Steeds meer werklozen slagen erin om een baan te vinden. Werkloze 55-plussers komen wel nog altijd minder snel aan de slag dan andere leeftijdsgroepen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In 2016 had 7 procent van de werkloze 55-plussers een kwartaal later een baan. Dat is meer dan in de jaren daarvoor, maar het aandeel blijft achter bij dat in de jongere groepen.
Het gevolg is dat een steeds groter deel van de werklozen in Nederland bestaat uit mensen die ouder zijn dan 55 jaar. Het afgelopen decennium is hun aandeel zelfs vrijwel verdubbeld. In 2006 was nog ruim 10 procent van de werklozen ouder dan 55 jaar. Vorig jaar was dit opgelopen tot 22 procent, oftewel 117.000 op een totaal van 538.000 werklozen.
Volgens het CBS zijn 55-plussers naar verhouding ook vaker langdurig werkloos. Afgelopen jaar hadden bijna zeven op de tien van de werklozen in die groep meer dan een jaar geen werk. Bij werklozen tot 35 jaar was dat nog geen twee op de tien en onder 35- tot 55-jarigen ging het om bijna vijf op de tien. Mensen in de jongste categorie vonden het vaakst ook weer binnen drie maanden een nieuwe baan.
Voor u tien jongeren
Miljoenen euro’s worden door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgegeven om werkgevers te overtuigen dat 50-plus werkt. Maar in de praktijk blijkt dat de werkgevers ze niet willen. Werkgevers wijzen op de eigen verantwoordelijkheid van werknemers. Die zouden te lang in dezelfde baan bij dezelfde werkgever blijven zitten en zich te weinig scholen. Zelf doen werkgevers echter nauwelijks moeite om oudere werknemers plezierig en productief tot hun pensioen te laten doorwerken, blijkt uit recent onderzoek van pensioenonderzoeksinstituut Netspar. Hoe verhoudt zich dat tot het gegeven dat onze overheid wel van de werknemer verlangt tot 67 jaar door te werken? Kijk:
ZEMBLA - Voor u tien jongeren.