Proefdraaien afvaloven illegaal
27-09-2010
• leestijd 2 minuten
Stichting afvaloven Nee heeft afgelopen vrijdag de Provincie schriftelijk gevraagd om direct tegen Omrin op te treden mocht deze in oktober de afvaloven in werking stellen. Omrin is van plan om in die maand zogenaamde koud proef te draaien. Afvaloven Nee wijst erop dat dit zonder milieuvergunning niet mag. Zelfs al zou de nieuwe milieuvergunning afgegeven worden dan mag Omrin pas aan de slag als de Raad van State het schorsingsverzoek afwijst. Daarvoor moet Omrin van de knoppen afblijven, aldus de stichting.
De provincie behoort als handhavende instantie het verzoek te honoreren.
En dat is wederom een grote tegenvaller voor de afvalverwerker die de gemeentes beloofd had in 2010 afval in Harlingen te verbranden. De nu geplande inbedrijfstelling is in mei volgend jaar gepland maar ook dat is dus nu onzeker. Omrin doet alsof ze er zeker van is dat het wel lukt en kondigde kort geleden zelfs al een tariefsverlaging aan van € 127,50 euro naar € 107 euro. Die verlaging gaat reeds in januari 2011 in. Omrin loopt hiermee een groot risico als blijkt dat de geplande datum ook niet gerealiseerd wordt.
Sikke Jellema van stichting afvaloven Nee: “Mocht het Omrin niet lukken om in mei de oven in bedrijf te krijgen dan zal een overheidssubsidie van 6 miljoen euro vervallen. Het is voor de Friese afvalverwerker ondertussen een onbegonnen race tegen de klok geworden. En hoe Omrin daarmee omgaat is al gebleken doordat ze zonder bouwvergunning doorbouwde en tegen een bouwstop van een aandeelhoudende gemeente in beroep is gegaan. Dat is het ware karakter van Omrin. Doordrammen en zelfs de wet overtreden. Wij willen dat nu voor zijn, om niet achteraf te moeten constateren dat ze denken weer een maas in de wet gevonden te hebben. Burgers worden met een afvaloven opgescheept die volledig overbodig is. Daarnaast brengt de oven grote risico´s met zich mee voor mens en milieu, terwijl de verbrandingskosten veel te hoog zullen zijn. Tegen dat paard van Troje strijden wij en blijven we strijden.”