De ministeries van LNV en EZK hebben volgens de Faunabescherming opzettelijk de bezwaar- en beroepsprocedure tegen de sluiting van het Kroondomein gefrustreerd en met meer dan een jaar vertraagd. “Daarmee werd bereikt dat de koninklijke familie en hun jachtgasten twee jachtseizoenen ongestoord konden blijven jagen met behoud van een onwettig verleende openstellingssubsidie voor het gesloten jachtterrein rond paleis Het Loo”, zegt de Faunabescherming. Het ministerie van LNV geeft in een reactie toe dat de procedure niet helemaal goed is gegaan. "Deze gang van zaken beantwoordt mogelijk niet aan de verwachtingen omtrent een nieuwe bestuurscultuur", zo schrijft het ministerie.
Peter Nicolaï, bestuursrechtdeskundige en advocaat van de Faunabescherming: “Ze hebben een heel slimme tactiek gebruikt. Toen wij naar de rechter stapten, hebben ze ons eerst naar de verkeerde rechter gestuurd. Vervolgens hebben ze veel te laat inhoudelijk gereageerd. En nu zeggen ze: je bent geen belanghebbende meer, omdat de subsidietermijn inmiddels is verstreken.”
Nicolaï spreekt van “onbehoorlijk bestuur”. “Dit is gewoon piepelen om de koning uit de wind te houden. Het is een belachelijke manier van handelen. Het doel: de boel traineren zodat de koning gewoon zijn gang kan gaan.”
Hoogleraar staats- en bestuursrecht, Wim Voermans: “Het ziet ernaar uit dat dit in strijd is met het ‘fair play’-beginsel. Dat rechtsbeginsel houdt in dat de overheid eerlijk spel moet spelen, ook bij de bezwaarschriftprocedure. Dat lijkt hier niet gebeurd en daar zal de bestuursrechter in beroep zeker naar willen kijken”, aldus Voermans.
Begin 2020 blijkt uit de Zembla-uitzending ‘Koninklijke constructies’ dat de 4,7 miljoen euro aan subsidie die de koning krijgt voor het beheer van het Kroondomein, onrechtmatig wordt verleend. Een belangrijke voorwaarde voor de subsidie is dat het gebied minstens 358 dagen per jaar opengesteld moet zijn voor het publiek. De koning was hier, zonder enige onderbouwing, van vrijgesteld.
De Faunabescherming vindt dat Het Kroondomein het hele jaar open moet en dat de miljoenen aan subsidies die ten onrechte zijn verleend moeten worden terugbetaald en dient daarom in april 2020 een bezwaar in tegen de subsidiebeschikking voor het Kroondomein.
Het ministerie heeft volgens de wet zes weken de tijd om een beslissing te nemen over een bezwaarprocedure, maar neemt daar 5 maanden voor. In september 2020 wijst het ministerie het bezwaar af en vermeldt daarbij dat de Faunabescherming in beroep kan gaan tegen het besluit bij de rechtbank van Amsterdam.
Dat doet de Faunabescherming. Maar het ministerie had hen naar de verkeerde rechterlijke instantie gestuurd. De rechtbank is niet bevoegd en verwijst de zaak in december door naar het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Dat vertraagt de zaak opnieuw met vier maanden.
Begin deze maand stuurt het ministerie een brief waarin ze schrijft dat de Faunabescherming geen “procesbelang” meer heeft omdat het jachtseizoen en de afsluiting van 15 september tot 25 december 2021 inmiddels achter de rug is en de subsidiebeschikking inmiddels niet meer geldt.
Bestuurder van de Faunabescherming, Niko Koffeman: “Dit is toch echt de Rutte-doctrine in optima forma. Het zijn dezelfde vertragingstactieken als in al die andere gevoelige dossiers. Regeren is vooruitzien, luidt het spreekwoord, maar dit is: regeren is vooruitschuiven. De minister gedraagt zich als lakei van de koning.”
Volgens hoogleraar Voermans overschrijdt de overheid in veel meer dossiers de termijnen. “Het lijkt erop dat dit strategisch gebeurt. Dat is heel kwalijk, maar de overheid komt er in heel veel gevallen gewoon mee weg door te zeggen dat ze geen capaciteit hadden, of iets niet zo snel konden voorbereiden of vinden. Voor burgers gelden dit soort excuses eigenlijk nooit. Die worden bikkelhard aan termijnen en volledigheid van dossiers gehouden.”
Door alle vertraging wordt de zaak pas vrijdag 18 februari in Den Haag behandeld. “Die behandeling zou, als de minister niet de rechtsgang door vertraging en onjuiste voorlichting zou hebben gefrustreerd, een jaar eerder hebben plaatsgevonden. Dus nog ruimschoots voor het jachtseizoen 2021”, zegt de Faunabescherming.
Het ministerie kwam kort na onze publicatie met een reactie en spreekt van een situatie die niet helemaal goed is gegaan en niet voldoet "aan de verwachtingen omtrent een nieuwe bestuurscultuur". Lees de volledige reactie hieronder:
"Ondergenoemde procedure is niet helemaal goed gegaan. LNV heeft wel vraagtekens bij het procesbelang, gezien de stand van zaken nu. Deze gang van zaken beantwoordt mogelijk niet aan de verwachtingen omtrent een nieuwe bestuurscultuur, maar met behulp van onderstaand feitenrelaas is LNV wel transparant over hoe e.e.a. is gelopen.
T.a.v. de bezwaarprocedure: op 2 maart 2020 heeft Stichting De Faunabescherming het bezwaarschrift ingediend. Op 22 juni 2020 verstreek de beslistermijn. In de beslissing op bezwaar van 14 september 2020 heeft de toenmalige minister van LNV zich verontschuldigd voor deze termijnoverschrijding.
In de beslissing op bezwaar is per abuis opgenomen dat beroep kon worden ingesteld bij de rechtbank Amsterdam. De subsidie is gebaseerd op de Kaderwet EZ-subsidies. Dit betekent dat een beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) moet worden ingediend. LNV heeft op 20 oktober 2020 bericht van de rechtbank Amsterdam ontvangen dat Stichting De Faunabescherming beroep had ingediend bij de rechtbank. Op 11 december 2020 is de rechtbank door LNV geïnformeerd dat niet de rechtbank, maar het CBb bevoegd is. LNV heeft de rechtbank verzocht om het beroep aan het CBb door te zenden. Het beroep is hierna bij het CBb in behandeling genomen.
Bij brief van 4 mei 2021 heeft het CBb verweerder in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen. (Het indienen van een verweerschrift is niet verplicht). Een verweerschrift moet uiterlijk 10 dagen voor de zitting worden ingediend. Op 25 augustus 2021 heeft RVO namens LNV het verweer ingediend, nog voor een zittingsdatum was vastgesteld. Het CBb heeft lange wachttijden momenteel. Daar heeft LNV geen invloed op, maar is er wel mede oorzaak van dat het bezwaar nu niet meer relevant is.
Gelet op de recente ontwikkelingen (de subsidieperiode is afgelopen en de nieuwe voorwaarden zijn in lijn met wat Stichting De Faunabescherming beoogt) rijst de vraag of er in deze procedure nog procesbelang is. Wie beroep wil instellen tegen een besluit, moet namelijk niet alleen belanghebbende zijn, maar ook beschikken over een ‘procesbelang’. Degene die beroep instelt, moet het daarmee door hem beoogde doel kunnen bereiken, en het bereiken van dat doel moet feitelijke betekenis hebben. Het procesbelang kan door zowel feitelijke als juridische ontwikkelingen verloren gaan. De rechter onderzoekt wat betrokkene met het beroep wil en kan bereiken. In een aanvullend verweerschrift van 3 februari 2022 (tot tien dagen vóór de zitting kunnen nadere stukken worden ingediend) heeft RVO namens LNV erop gewezen dat het procesbelang -volgens LNV- gelet op de recente ontwikkelingen is komen te vervallen."
Kijk Zembla Kort over Kroondomein Het Loo:
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.