Negentig slachtoffers loverboys weggelopen uit zorginstellingen
10-04-2014
•
leestijd 2 minuten
•
332 keer bekeken
•
Nog steeds neemt het aantal loverboyslachtoffers toe. Om de meisjes uit ‘het wereldje’ te halen, plaatst de rechter ze in gesloten jeugdzorginstellingen. Maar hoe gesloten zijn die instellingen eigenlijk? ZEMBLA zocht het uit: vorig jaar liepen negentig meisjes met loverboyproblemen weg uit gesloten jeugdzorginstellingen. Maar waarschijnlijk ligt dit aantal hoger.
Zorgelijk
Bekend is dat de meisjes bij vermissing met grote regelmaat weer in het loverboycircuit terecht komen. “Zorgelijk”, noemt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, Corinne Dettmeijer, het aantal. '
En als er herhaald slachtofferschap uit voortkomt, maakt dat het extra zorgelijk
', zegt zij in de uitzending van ZEMBLA.
Weg tijdens verlof
Vooral tijdens verlof lopen de meisjes weg. Jeugdzorg Nederland is van mening dat meisjes die slachtoffer zijn van een loverboy zo snel mogelijk op verlof moeten kunnen. '
De behandeling is erop gericht dat een meisje weer deelneemt aan de maatschappij. Dat betekent dat je moet oefenen om de vrijheid aan te kunnen
', aldus Mark Bent van Jeugdzorg Nederland.
Behandeling
In de hulpverlening bestaat onenigheid over hoe met de slachtoffers om te gaan. Behandelen als gewone pubermeiden met gedragsproblemen of juist als slachtoffers van mensenhandel? De Rapporteur pleit voor het laatste. Daarom vindt zij dat er specifieke opvang nodig is voor deze meiden, zonder jongens.
Extra zorg
Jeugdzorg Nederland is dat niet met haar eens, zo blijkt in de uitzending. '
Wij denken dat het juist heel goed is om gemengde instellingen te hebben (..) Eén van de doelstellingen is de meisjes te laten wennen op een normale manier met jongens om te gaan
'. De Rapporteur Mensenhandel zegt daarop: '
Het leven van de meisjes was niet normaal. Het duurt wel even voor ze een normaal leven aankunnen. Die extra zorg moet hen gegeven worden
'.
Kritisch over signalering
De Rapporteur is ook kritisch over signalering van loverboyproblematiek in de jeugdzorginstellingen. In ZEMBLA vertelt de vijftienjarige Marlon dat ze met ernstige gedragsproblemen in een instelling werd opgenomen. De hulpverlening zag niet dat de oorzaak van haar gedrag seksuele uitbuiting door een loverboy was. Marlon had dat al die tijd uit schaamte verborgen kunnen houden.
Cijfers
Omdat de Rapporteur zich zorgen maakt over de kwetsbaarheid van deze meisjes, zeker als ze uit een instelling weglopen, zocht ZEMBLA naar cijfers. Die bleken er niet te zijn, ook niet van het aantal vermissingen uit gesloten jeugdzorginstellingen in het algemeen. De laatste cijfers zijn uit 2010, sindsdien wordt het niet meer landelijk bijgehouden.
Onderzoek
Uit onderzoek van ZEMBLA blijkt: vorig jaar raakten 1141 keer jongens en meisjes vermist uit gesloten jeugdzorginstellingen, waarvan 700 keer langer dan 24 uur. Het betrof in ieder geval negentig meisjes met een loverboy-achtergrond. Het aantal ligt waarschijnlijk hoger, omdat vijf van de veertien instellingen geen antwoord gaven of konden geven omdat ze dit niet registreren.
ZEMBLA: ‘Verliefd, verkracht en vermist’, donderdag 10 april 2014 om 20.50 uur bij de VARA op Nederland 2.