Suiker en bevochtigers in sigaretten zorgen voor giftigere rook

Het toevoegen van suikers en bevochtigers aan sigaretten leidt tot een hogere uitstoot van een aantal giftige stoffen in sigarettenrook. Dat blijkt uit een onderzoek van het RIVM. Het instituut stelt voor de normen voor suikers en bevochtigers in tabak te reguleren, net als de Wereldgezondheidsorganisatie.

Fabrikanten voegen suikers toe aan sigaretten voor een betere smaak. De bevochtigers zitten in sigaretten om te voorkomen dat de tabak uitdroogt. Een van de schadelijke stoffen die bij verbranding van deze toevoegingen geproduceerd wordt en vrijkomt is aceetaldehyde. De stof veroorzaakt irritatie in de luchtwegen en is geclassificeerd als een mogelijk kankerverwekkende stof. Ook kan aceetaldehyde je nog verslavender maken aan sigaretten omdat het volgens het RIVM een ‘stemmingsverhogende’ reactie geeft in de hersenen.

VOS en koolmonoxide
Daarnaast komen hogere concentraties vluchtige organische stoffen (VOS) vrij die door inademing klachten veroorzaken zoals hoofdpijn, vermoeidheid, en irritatie van de neus, keel en ogen. Ook komt er door de toevoegingen meer koolmonoxide vrij. Koolmonoxide is een reukloos gas dat ontstaat door onvolledige verbranding. Door koolmonoxide kan bloed minder goed zuurstof opnemen uit de longen.

Het RIVM analyseerde de suikers glucose, fructose en sucrose en verder glycerine en propyleenglycol in vijftig tabaksmerken met behulp van een rookmachine.

Sjoemelsigaretten
Eerder stelde het RIVM vast dat in sigaretten meer giftige stoffen zitten dan eigenlijk is toegestaan. Alleen door hele kleine gaatjes in sigaretten aan te brengen kunnen de reguliere metingen die hogere gehalten niet goed vaststellen. De machine die de schadelijke stoffen moet meten, meet een verdund rookmengsel. Door de gaatjes wordt namelijk schone lucht aangezogen die zich vermengt met de sigarettenrook.

Mensen roken anders dan de machine. Ze houden de sigaret met hun vingers vast en drukken de gaatjes die de fabrikanten hebben aangebracht in de sigaret met hun vingers of lippen dicht. Daardoor komt er geen schone lucht bij en inhaleert een roker de niet verdunde giftige lucht.