Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu pleit in een onderzoek voor nieuwe regels voor het hergebruik van grond- en bouwmaterialen, omdat de huidige afspraken volgens het RIVM onvoldoende bescherming voor het milieu geven.
Zo ontstond er dit jaar een hoop ophef toen bleek dat in een zeedijk in de Perkpolder in Zeeland thermisch gereinigde grond (TGG) is gebruikt waar tal van schadelijke stoffen in te zitten. Thermisch gereinigde grond is een mengsel van grond en andere materialen dat wordt verhit om verontreinigingen te verwijderen zodat het kan worden hergebruikt, zoals in de Perkpolder gebeurde.
Download het rapport van het RIVM:
Maar in de praktijk ontstaan er problemen, erkent het RIVM. Zo blijkt dat er te veel zware metalen en zouten in het grond- en oppervlaktewater terecht kunnen komen. “Deze stoffen kunnen het ecosysteem verstoren. Ook bevat TGG nog schadelijke stoffen te zoals benzeen.”
Hoewel het onderzoek van het RIVM zich richtte op thermisch gereinigde grond, zegt het RIVM dat ook het hergebruik van andere materialen dan grond in de praktijk steeds vaker problemen geeft. Het RIVM doelt daarmee bijvoorbeeld op toepassing van bodemassen (restanten die bij het verbranden van afval overblijven), bagger en granulaten.
Dit soort stoffen worden in Nederland hergebruikt om bijvoorbeeld wegen mee te verharden, voor verondiepingen (het ophogen van voormalige zandwinputten) of bij stortplaatsen. “Het is hierbij belangrijk dat hergebruik en recycling van materialen veilig is voor het milieu en de gezondheid van de mens”, schrijft het RIVM. Maar de normen en regels die er nu zijn, bieden die veiligheid onvoldoende, blijkt uit het RIVM-rapport.
Zembla maakte meerdere uitzendingen over deze problematiek zoals ‘Gokken met bagger’, ‘Nieuwbouwwijk als stortplaats’ en ‘Gouden Bergen’.
In de uitzending ‘Gokken met Bagger’ bleek dat in zeker 60 Nederlandse natuurplassen waar zand gewonnen is, de afgelopen tien jaar minstens 100 miljoen kubieke meter vervuilde grond en bagger is gestort. Plastic, sloopmateriaal en accu’s zaten in bagger die vrijkwam bij bodemsaneringen en bouwwerkzaamheden in binnen- en buitenland. Controle en handhaving op het ondieper maken van natuurplassen schiet ernstig tekort, bleek in de uitzending.
In ‘Nieuwbouwwijk als stortplaats’ werd onthuld dat het Barneveldse afvalbedrijf Vink vervuilde grond gebruikte onder twee nieuwe woonwijken.
Volgens het RIVM wordt een deel van de problemen met hergebruik als grond, veroorzaakt doordat er veel verwarring is over de exacte uitleg van wat er met het begrip ‘grond’ en ‘bodem’ wordt bedoeld. Het maakt nogal uit of iets een bouwstof is of grond. Voor het verondiepen van een plas mag bijvoorbeeld alleen ‘grond’ gebruikt worden. Een bouwstof mag alleen toegepast worden als het ooit ook weer is weg te halen.
Er bij het bepalen of iets grond is, vooral naar chemische eigenschappen van materialen gekeken en in beperkte mate naar de fysische eigenschappen (bijvoorbeeld de korrelgrootte). Er wordt niet gekeken naar de biologische kwaliteit en dat zou wel moeten worden meegenomen in de definitie ‘grond’ vindt het RIVM.
Het in de Wet bodembescherming vastgelegd dat “functionele eigenschappen van de bodem niet verminderd of bedreigd mogen worden bij het gebruik van de bodem.” Die functionele eigenschappen zijn bijvoorbeeld: het leveren van waardevolle diensten voor het ecosysteem, het vasthouden van grondwater en het beschermen van dat grondwater tegen verontreiniging, doordat een gezonde bodem een reinigend vermogen heeft, schrijft het RIVM.
Wanneer materiaal wordt hergebruikt als grond op of in de bodem, wordt het daarmee volgens het RIVM integraal onderdeel van die bodem en moet die grond “meerdere functies kunnen vervullen. Een goede kwaliteit grond heeft naast een goede chemische kwaliteit ook een goede fysische en goede biologische kwaliteit”, aldus het RIVM.
In de rapportage van het RIVM is een eerste aanzet gedaan voor een verdere uitwerking van de toepassingskaders voor het hergebruiken van grond. Daarnaast adviseert het instituut om de komende jaren structureel meer aandacht te geven aan het normenkader voor het hergebruik van grond- en bouwmaterialen. Ook pleit het RIVM ervoor om te onderzoeken of “afstemming van de definities van grond en bodem leidt tot een begrijpelijker en meer adequaat stelsel.”
Vorig jaar uitte de commissie Kuijken al kritiek op het huidige stelsel. Kuijken deed onderzoek naar aanleiding van de Zembla-uitzending ‘De afvaldump door Rijkswaterstaat’ over de stort van granuliet in natuurplas Over de Maas. Over verondiepingen schreef Kuijken: ”Het diepe plassenbeleid is mijns inziens nu te veel gericht op het economische verdienmodel van verdiepen en verondiepen. Er moet meer aandacht zijn voor de ecologie.”
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.