Premier Mark Rutte wil een motie van de Tweede Kamer niet uitvoeren: hij ziet geen aanleiding om het inkomen van ongeveer een miljoen euro van de koning te evalueren. Toen de Tweede Kamer hier een jaar geleden om vroeg, maakte Rutte al duidelijk hier weinig trek in te hebben. Maar hij beloofde destijds wel het te zullen onderzoeken.
Nu zegt hij dat hij geen reden ziet tot een evaluatie vanwege "het ontbreken van brede overeenstemming over objectieve maatstaven" ten aanzien van het inkomen van de koning.
Rutte zei eerder geen jaarlijkse discussie te willen over het inkomen van de koning en de huidige stabiliteit waardevol te vinden. "Je wordt het nooit eens over de hoogte van het salaris", zei hij een jaar terug.
Verder krijgt het staatshoofd nog jaarlijks een vergoeding van ongeveer 5 miljoen voor personele en materiële kosten. Rutte schrijft aan de Tweede Kamer waar het geld ruwweg aan op gaat. Maar de koning mag volgens de Grondwet zelf bepalen waar dit geld aan wordt uitgegeven "met inachtneming van het openbaar belang".
Een meerderheid van de Kamer nam vorig jaar een motie aan om deze onkostenvergoeding periodiek te toetsen of die nog passend is. Volgens Rutte vallen deze uitgaven echter binnen de persoonlijk levenssfeer van de koning. Hierdoor kan volgens de premier geen oordeel worden gegeven of deze vergoeding "nog passend is bij de hoogte van de personele en materiële uitgaven". Rutte ziet dan ook geen reden om het periodiek te gaan toetsen.
Daarmee negeert hij ook een advies van de Algemene Rekenkamer. Die adviseerde de minister-president om in ieder geval iedere vijf jaar de vaste onkostenvergoeding die de koning ontvangt te herzien. De hoogte ervan is in 1972 bepaald en is sindsdien, buiten de jaarlijkse indexatie, alleen in 2008 herzien.
"Sinds 1970 en ook sinds 2008 zijn bepaalde persoonlijke uitgaven verminderd (zoals onderhoud meubels en kosten levensmiddelen) en zijn andere daarentegen gestegen (zoals ICT en onderhoud Koninklijke grafkelders Nieuwe Kerk Delft). Ondanks deze gewijzigde componenten is de hoogte van de B-component, buiten de jaarlijkse indexatie en de verschuiving voor personele kosten uit 2008, nooit aangepast," schreef de Rekenkamer.
Het is volgens de Rekenkamer niet de bedoeling dat functionele materiële uitgaven door de koning privé worden betaald, maar ook niet dat hij er structureel meer geld voor ontvangt dan hij uitgeeft.
Het is niet de eerste keer dat Rutte een motie van de Kamer over de koning niet wil uitvoeren. Begin dit jaar nam de Tweede Kamer met algehele stemmen een motie aan waarin de regering werd opgeroepen om alle documenten vrij te geven die slaan op een omstreden subsidie. Namelijk de subsidie die de koning krijgt voor het beheer van landgoed het Kroondomein.
Regeringsbronnen bevestigden tegenover Zembla dat het ministerie van Algemene Zaken vrijgave van de documenten tegenhield. Minister Carola Schouten van Landbouw had volgens de bronnen ‘geen problemen met openbaarmaking’. Uiteindelijk zijn de stukken alsnog openbaar gemaakt. De stukken bevestigden de uitzending van Zembla waarin bleek dat de subsidie aan de koning onrechtmatig is. Het kabinet besloot vervolgens dat de koning landgoed Kroondomein Het Loo niet meer jaarlijks mag afsluiten als hij de subsidie voor het beheer ervan wil behouden.
Deze maand bespreekt de Tweede Kamer de begroting van het ministerie van Algemene Zaken waar het koningshuis onder valt. Daar zal de kwestie weer aan de orde komen.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.