Medewerkers van Shell in Nigeria geven opdracht voor het vernielen van oliepijpleidingen voor eigen gewin. Dat verklaren meerdere getuigen die voor het personeel van Shells dochteronderneming SPDC lekken hebben veroorzaakt, tegenover Milieudefensie en Zembla. Volgens de bronnen verdienen Shell-medewerkers aan het opruimen van de olielekken door geld van de schoonmaakbudgetten in eigen zak te steken. Uit het onderzoek van Milieudefensie dat Zembla heeft geverifieerd, blijkt dat Shell dochter SPDC van deze beschuldigingen op de hoogte is maar er niets mee heeft gedaan. Ook de Nederlandse ambassade weet ervan maar heeft het bedrijf niet aangesproken. In de Nigerdelta voltrekt zich de grootste olieramp ter wereld. Sinds Shell er in 1958 begon met de oliewinning zijn miljoenen liters olie in de natuur gelekt. Grote gebieden zijn veranderd in een maanlandschap waar geen akkerbouw en visserij meer mogelijk is. De inwoners kunnen niet meer voorzien in hun levensonderhoud. Ook heeft de olievervuiling desastreuze gevolgen voor hun gezondheid.
Bekijk de eerste beelden uit 'De hel van Shell'Volgens Shell is 95 procent van de lekken in hun pijpleidingen het gevolg van sabotage. Verantwoordelijkheid hiervoor wijst het oliebedrijf af. De aanstichters van deze lekken zouden lokale criminelen en georganiseerde bendes zijn. Nu worden ook Shell-medewerkers zelf ervan beschuldigd onderdeel te zijn van een perverse lekindustrie. Zembla heeft het alles gecontroleerd en de bronnen in Nigeria voor de camera geïnterviewd.
Geheime afspraken“Shell-medewerkers halen lokale jongeren over om pijpleidingen te vernielen. En als er dan schoongemaakt moet worden, worden diezelfde jongeren ingehuurd”, zo legt Washington Odeibodo een bewoner van het dorp Ikarama uit. Het gaat om Shell-medewerkers die op lokaal niveau verantwoordelijk zijn voor het opruimen van de olie of juist werkzaam zijn om de betrekkingen met de gemeenschappen te onderhouden. Een voormalig Shell-beveiliger die zelf pijpleidingen heeft vernield, verklaart dat Shell-opzichters geheime afspraken maken met jongeren uit verschillende regio’s. “En dan delen ze het geld voor de schoonmaak. De opruimafdeling van Shell saboteert de pijpleidingen. Als de schoonmaak zeven maanden duurt, stoppen ze al na drie maanden.” Een andere saboteur stelt tegenover Zembla dat hij meerdere keren heeft deelgenomen aan sabotageacties die door Shell-medewerkers zijn opgezet. “Vanwege de honger deden we daaraan mee.” Het gedetailleerde dossier is gebaseerd op een anderhalf jaar durend onderzoek van Milieudefensie naar verschillende lekken in de periode 2010 tot heden.
Op verzoek van Zembla heeft Cees van Dam, hoogleraar Onderneming en Mensenrechten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam het dossier bestudeerd. De jurist beoordeelt de beschuldigingen als 'geloofwaardig': "In Nederland zouden dit zonder meer strafbare feiten zijn. Opzettelijke zaakbeschadiging, opzettelijke milieuverontreiniging, dat zijn hele ernstige gevallen die geen enkel bedrijf van medewerkers zou accepteren. Dat zou zonder meer grond zijn voor ontslag.”
'
Niet op de hoogte'Shell en hun dochteronderneming SPDC laten in een algemene reactie weten niet op de hoogte te zijn van de betrokkenheid van medewerkers of aannemers bij het veroorzaken van olielekkages. Op de concrete vragen van Zembla gaat Shell niet in. "Ze zeggen eigenlijk helemaal niets”, concludeert Van Dam. “De suggestie is dat ze ‘in control’ zijn, dat ze de zaak in de hand hebben. Maar als je dan naar de feiten kijkt, dan lijkt het erop dat dat helemaal niet het geval is, dat de olie ondertussen over hun schoenen loopt.”
Zembla is in bezit van documenten waaruit blijkt dat Shells dochteronderneming SPDC herhaaldelijk over de beschuldigingen op de hoogte is gesteld. Shell gaat ook niet in op vragen wat het bedrijf met deze informatie heeft gedaan. Shell laat weten: “SPDC neemt dergelijke beschuldigingen heel serieus. Als we bewijs vinden dat de beschuldigingen ondersteunt zullen we dat melden bij de Nigeriaanse autoriteiten.”
Ook blijkt uit het onderzoek dat de Nederlandse ambassade in Nigeria al minstens twee jaar op de hoogte is van deze beschuldigingen maar daar niets mee heeft gedaan. Op 30 november 2018 bezocht de toenmalige ambassadeur Robert Petri het dorp Ikarama in de Niger Delta. Verschillende bewoners doen openlijk beklag over corrupte Shell-medewerkers die lekken veroorzaken. Op videobeelden is te zien dat Petri aan de bewoners belooft: “We zullen deze informatie met Shell en de regering delen”. Van deze toezegging is niets terecht gekomen.
CorruptieonderzoekNa vragen van Zembla bevestigt het ministerie van Buitenlandse Zaken: "Door het voortijdige vertrek van Robert Petri als ambassadeur in Nigeria is het hem niet gelukt om opvolging te gegeven aan zijn toezegging”. Petri moest zijn post begin 2019 verlaten. Onder meer omdat hij geheime informatie over een corruptieonderzoek van de FIOD aan Shell had doorgespeeld. Het ministerie stelt dat zijn opvolgers niet wisten van de beschuldigingen aan het adres van de Shell-medewerkers. Dat is opmerkelijk aangezien uit e-mails blijkt dat de Tweede Ambassadesecretaris van de Nederlandse post in Nigeria nog in mei van dit jaar over deze beschuldigingen heeft gecorrespondeerd. Desgevraagd stelt het ministerie dat de toezegging 'tussen wal en schip is geraakt'. Pas na vragen van Zembla heeft de huidige ambassadeur de kwestie met Shell besproken, zo laat het ministerie weten.
Bekijk het rapport van Milieudefensie: