat kledingbedrijven nog steeds niet overal fatsoenlijk loon uitbetalen is overigens verre van nieuw. De discussie over het uitbesteden van de productie naar lage loonlanden en de arbeidsomstandigheden daar speelt al jaren. Ook in september dit jaar verscheen er weer
een rapport
waaruit bleek dat ruim een derde van de textielarbeiders in India niet eens het minimumloon krijgt.
Syrische vluchtelingen
En niet alleen in landen als India, Afrika en Bangladesh gaat het mis, ook in Turkije spelen problemen met fabrieksarbeiders. Het Britse onderzoeksprogramma Panorama van de BBC zond afgelopen oktober nog
een aflevering
uit over Syrische vluchtelingenkinderen die worden uitgebuit in Turkse kledingfabrieken. Uit de undercover-beelden bleek hoe vluchtelingen, ook kinderen, van de straat worden geplukt en tegen een extreem laag tarief in kledingfabrieken werken. Ze werken voor grote internationale merken waaronder Asos, Zara, Mango en Marks & Spencer en krijgen iets meer dan een dollar per uur.