Het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt al jaren voortdurend gewezen op mensenrechtenschendingen en het gebrek aan onafhankelijke rechtspraak in Rwanda, maar is het land financieel blijven steunen. Dit blijkt uit verklaringen van bronnen en documenten in handen van Zembla. Met in totaal bijna 140 miljoen euro, zijn onder meer een gevangenis en rechtbanken gebouwd. Ook zijn rechters en advocaten opgeleid. Volgens critici en mensenrechtenorganisaties heeft dat in het ‘dictatoriale Rwanda’ niet geleid tot een onafhankelijke rechtstaat.
De Inspectie van Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) schrijft al in 2008 in een evaluatie over het Nederlandse Rwanda-beleid dat "Nederland zich bijzonder coulant opstelt tegenover de autoritaire regering".
Na de genocide van 1994, waarbij zo’n 800.000 mensen in Rwanda zijn vermoord, besloot toenmalig minister Jan Pronk van Ontwikkelingssamenwerking het land te helpen met de wederopbouw van de rechtstaat. Er zijn onder meer een gevangenis en rechtbanken gebouwd om de capaciteit van de Rwandese rechtstaat te vergroten.
Maar de IOB schrijft in haar rapport dat het succes van de opbouw van een rechtstaat niet alleen kan worden afgemeten aan de bouw van gebouwen, want “wie rechtbanken bouwt, moet ook toezien op de eerlijkheid van de processen die erbinnen plaatsvinden.” Ook schrijft de IOB: “Wie gevangenissen financiert moet zeker weten dat deze niet misbruikt worden.”
Rechtbankpresident Robert Croll ging in 2014 op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken naar Rwanda om daar de overheid te adviseren over eerlijke rechtspraak. Maar er is niets met zijn adviezen gedaan, aldus Croll.
“Op een gegeven moment dacht ik: dit is gewoon bezigheidstherapie. Ik zit hier voor de schone schijn,” zegt Croll in Zembla. Volgens Croll is “Rwanda op papier een rechtsstaat, maar in de praktijk niet". "Ik heb het hier heel specifiek met de toenmalig ambassadeur over gehad. Die zei: gewoon niet mee bemoeien. De beleving van een rechtsstaat en een democratie is hier gewoon anders", vertelt Croll.
Na een WOB-verzoek in 2020 wordt vertrouwelijke communicatie tussen de Nederlandse ambassade in Rwanda en het ministerie in Den Haag over het geruchtnakende ‘Mapping Report’ van de Verenigde Naties blootgelegd. Dat rapport gaat over wandaden die door het Rwandese leger in Oost-Congo zijn gepleegd waarbij duizenden Hutu-vluchtelingen zijn omgekomen. In haar berichten betitelt de ambassade de conclusies van het VN-rapport als ‘insinuaties’ en ‘suggestie’.
De Belgische emeritus-hoogleraar Afrikaans Recht en Politiek Rwanda-deskundige Filip Reyntjens noemt dat “onverantwoord”. “Deze houding van een partnerland, en in dit geval een belangrijk partnerland, is niet alleen een objectieve steun aan een dictatuur, maar het versterkt zelfs de dictatuur", aldus Reyntjens.
Zembla spreekt ook met Jean Marie Micombero, een voormalig topambtenaar en militair rechter uit Rwanda. Volgens hem heeft de financiële hulp van Nederland weliswaar gezorgd voor gekwalificeerd personeel en goede infrastructuur, maar is er in Rwanda geen “geen onafhankelijke rechtspraak” te vinden. Dat komt, zegt Micombero, omdat het in het land ontbreekt aan “politieke wil” voor echte, onafhankelijke rechtspraak. In 2011 vluchtte Micombero vanuit Rwanda naar België, omdat zijn loyaliteit door het regime in twijfel werd getrokken. Hij kreeg signalen dat zijn leven gevaar liep.
Anders dan andere landen, protesteerde Nederland niet publiekelijk tegen de ontvoering en berechting van mensenrechtenactivist PR, die bekend werd dankzij de film Hotel Rwanda.
Desgevraagd laat het ministerie over het proces tegen Rusesabagina weten dat toenmalig minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken zijn Rwandese collega in september 2020 “specifiek heeft gewezen (…) op het belang van openheid en eerlijkheid in het proces”.
Over de kritiek op de Nederlandse houding naar Rwanda zegt het ministerie Rwanda aan te spreken op “aandachts- en verbeterpunten van de rechtstaat”. Ook zegt het ministerie in gesprekken met Rwanda zorgen te delen over de mensenrechtensituatie, vooral “over de beperkte vrijheid van meningsuiting en politieke ruimte voor de Rwandese oppositie.”
De bagatelliserende opmerkingen van de Nederlandse ambassade in Rwanda over het kritische VN-rapport- beschouwt Buitenlandse Zaken als “meningen” die “niet automatisch gelijk zijn aan de uiteindelijke conclusies van het kabinet”, zo schrijft de woordvoerder van het ministerie.
Op verzoek van Rwanda heeft Nederland in 2018 besloten de financiële hulp aan de justitiesector in Rwanda dit jaar te beëindigen. Vanaf 2023 zullen er geen betalingen meer plaatsvinden.
Bekijk het wederhoor van het ministerie:
Bekijk de lijst met de geldbedragen waarmee de Nederlandse overheid Rwandese projecten steunde:
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.