De Raad voor Cultuur heeft “grote zorgen” over de positie van ‘culturele zzp’ers’: zelfstandigen die werken met amateurs in bijvoorbeeld een zangkoor of theatergroep. Dat laat de Raad aan Zembla weten in reactie op nieuw onderzoek naar de arbeidspositie van deze groep. Culturele zzp’ers hebben een laag en instabiel inkomen en werken vaak ongewenst als zelfstandige.
Uit het onderzoek ‘Kunstenaars stoppen niet’ blijkt dat 57 procent van de culturele zzp’ers in 2020 een jaarinkomen had van minder dan 20.000 euro bruto. In 2019 was dat nog 45 procent. Ter vergelijking: een modaal inkomen bedroeg in 2020 36.000 euro.
"Het werk van kunstprofessionals is van grote waarde voor de samenleving", schrijven de onderzoekers. "Tegelijkertijd is de beroepspraktijk van kunstprofessionals, veelal zzp’er, kwetsbaar." Het onderzoek werd uitgevoerd door de universiteiten van Maastricht en Groningen in opdracht van Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA), het Huis voor de Kunsten Limburg, Stichting Kunst & Cultuur (Drenthe) en de Boekmanstichting.
Bijna de helft van de culturele zzp’ers heeft geen geld voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering of pensioenvoorziening. Ook werken veel zzp’ers ongewenst als zelfstandige. Dat was vroeger anders. Tot de vorige economische crisis werkten veel van hen nog in loondienst. Nadat veel gemeenten fors bezuinigden op muziekscholen en centra voor de kunsten, werden kunstdocenten ontslagen en via de achterdeur weer binnengehaald om hetzelfde werk voortaan als zzp’er uit te voeren.
"De situatie waar deze zzp’ers in zitten was al urgent, en dat is met dit onderzoek nog eens onderstreept", zegt directeur van het LKCA Sanne Scholten. "Dan zou je kunnen zeggen: dat is je eigen probleem. Maar zij vormen een belangrijk onderdeel van de informele culturele infrastructuur. Die staat onder druk. Het is dus slecht voor die professionals, maar daarmee ook een maatschappelijk probleem. Als zij het werk niet meer willen doen, kunnen wij niet meer doen wat we willen doen: naar zangles of pianoles, of de theatergroep."
Van de 108 vrijgevestigde muziekscholen in 2007 zijn er dankzij gemeentelijke bezuinigingen in 2020 nog maar 12 over. In de uitzending 'Muziekschool in mineur' onderzoeken we de gevolgen van het verdwijnen van de muziekschool.
"Heel veel Nederlanders doen aan cultuur, bijvoorbeeld door het bespelen van een instrument, of te zingen in een koor. Toch hebben steeds minder Nederlanders een bibliotheek en goede amateurkunstvoorzieningen, zoals muziekscholen, in hun nabije omgeving. Dit aanbod vermagert snel", laat de Raad weten. "Door opeenvolgende bezuinigingsrondes in combinatie met de overheveling van taken naar gemeenten zijn er te veel gaten ontstaan in de basis van het culturele ecosysteem."
De coronacrisis maakte de positie van de culturele zzp’ers nog wankeler. Niet alleen vielen veel opdrachten weg, ook kwamen niet alle zzp’ers in aanmerking voor noodsteun van de overheid. De Raad: "Helaas heeft de steun niet iedereen die dat het hardste nodig had bereikt en dat is zorgelijk, omdat dit leidt tot uitstroom van professionals uit de sector."
In reactie op vragen van Zembla laat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) weten dat gemeenten cultuur "zeer belangrijk" vinden – zowel professionele als amateurcultuur. "Niet voor niets maken gemeenten daarvoor flinke budgetten vrij zonder dat daartoe een wettelijke opdracht of verplichting is. Tegelijkertijd hebben we de afgelopen jaren door diverse ontwikkelingen (waarvan die in de jeugdzorg de bekendste is) gezien dat de druk op gemeentelijke begrotingen jaar over jaar toeneemt. De tijd dat daarin pijnloze keuzes konden worden gemaakt, ligt al lang achter ons. Uiteindelijk ontspringt ook cultuur hierbij niet de dans hoewel vele gemeenten het lang droog hebben weten te houden."
De VNG laat weten bezig te zijn met "het ontwikkelen van een publicatie om gemeenten te ondersteunen bij het benodigde herstel van de culturele sector. Hierin komt ook bijzondere aandacht voor de amateurkunstsector."
De onderzoekers adviseren zzp’ers om voor zichzelf op te komen en zich te verenigen om hun onderhandelingspositie te verstevigen. De Rijksoverheid zou daarom collectieve prijsafspraken experimenteel moeten toestaan. Bij lokale overheden moet kunst ‘terug op de agenda’, aldus de onderzoekers. Aan culturele instellingen doen zij een oproep om eerlijke tarieven te betalen.
Al in april van dit jaar verzocht de Raad voor Cultuur toenmalig informateur Tjeenk Willink om structureel 100 miljoen euro uit te trekken voor "eerlijke betalingen in de gehele cultuur- en erfgoedsector". Voor oplossingen kijkt de Raad “reikhalzend uit” naar de uitkomst van de formatie.
Update mei 2022
In mei 2022 stuurt staatssecretaris Cultuur en Media Gunay Uslu haar hoofdlijnenbrief over het cultuurbeleid naar de Tweede Kamer. Daarin schrijft ze dat ze met de sector manieren wil vinden om zzp’ers in dienst te nemen. Zo komen er pilots waarbij werkgevers gezamenlijk freelancers in dienst nemen. Ook komt er een pilot waarin zzp’ers die door de coronalockdowns hun spaargeld zijn verloren financieel tegemoet worden gekomen. Bijvoorbeeld door een bijdrage aan hun arbeidsongeschiktheidsverzekering of pensioen.
In totaal trekt het kabinet dit jaar 135 miljoen euro uit voor de gehele culturele sector. De komende jaren loopt dat bedrag op tot structureel 170 miljoen euro per jaar. Dat is afgesproken in het regeerakkoord.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.