Shell accepteert verantwoordelijkheid voor twee olielekkages in Nigeria

Shell erkent verantwoordelijk te zijn voor twee grote olielekkages in 2008 in de Delta in Nigeria. Dat meldt de advocaat die de belangen verdedigt van de inwoners van Ogoniland en Bodo.

Shell is verantwoordelijk voor twee enorme olievervuilingen die een Nigeriaanse gemeenschap van 69.000 mensen verwoestte. Het zal minstens 20 jaar duren voordat het gebied weer schoon is.  Shell draait op voor de schoonmaak en dient de inwoners van de getroffen gebieden te compenseren. Daardoor kan Shell een rekening van honderden miljoenen dollars verwachten.

Vervuiling ernstiger dan gedacht

Experts die videomateriaal van de olielekkages hebben bestudeerd zeggen dat de vervuilingen bij elkaar net zo groot zijn als de Exxon Valdes olieramp in Alaska. Daarbij werd een heel stuk van de kust verwoest.

Shell is verantwoordelijk voor de dubbele breuk van de Bodo-Bonny trans-Niger pijplijn in 2008. Die pijplijn pompt 120.000 olievaten per dag op en loopt dwars door de Nigeriaanse gemeenschap. 

Ogoniland is een kleine regio in de Niger Delta waar Shell in 1994 zijn activiteiten heeft moeten staken vanwege protest van bevolking. Zij waren de vervuiling van het gebied zat. Acht van de leiders van het protest, waaronder de schrijver Ken Saro-Wiwa werden daarop geëxecuteerd door de Nigeriaanse overheid.

De ruwe olie die door de twee olielekkages het land in gutste heeft in ieder geval een 20 kilometer netwerk van riviertjes en kreekjes verwoest waar duizenden mensen hun eten en drinken uit halen. In de ZEMBLA reportage ‘ Vuile olie van Shell’ is te zien hoe de vervuiling er uit ziet en wat het met de mensen in het gebied heeft gedaan.

'Bevolking nooit juist gecompenseerd'

De olie is nooit opgeruimd, waardoor ook landbouwgrond onbruikbaar werd. Volgens de getroffen gemeenschappen heeft Shell de bewoners een paar duizend euro aangeboden en 50 zakken rijst, 50 zakken met bonen en dozen met suiker, tomaten en olie. Het aanbod werd in eerste instantie afgewezen maar op juridisch advies later toch geaccepteerd.

Dat Shell nu de verantwoordelijkheid voor de genoemde olielekkages op zich neemt mag een een doorbraak genoemd worden. Tot nu toe stelde Shell dat de olielekkages ontstonden door diefstal en sabotage.

Het Britse advocatenkantoor Leigh Day and Co spande namens de bewoners van Ogoniland en Bodo in Groot-Brittannië een zaak tegen het olieconcern aan. Leigh Day and Co stond eerder een Ivoriaanse gemeenschap bij in een zaak die door hen was aangespannen tegen oliemaatschappij Trafigura. De Ivorianen beschuldigden Trafigura van het dumpen van schadelijke stoffen voor de kust van Ivoorkust.

Het ligt in de lijn der verwachting dat Shell door de schuldbekentenis meer claims tegemoet kan zien. Andere gemeenschappen zijn aangemoedigd ook naar het Britse gerechtshof te stappen. Gemiddeld zijn er drie olielekkages per dag waar Shell en andere oliemaatschappijen bij betrokken zijn.

Bunkering

Volgens Shell kunnen die echter op naam van bendes geschreven worden. Zij saboteren de pijplijnen, het zogenaamde ‘bunkering’. Uit onderzoek blijkt dat 80 tot 90 procent van de vervuiling daar aan toe geschreven kan worden. ‘Bunkering’ is ruwe olie uit de leiding halen en het via kleine schepen overpompen in tankers voor de kust. Aan deze problemen wordt vrijwel niets gedaan omdat het leger en bevolkingsgroepen er geld aan verdienen.

UNEP onderzoek: bevindingen komen overeen met bevindingen ZEMBLA

Het VN milieubureau UNEP heeft onderzoek gedaan naar de milieuvervuiling in de Niger-Delta. Een samenvatting van het rapport is hier te lezen. Alle bevindingen stroken met de bevindingen die ZEMBLA in Nigeria deed.