Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vrijdag in hoger beroep bij het hof in Arnhem veertien jaar cel geëist tegen de 43-jarige horecaondernemer Ahmet O. uit Almelo. Hij hield in juni 2008 urenlang een wethouder en vier ambtenaren vast op het stadhuis.
Op 16 juni 2008 haalde Almelo het wereldnieuws. Een horeca-ondernemer stak zijn restaurant en auto in brand en liep met twee geladen vuurwapens het gemeentehuis binnen. Vijf uur lang gijzelde Ahmet O. een wethouder en vier ambtenaren, om na tussenkomst van een politieagent de wapens neer te leggen.
Na afloop verklaren hij en zijn echtgenote dat ze gek zijn gemaakt door de gemeente Almelo. Hoe heeft het zo uit de hand kunnen lopen? ZEMBLA onderzocht de verhoudingen in Almelo tussen politici en horeca-ondernemers.
Beschuldiging
Justitie kwalificeert de gang van zaken als gijzeling, brandstichtingen, voorbereiden van moord en wapenbezit. Oktober 2009 kreeg de man negen jaar cel opgelegd door de rechtbank in Almelo. De rechtbank achtte geen gijzeling maar illegale vrijheidsberoving bewezen, omdat de man volgens de rechtbank geen eis stelde. Justitie had toen zeventien jaar cel geëist.
Agenten overreedden de man destijds zich over te geven. Niemand raakte gewond. Het OM gelooft dat O. door de hoge investeringen in zijn horecazaak aan het Waagplein in financiële nood was gekomen bij malafide geldschieters. Door de schuld op een dwarsliggende wethouder af te wentelen, wilde hij mogelijk zijn eer redden, denkt de advocaat-generaal. De aanklager gelooft dat de man niet verminderd toerekeningsvatbaar was maar kalm handelde.
Stress
De advocate van O. stelt dat door het voortdurende dwarsliggen van de gemeente de stress zich zo heeft opgestapeld, dat de man in een waas terechtkwam en verminderd toerekeningsvatbaar was tijdens zijn acties.
Het gerechtshof heeft geprobeerd te achterhalen hoe groot de kans is dat de man weer tot agressie kan overgaan als hij vrij komt. Een psychiater die door de verdediging was geraadpleegd, verwacht dat die kans klein is. Andere deskundigen, van onder andere het Pieter Baan Centrum konden er niets over zeggen omdat de man daar niet aan onderzoek meewerkte.