Onderzoeken naar het lekken van vertrouwelijke informatie naar de pers hebben nauwelijks zin. De rijksrecherche heeft de afgelopen vijf jaar 52 van dergelijke onderzoeken gedaan en slechts in vier gevallen is het lek gevonden. Voorzitter De Wijkerslooth van het College van procureurs-generaal zegt in de Zembla-uitzending 'Strafdossiers op straat' dat het nauwelijks nog zin heeft om te proberen lekken op de sporen.
Grote strafzaken worden steeds vaker in de media uitgevochten, lang voordat ze voor de rechter worden gebracht. Een recent voorbeeld is de Dover-zaak, waarin justitie de daders van de mensensmokkel die in Groot-Brittannië tot de dood van 58 Chinezen leidde, probeert te vervolgen. Vorige week kwam minister Korthals van Justitie in politieke moeilijkheden na de onthulling in het Algemeen Dagblad dat de hoofdverdachte al werd gezocht voor mensensmokkel. Eerder had de minister dit ontkend.
Geen donder
De vertrouwelijke informatie was de krant toegespeeld door de advocaat van de hoofdverdachte, mr. P. Doedens: "Als je dit soort zaken stil houdt, gebeurt er geen donder. Als er over geschreven wordt, zijn er twee interessante bijkomstigheden: er worden vragen gesteld in de Kamer, maar er wordt ook gereageerd uit een hoek waaruit nooit gereageerd wordt." 'Zembla' reconstrueert het spel tussen advocaten, justitie en de pers aan de hand van meerdere strafzaken.
Het Openbaar Ministerie wijst vaak naar de advocatuur als het gaat om lekken naar de pers. Zo beklaagt De Wijkerslooth zich over de toon van sommige artikelen rond de Dover-zaak: "Het dreigt erop uit te lopen dat niet langer de feiten van belang zijn maar de beeldvorming. Het zou ertoe kunnen leiden dat het OM uit angst voor lekken geen stukken meer aan het dossier durft toe te voegen." Hij doelt daarmee op de artikelen die NRC Handelsblad kort na de dood van de 58 Chinezen publiceerde. Tom-Jan Meeus kreeg informatie afkomstig van 'bronnen rond het onderzoek'. Enkele maanden later kwam hij in het bezit van het strafdossier en citeerde hij in een aantal artikelen letterlijk uit de verhoren.
Privacy
Dit tot ergernis van advocaat Van der Hardt Aberson. Het zakelijke leven van zijn cliënt Van K., 'de zakenman', staat uitgebreid beschreven in de krant: "Dit tast de privacy van mijn cliënt aan. Mensen die nog niet wisten dat hij bij de zaak betrokken was, weten dat nu wel."
Ook de deken van de Orde van Advocaten, P. von Schmidt auf Altenstadt, heeft problemen met het lekken door advocaten: "Het is tijd voor een procedure bij de tuchtrechter." Uit onderzoek van Zembla blijkt overigens dat er grote onduidelijkheid onder advocaten bestaat over het wel of niet mogen verstrekken van vertrouwelijke informatie aan de media. Hoogleraar strafrecht C. Brants denkt, in tegenstelling tot het OM, dat het begin van deze ontwikkeling bij justitie ligt: "Als je cliënt in de media wordt zwartgemaakt en het OM een voorschot neemt op de schuld van een cliënt, dan is de advocatuur genoodzaakt te reageren."