Vissers die een deel van hun vangst teruggooien in zee zijn vanaf 2015 strafbaar. Het Europees Parlement stemde dinsdag voor het nieuwe Europese visserijbeleid, waarin het teruggooiverbod geregeld wordt.
De verplichting om de gevangen vis aan land te brengen, moet ervoor zorgen dat er minder vis gevangen wordt. Nu is het teruggooien van vis nog niet strafbaar.
Vissers gooien hun vangst terug in zee als blijkt dat ze bijvoorbeeld de verkeerde soort te pakken hebben of als er ergens anders vis van betere kwaliteit te vangen is, het zogenoemde Highgrading. Volgens Europese cijfers wordt nu ongeveer een kwart van vangst teruggegooid. Veel vissen overleven dat echter niet. Kern van het nieuwe gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) is dat de EU overbevissing wil aanpakken. Bij 80 procent van de vissoorten in de Middellandse Zee wordt teveel gevangen. In de Atlantische Oceaan gaat het om bijna de helft.
Overigens is het niet geheel verboden, maximaal 5 procent van de bijvangst mag nog teruggegooid worden.
Om naleving van het verbod te kunnen controleren, moeten lidstaten een elektronisch systeem opzetten dat de visvangst op afstand in de gaten houdt. Zo moeten schepen langer dan 12 meter worden uitgerust met een gesloten tv-circuit, GPS en zendapparatuur. Het Parlement wil dat hiervoor een financiële bijdrage uit het Europese Visserijfonds worden vrijgemaakt.
De nieuwe maatregel geldt voor alle landen die visrechten hebben op het Skagerak: Duitsland, België, Nederland, Zweden, Denemarken en Noorwegen.