Het blijft lastig de problemen rond de partydrug GHB aan te pakken. Het is een complexe, zeer ernstige en hardnekkige problematiek die zich vooralsnog lijkt te beperken tot een relatief klein aantal ernstig verslaafden, het aantal dat in de verslavingszorg is behandeld ligt rond de 800 per jaar, maar het aantal gebruikers groeit gestaag. In 2015 had 1,6% van de bevolking van 18 jaar en ouder ooit GHB gebruikt, naar schatting 210 duizend mensen. Volgens het Trimbos-instituut zijn er ongeveer 10.000 mensen die veel GHB gebruiken. Opvallend is het relatief grote aandeel patiënten met een ernstige intoxicatie na GHB-gebruik. Het aandeel van matige en ernstige GHB-intoxicaties op de EHBO-posten steeg van 34% in 2009 naar 73% in 2015.
Sterfgevallen
Er is geen goed zicht op het aantal sterfgevallen waarbij GHB betrokken is. In 2014 stond GHB 4 keer vermeld op de doodsoorzakenformulieren bij het CBS. Onbekend is echter of GHB bij deze gevallen de oorzaak was van het overlijden of een bijdragende factor. In 2015 registreerde het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 2 gevallen waarin GHB mogelijk een rol had gespeeld bij het overlijden. Sinds 2008 zijn er 48 GHB-doden te betreuren.
Lastig te behandelen
GHB heeft een extreem verslavende werking en onjuiste dosering leidt tot ernstige gezondheidsbedreigingen. GHB-verslaafden hebben doorgaans tevens psychische problematiek, vooral persoonlijkheids- en angststoornissen, en gebruiken naast GHB andere middelen zoals cocaïne en amfetamine. Ze zoeken zelf geen hulp of behandeling en als ze bijvoorbeeld in coma op de spoedeisende hulp of zelfs intensive care belanden, lopen ze weg zodra ze zijn bijgekomen. Wanneer ze in crisis worden opgenomen, al dan niet met een rechterlijke machtiging, weigeren ze elke behandeling. Het ontbreken van motivatie om behandeld te worden, geringe therapietrouw en hoge mate van terugval zijn kenmerkend voor deze problematiek. Het gaat om zeer ernstige problematiek waarvoor een effectieve oplossing niet zo maar binnen handbereik ligt.
Gebuikers
GHB wordt relatief vaak door uitgaande jongeren en jongvolwassenen gebruikt. Volgens een landelijke onderzoek uit 2016 had 14% van de uitgaanders van 15-35 jaar ervaring met GHB of GBL. In Amsterdam wordt gesignaleerd dat het imago van GHB negatiever wordt, onder andere vanwege onderlinge kritiek op ‘out gaan’ en bewustwording over het verslavingsrisico, al blijft het middel een vaste plek in het uitgaansleven innemen. Ook buiten het uitgaansleven wordt GHB gebruikt. Het wordt onder andere gebruikt door gemarginaliseerde groepen, zoals hangjongeren en ‘thuisgebruikers’ die het middel samen met vrienden en kennissen in de context van ‘huisfeesten’ nemen, of die GHB alleen gebruiken, zodat het gebruik niet (langer) een sociale aangelegenheid is.
Afkicken
Wie wil afkicken, wordt geadviseerd dat gedoseerd te doen onder toezicht van een arts. Het gebruik moet langzaam worden afgebouwd, bij abrupte stopzetting kan het leiden tot heftige en zelfs levensbedreigende onthoudingsverschijnselen. Dat gaat het beste in een kliniek. Daarbuiten gaat het vaak mis. Daarnaast is de nazorg belangrijk. De terugval na behandeling is groot. Binnen drie maanden na detoxificatie is 70% weer in behandeling.
Verslavingszorg schiet tekort
Bestuurder Roel Hermanides van verslavingsinstelling Novadic-Kentron erkent in ZEMBLA ‘Knock-out in Brabant’ dat de verslavingszorg ten aanzien van GHB-verslaafden tekortschiet: '
We hebben een aantal middelen om met verslaving om te gaan. Voor andere verslavingen werken die. Voor GHB-verslaafden werken die op dit moment nog echt onvoldoende. Dat betekent dat wij van maand op maand onze behandelmethodes op dit ogenblik aanpassen.
'
Terugval
Door medicinale GHB toe te dienen, bouwt de verslavingszorg het gebruik van GHB langzaam af tot de verslaafde is afgekickt van het middel. Dit gebeurt tijdens de zogenaamde ‘detox’, waarbij de verslaafde gedurende die periode in een verslavingskliniek wordt opgenomen om te ontgiften. Maar veel afgekickte GHB-gebruikers vallen daarna weer snel terug in hun oude gewoonte. Hoogleraar Verslavingszorg Cor de Jong van de Radboud Universiteit: '
De eerste stap is geweest: hoe kunnen we veilig en comfortabel mensen laten stoppen. Dat is goed gelukt. Zo’n 30 procent houdt het vol. Maar meer dan 60 procent valt terug, waarvan de helft ernstig. Die terugval is groter dan de terugval bij alcohol of bij heroïne.
'