Zembla begeeft zich in de documentaire 'Nederland narcostaat' onder de tienduizenden Nederlanders die wiet kweken in een achterkamertje of een schuurtje. Waarom doen ze dat en hoeveel brengt het op? Steeds meer Nederlanders denken een centje bij te verdienen door een kamertje met planten in te richten of te verhuren aan anderen. Een investering van een paar duizend euro kan al gauw enige tienduizenden per jaar opbrengen. Als de kweker tenminste niet wordt betrapt. Politie, gemeenten, elektriciteitsbedrijven en woningbouwcorporaties voeren een steeds hardere strijd tegen de wietkwekerijen.
Hoewel er nauwelijks meer straf staat op het kleinschalig telen van wiet kunnen de gevolgen toch verstrekkend zijn. Veel woningcorporaties zetten mensen met een wietplantage zonder pardon op straat. Als er illegaal stroom is getapt komen elektriciteitsbedrijven met flinke navorderingen. En de officier van justitie kan een 'ontnemingheffing wederrechterlijk verkregen voordeel' opleggen.
Door de grote winstgevendheid heeft ook de georganiseerde misdaad een stevige greep op de wietkweek. Dat blijkt onder meer uit een reconstructie, in Zembla, van de moord op Tinka van Rooij uit Breda. Tinka raakte verzeild in een groep criminelen die in woonwijken kamertjes (wiethokken) intimmeren waarbij de bewoners voor weinig geld hun huis ter beschikking stellen. Na een ruzie om geld werd Tinka door haar compagnons op beestachtige wijze afgeslacht. Bij de wietteelt gaat het om groot geld want een kilo wiet kan bij de coffeeshop EUR 2500,- waard zijn.