De omstreden KNO-arts uit het UMC Utrecht die betrokken was bij drie dodelijke calamiteiten, is zijn nieuwe baan in Engeland kwijt omdat hij ‘onvoldoende klinische vaardigheden’ heeft. Dat heeft zijn werkgever Nottingham University Hospitals NHS Trust (NUH) verklaard aan ZEMBLA. Ook blijkt uit de uitzending ‘Ziekenhuiscalamiteiten deel IIII’ dat er al vanaf het begin van zijn aanstelling in het UMC Utrecht twijfel bestond over de chirurgische vaardigheden van dokter P. zonder dat het ziekenhuis daadwerkelijk ingreep. Oud-collega’s verklaren daarover in ZEMBLA.
Betrokken bij ernstige incidenten
KNO-arts Adriaan van Olphen is een van die oud-collega’s. “Het viel me op dat hij een hele goede theoretische kennis had van het vakgebied, maar dat hij nog niet de vaardigheden had om die operatie waar ik toen mee bezig was, een vrij complexe hoofd-hals operatie, zelfstandig uit te voeren. Die kennis heb ik gedeeld met het afdelingshoofd.” Van Olphen vond dat de arts een extra opleiding nodig had. Die krijgt hij, maar pas nadat er een dodelijke calamiteit heeft plaatsgevonden. En ook nadat P. de opleiding heeft afgerond is hij betrokken bij ernstige incidenten, waaronder twee niet gemelde dodelijke calamiteiten.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) laat, naar aanleiding van de berichtgeving van ZEMBLA hierover, onafhankelijke experts onderzoek doen naar het functioneren van de KNO-arts. De experts stellen dat P. ‘in vier van de zes onderzochte casus niet heeft gehandeld zoals van een redelijk en bekwaam handelend hoofd-hals chirurg mag worden verwacht.’
Marcel Daniëls, voorzitter van de Federatie Medisch Specialisten, begrijpt niet waarom dit in Utrecht niet eerder naar boven is gekomen. “Hoe kan het zijn dat zich zes keer iets voordoet wat eigenlijk niet hoort? Hebben we dan geleerd van die eerste keer, of hebben we geleerd na de tweede keer, of hebben we pas geleerd na een zesde keer als een externe organisatie mensen erop wijst?”
Na de berichtgeving van ZEMBLA heeft dokter P. zijn taken in Utrecht neergelegd. Sinds februari dit jaar is hij werkzaam bij Nottingham University Hospitals NHS Trust (NUH). Het ziekenhuis laat ZEMBLA het volgende weten: “In maart 2017, heeft het NUH ervoor gezorgd dat dokter P. zijn klinische werk niet meer kan beoefenen, na een evaluatie door zijn leidinggevenden die constateerden dat hij niet beschikt over de noodzakelijk klinische vaardigheden en na ontvangst van het rapport van de Nederlandse Inspectie voor de Gezondheidszorg. Ook zal het NUH zijn contract niet verlengen.”
Angstcultuur
In november 2015 onthult ZEMBLA dat op de KNO-afdeling van het UMC Utrecht een angstcultuur heerst. Ernstige calamiteiten zijn verzwegen voor de Inspectie. Klokkenluiders vertellen over onveilige situaties op de OK en het tirannieke gedrag van het afdelingshoofd. Na een groot onderzoek concludeert de IGZ half april dat er in het UMC geen open en veilige cultuur is. Het is de Raad van Bestuur die hiervoor verantwoordelijk is. De Inspectie vindt het cruciaal dat er in het UMCU een cultuuromslag plaatsvindt. Het moet opener, minder hiërarchisch en met meer ruimte voor tegenspraak.
Maar wat is daarvan te zien? Hoe is het ziekenhuis bijvoorbeeld omgegaan met de medewerkers die openlijk kritiek hebben geuit? En voelen werknemers zich nu wel veilig om openlijk kritisch te zijn? Van Olphen:
“Als je het rapport leest, is het enige dat opvalt dat degene die nog werken in het UMC positief zijn en degene die er niet meer werken hebben een heel ander oordeel.”
Directe collega’s van dokter P. verklaren bijvoorbeeld tegenover de IGZ dat ze tevreden zijn over de resultaten van zijn operaties. In het rapport staat: ‘Over de chirurgische vaardigheden wordt binnen de vakgroep niet getwijfeld.’ Maar een andere oud-medewerker bevestigt tegenover ZEMBLA dat de problemen met P. wel degelijk bekend waren op de afdeling.
Ronnie van Diemen, inspecteur-generaal van de IGZ, zegt daarover in ZEMBLA: “Ik denk dat je niet van de ene op de andere dag openheid creëert. Dat wat zich daar heeft afgespeeld dat zo tot verkramping heeft geleid bij veel mensen onbewust en bewust, heb je niet vandaag opgelost. Ook niet door een rapport naar buiten te brengen. Dit zijn ontwikkelingen die echt tijd vragen.” En die tijd krijgt de raad van bestuur van de IGZ. Volgens Van Diemen is de cultuur voor een belangrijk deel door de vorige Raad van Bestuur en bestuursvoorzitter gevormd. Margriet Schneider is pas in november 2015 begonnen. “Het is aan haar om die verandering van cultuur weer te geven.”
Organisatiedeskundige Roeland Weebers plaats daar een kanttekening bij: “Margriet Schneider komt uit het ziekenhuis, zij is opgeleid in het ziekenhuis. Kortom, ze is kind van dit ziekenhuis. Het is moeilijk om een cultuur waar je zelf onderdeel van bent geweest te veranderen. Het zou haar niet diskwalificeren, maar wat je in de literatuur van het management leest, is dat als je echt een verandering wil creëeren, je toch iemand van buiten zult moeten hebben.”
Aangifte
De raad van bestuur mag blijven, maar kritische artsen moeten het veld ruimen. Dat stelt KNO-arts Volkert Wreesmann. Hij is een van klokkenluiders die in november 2015 de problemen bij het UMC Utrecht naar buiten brengt.
“Een collega van mij werd uitgenodigd door het hoofd juridische zaken en werd daar ernstig geïntimideerd. Met als doel alleen maar om erachter te komen of deze persoon informatie gelekt had.”
UMC Utrecht doet aangifte wegens het lekken van medische gegevens. Daarop starten het Openbaar Ministerie en de Inspectie een onderzoek. Het onderzoek naar het lek levert niks op. Van Diemen: “Dat onderzoek is nu afgerond en de uitkomst is dat er geen individuele personen verwijtbaar hebben gehandeld.” Toch beëindigt de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur in februari vorig jaar het dienstverband van deze arts.
En er gaat nog een arts weg. Hij werkt nu in het Academisch Ziekenhuis Antwerpen. De arts is bang voor represailles van het ziekenhuis en wil daarom niet op camera reageren. ZEMBLA mag hem wel citeren. Hij zegt dat ook onder Margriet Schneider de Inspectie verkeerd is geïnformeerd over calamiteiten. Zo zou hij zelfs gedwongen zijn om een valse verklaring af te leggen. “Dan moet ik liegen en dat doe ik niet.” Wreesmann zegt hierover: “Hij was ook te kritisch en te lastig. Hij had grote problemen met het afdelingshoofd. Er werd in feite gewoon tegen hem gezegd: de Raad van Bestuur wil jou weg hebben.”
In de aanloop naar de uitzending heeft ZEMBLA bestuursvoorzitter Margriet Schneider meermalen om een interview gevraagd. Maar zij wil niet op camera reageren. Wat er precies gebeurt met de positie van het omstreden afdelingshoofd prof Wilko Grolman is onduidelijk. Eerder legde hij zijn leidinggevende taken al neer. Volgens het ziekenhuis vindt er op dit moment overleg plaats over de invulling van zijn dienstverband.