Onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar mogelijke Russische financiering van Nederlandse politici en politieke partijen zal weinig opleveren. Dat stellen deskundigen in de Zembla-uitzending 'Kremlin in de Kamer'. De Rekenkamer heeft namelijk geen opsporingsbevoegdheden. Daarom zou de Kamer het Openbaar Ministerie de opdracht moeten geven voor het onderzoek, zegt hoogleraar parlementaire geschiedenis Bert van den Braak.
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer steunde na het Oekraïnedebat de motie van partijleider Klaver van GroenLinks om de Rekenkamer onderzoek te laten doen naar de financiering van politieke partijen. Aanleiding voor de motie zijn de pro-Russische uitlatingen van FVD-leider Thierry Baudet. Tot nu toe zijn er geen harde bewijzen gevonden dat Forum voor Democratie geld uit Rusland krijgt.
Hoogleraar Van den Braak verwacht weinig van het Rekenkameronderzoek: “Daar ben ik niet heel optimistisch over. Of een ambtseed is geschonden, dat is uiteindelijk iets wat de rechter zou moeten beoordelen. Daar zou het OM vervolging tegen moeten instellen. Die zijn daar beter voor toegerust dan de Rekenkamer.”
Het Openbaar Ministerie heeft opsporingsbevoegdheden en kan daarmee zelf informatie verzamelen. De Rekenkamer is afhankelijk van informatie die vrijwillig wordt aangeleverd door de politieke partijen.
Volgens Ben de Jong, deskundige op het gebied van spionage en inlichtingendiensten, zal het heel moeilijk zijn bewijs te vinden voor mogelijke Russische betalingen aan Forum voor Democratie. In Zembla zegt hij: “Als het gaat om heimelijke politieke beïnvloeding (…), in combinatie met het verstrekken van geld, dan is het sowieso heel erg moeilijk om daar echt de vinger op te leggen.”
Rusland-deskundige Hubert Smeets heeft ook geen vertrouwen in de slagklacht van de Rekenkamer. ”Ik denk dat de boekhouding van FVD niet deugt, maar of er een bonnetje gevonden gaat worden waaruit blijkt dat de partij van Thierry Baudet ook mede gefinancierd is door Kremlin verwante organisaties, waag ik te betwijfelen. Want het zal nooit rechtstreeks van de Sber-bankrekening van Poetin komen. Dat zal via een andere weg gaan.”
Parlementair historicus Van den Braak wijst op het feit dat de Kamer op basis van de Wet ministeriële verantwoordelijkheid het OM een opdracht tot onderzoek kan geven. Minstens vijf Kamerleden zijn nodig om het voorstel hiertoe aan de Kamer voor te leggen. Als een Kamermeerderheid het voorstel steunt, krijgt het OM de onderzoeksopdracht.
We vragen een groot aantal Kamerfracties of ze onderzoek door het OM steunen. Maar ze willen eerst het onderzoek van de Rekenkamer afwachten. In reactie op de vraag waarom GroenLinks koos voor de Rekenkamer, laat een woordvoerder weten dat “voor uitvoering door de Algemene Rekenkamer een meerderheid was. Maar als de route via het OM een kansrijke route is, dan is GroenLinks bereid daarnaar te kijken.”
In april 2020 onthulde Zembla vertrouwelijke WhatsApp-berichten van Forum-leider Thierry Baudet waarin hij verwijst naar betalingen van een Rus genaamd Vladimir Kornilov, die hij in de appjes omschrijft als ‘een Rus die werkt voor Poetin.’ Baudet zegt in een reactie dat de berichten grappig waren bedoeld. Hij heeft altijd ontkend betaald te zijn door de Russen.
Dat de Tweede Kamer nu vraagt om een onderzoek naar Russische financiering van politieke partijen is opmerkelijk. Na de Zembla-uitzending van 2020 bleef het stil in Den Haag. Er werden geen Kamervragen gesteld.
Rusland-deskundige Hubert Smeets zegt hierover in Zembla: “Ik kan me voorstellen dat een meerderheid in de Tweede Kamer bang was om die poetinisten te provoceren. Bovendien ligt financiering van politieke partijen gevoelig in het parlement, stelt Smeets. “Ik denk dat de Tweede Kamer ontzettend bang is om zich te mengen in de financieringsbronnen van politieke partijen die democratisch gekozen fracties hebben in het parlement.”
Hoogleraar Van den Braak: “Het verbaasde mij dat er dat er dus verder helemaal geen actie op werd ondernomen. (..) Een Kamerlid dat zich op die manier inlaat met het buitenland (…) dat is in strijd met zijn ambtseed.”
Daarom stuurde Van den Braak direct na de uitzending in 2020 een e-mail aan Kamervoorzitter Khadija Arib. Daarin vraagt hij haar, gezien de “mogelijke banden met Rusland”, een onderzoek in te stellen naar de eventuele schending van de ambtseed door Baudet, “en daarmee van het begaan van een ambtsmisdrijf.”
Van den Braak heeft nooit een reactie gekregen.
Volgens het presidium van de Tweede Kamer is de brief van Van den Braak nooit besproken. Khadija Arib, destijds Kamervoorzitter, laat weten dat niet zij, maar de Kamerleden zélf de kwestie hadden moeten aanpakken. Arib wijst erop dat de Kamervoorzitter niet gaat over de financiering van politieke partijen.
Maar volgens Van den Braak had Arib als Kamerlid zijn e-mail op zijn minst met collega-Kamerleden kunnen bespreken. Bovendien stelt Van den Braak: “Het presidium was sinds 2019 bezig met het opstellen van de gedragscode en met integriteit. De gedragscode gaat over onafhankelijkheid en het niet door giften of gunsten beïnvloeden van Kamerleden. In die zin lijkt mij dat de mail door mij wel degelijk goed geadresseerd was.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.