Minister Schouten roept banken op verantwoordelijkheid te nemen bij omslag naar kringlooplandbouw
05-05-2021
•
leestijd 4 minuten
•
2440 keer bekeken
•
De Rabobank heeft samen met alle andere betrokken partijen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de structurele omslag naar “een meer volhoudbaar landbouwsysteem”. “Geen enkele partij, ook niet de financiële instellingen, kan zich daaraan onttrekken”, dat zegt minister Schouten in antwoord op Kamervragen van Partij voor de Dieren en GroenLinks naar aanleiding van de Zembla-uitzending ‘Het excuus van de Boerenleenbank’.
Zo’n 85 procent van de Nederlandse boeren en tuinders is klant bij de Rabobank. In de Zembla-uitzending erkent Rabobank als grootfinancier van het huidige systeem voor het eerst medeverantwoordelijk te zijn voor problemen veroorzaakt door intensieve landbouw.
De problemen zijn groot. Door overmatig gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, steeds meer dieren en hogere opbrengsten per hectare, zijn veel bodemorganismen, bestuivende insecten en weidevogels uit het boerenlandschap verdwenen. De landbouw, vooral de intensieve veeteelt, is een grote bron van stikstofuitstoot. Dierenwelzijn staat al jaren onder druk. Op veel plekken neemt de bodemvruchtbaarheid af.
Enorme bedragen in huidige landbouw
Bas Rüter, directeur duurzaamheid van de Rabobank, zei tegen Zembla dat de bank de ambitie heeft om het landbouw- en voedingssysteem te verduurzamen. Dat zou een enorme omslag betekenen, want de Rabobank heeft tot nu toe enorme bedragen geïnvesteerd in het huidige landbouwsysteem. In totaal heeft de bank dertig miljard euro geïnvesteerd in de Nederlandse landbouw en nog eens 70 miljard in landbouw buiten Nederland. In Nederland heeft Rabobank zo’n 3 procent van die 30 miljard euro geïnvesteerd in biologische landbouw. In totaal is het aandeel van de Nederlandse landbouw dat biologisch is slechts 3,8 procent.
De doelstelling van de EU is dat 25 procent van de landbouw in de EU biologisch wordt. “Gelet op het huidige areaal van circa 3,8 procent is de doelstelling van de EU voor Nederland ambitieus”, zegt de minister. Schouten zegt dat het kabinet desondanks inzet op een transitie naar kringlooplandbouw “en de omschakeling naar biologische landbouw is daar een onderdeel van.”
Hard ingrijpen met bindende wet- en regelgeving wil ze echter nog niet. “Ik reken er in eerste instantie op dat de financiële sector zijn verantwoordelijkheid neemt in de omslag naar een meer duurzaam landbouwsysteem. Ik zie momenteel al wel ontwikkelingen in de financiële sector die bij kunnen dragen aan verduurzaming, onder andere van de landbouwsector.”
Omschakeling naar biologische landbouw daalt
Ondanks deze ontwikkelingen, blijkt in Zembla dat meerdere boeren die bij de Rabobank aankloppen omdat ze willen omschakelen naar biologische landbouw, geen hulp krijgen. En dat gebeurt ook bij andere banken. In totaal werken nu 2.115 boeren in Nederland biologisch, op een totaal van ruim 53.000 landbouwbedrijven. Het aantal boeren dat omschakelt, daalt al vier jaar achter elkaar, blijkt uit cijfers van Skal, de certificeringsorganisatie voor de biologische landbouw.
De Rabobank houdt niet bij hoe vaak financiering voor de omschakeling naar biologisch wordt afgewezen. “Het kan zeker dat iemand met een duurzaam plan zijn financiering niet rond krijgt, als het niet kan op de economische parameters”, zegt Rüter. “Laten we reëel zijn, het is niet veel geld verdienen op dit moment in de Nederlandse landbouw. Vaak is het zo dat de transformatie naar biologisch bijvoorbeeld leidt tot minder koeien per hectare en minder liter en als gevolg daarvan minder saldo en dan vaak ook nog de wens om minder koeien te hebben. En als je dat bij elkaar optelt, dan kan het vaak niet uit.”
ABN Amro gaf een soortgelijke reactie aan Zembla: “Duurzaamheid is een belangrijk onderdeel van de strategie van ABN AMRO. Maar er is helaas niet altijd genoeg ruimte in deze specifieke markt. Soms kan een investering uit en soms niet.”
Goodwill van banken
Ondanks deze situaties, lijkt Schouten voorlopig toch nog uit te gaan van de goodwill van de banken. Over de afgewezen omschakelplannen van boeren zegt ze wel: “Ik vind het zorgelijk wanneer er bedrijven zijn die hun financiering ondanks veel inspanning niet via hun bank geregeld krijgen, maar via andere financiering wel rendabel geëxploiteerd blijken te kunnen worden. Ik roep financiële instellingen op hun verantwoordelijkheid te nemen om deze problematiek te voorkomen.”
De minister heeft naar aanleiding van een aangenomen Kamermotie gevraagd aan de Sociaal Economische Raad om een verkenning uit te voeren of er afspraken zijn te maken “met het oog op een langjarig economisch en ecologisch duurzaam toekomstperspectief voor de landbouwsector. De mogelijkheid voor boeren om te investeren in een toekomstgericht bedrijfsmodel is een van de onderwerpen uit deze motie.”
Omschakelprogramma duurzame landbouw
Schouten denkt daarnaast dat het omschakelprogramma voor duurzame landbouw van de overheid veel belemmeringen weg gaat nemen. Het programma bestaat uit een investeringsfonds van 70 miljoen euro. Als een bank de omschakeling van een boerenbedrijf naar duurzaam te risicovol vindt, dan verstrekt de overheid vanuit het programma een subsidie aan de boer via het zogeheten Nationaal Groenfonds. Het programma gaat geheel uit van de vrijwilligheid van agrariërs.
Boeren die de subsidie aanvragen, moeten in hun bedrijfsplannen specifiek aangeven hoe de omschakeling daadwerkelijk gaat bijdragen aan de verschillende gewenste doelen op stikstofemissie, klimaat, biodiversiteit en dierenwelzijn. Het Nationaal Groenfonds zal volgens de minister starten met een eerste pilot van het Investeringsfonds van tien miljoen euro. “Met deze eerste landsbrede pilot wil ik ervaring opdoen met toetsingscriteria en het sturen op doelen. Ook wil ik toetsen of het fonds aan de verwachtingen voldoet en de gewenste omschakeling op gang brengt, alvorens een definitief investeringsfonds in te richten”, aldus Schouten. De pilot van het Investeringsfonds wordt naar verwachting later dit voorjaar opengesteld.