‘Als er niet snel maatregelen worden genomen, storten in Nederland de komende tijd nog meer gebouwen in,’ zeggen deskundigen uit de bouwsector. En hoogleraar C. Kleinman voorspelt: ‘Als we zo doorgaan met de controles op de bouwers, is dat een kwestie van afwachten.’
De afgelopen jaren stijgt het aantal incidenten waarbij balkons afbreken, daken instorten, parkeergarages scheuren en onveilige ontwerpen te laat worden ontdekt. In de aflevering van ZEMBLA ‘Pas op instortingsgevaar’ wordt onderzocht of de vele bouwincidenten iets met elkaar te maken hebben en wat ze zeggen over de manier van bouwen in Nederland.
Uit de lange rij bouwincidenten van de afgelopen jaren reconstrueert ZEMBLA de problemen rondom de bouwveiligheid van het Bos en Lommerplein in Amsterdam. Het plein werd in juli onbewoonbaar verklaard. 96 woningen, 27 winkels en een aantal kantoren werden geëvacueerd. Nog steeds kan niemand terug.
Bij het Bos en Lommerplein blijkt dat alle controle gefaald heeft, waardoor 85% te weinig wapening in de parkeergarage niet opgemerkt werd. De betonvlechter, de opzichter, de aannemer en de gemeentelijke toezichthouder, niemand heeft gecontroleerd voor er beton gestort werd.
C. Verhoeven, directeur van het bedrijf DVP dat werd ingehuurd om dagelijks toezicht op de bouw te houden, zegt in ZEMBLA: ‘Bij een aantal controles blijkt alles goed te zijn, dan kan de aandacht verslappen (…) en dat moet ook gebeurd zijn.’ Ook kan Verhoeven de logboeken en aantekeningen van de cruciale plekken op het plein waar het misging niet reproduceren.
Hoogleraar bouwtechniek J. Vambersky spreekt van ‘geluk’ als hij het heeft over het tijdstip waarop de meeste incidenten tot nu toe zijn gebeurd, namelijk ’s nachts of ’s ochtends vroeg als er weinig mensen aanwezig zijn. Maar dat geluk zullen we niet altijd blijven hebben en dan zullen er meer slachtoffers vallen.
De sector heeft de hulp van de minister nodig om te veranderen, zegt Vambersky. Onafhankelijke bouwexperts adviseren de overheid al jaren wettelijke regelgeving voor de bouwsector. Ze pleiten voor een interne controle en een verplichte coördinator die het overzicht houdt op de bouw van een complex. Tot op heden blijft het ministerie van VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) de verantwoordelijkheid bij de bouwwereld leggen. Het ministerie is in overleg met de marktpartijen en hoopt zo zonder wetgeving de bouwsector te veranderen. VROM-inspecteur O. Welling zegt daarover: ‘Als je aan een kind vertelt wat-ie moet doen, kun je het tegen hem gezegd hebben en toch zal hij er zich een keer niet aan houden. Zo is het ook in de bouw.’
Hoogleraar bouwtechniek J. Vambersky spreekt van ‘geluk’ als hij het heeft over het tijdstip waarop de meeste incidenten tot nu toe zijn gebeurd, namelijk ’s nachts of ’s ochtends vroeg als er weinig mensen aanwezig zijn. Maar dat geluk zullen we niet altijd blijven hebben en dan zullen er meer slachtoffers vallen.