Het aantal Nederlandse musici bij de conservatoria en bij orkesten in ons land is fors afgenomen. Door het verdwijnen van de muziekscholen vindt talent geen weg meer en loopt ook de kennis van de muziektheorie bij de Nederlandse studenten achter. Dat blijkt uit onderzoek van Zembla.
Nederland heeft tien Hogescholen met hoger muziekonderwijs, de vroegere conservatoria. Daarvan bieden er zeven de masteropleiding Muziek aan die een student opleidt tot uitvoerend musicus. Zembla heeft de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) gevraagd hoeveel Nederlandse en buitenlandse studenten zijn toegelaten tot deze opleidingen.
Daaruit blijkt dat In het studiejaar 2006-2007 gemiddeld 52 procent Nederlandse studenten de masteropleiding Muziek hebben gevolgd. In het studiejaar 2020-2021 is dat nog slechts 37 procent. Omdat er vóór 2006 geen betrouwbare registratie van de nationaliteit van studenten plaatsvond, is over die periode volgens DUO niet goed te zeggen of een student Nederlands of internationaal was.
Een aantal conservatoria heeft een relatief laag aandeel Nederlandse masterstudenten. Zo bestaat de studentenpopulatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten in het studiejaar 2020-2021 voor 21 procent uit Nederlanders. In 2006-2007 was dat nog 50 procent.
Ook bij de conservatoria in Rotterdam, Den Haag en Maastricht is het aantal Nederlandse masterstudenten fors afgenomen, respectievelijk naar 30%, 19% en 11%. In het studiejaar 2006-2007 lag dat in Rotterdam nog op 42%, in Den Haag op 37% en in Maastricht op 33% Nederlandse studenten.
Volgens George Wiegel, directeur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest neemt vooral de aanwas van Nederlandse blazers af: “Historisch was het Rotterdams Philharmonisch beroemd om zijn Nederlandse blazers. Het Concertgebouworkest was beroemd om zijn Nederlandse blazers.”
Op het topniveau, zoals bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, verliezen Nederlandse musici de concurrentiestrijd van de buitenlanders, zegt Wiegel: “Als je nu kijkt naar de bemanning van die orkesten, is het echt niet meer zo Nederlands. “
Op verzoek van Zembla heeft branchevereniging Cultuurconnectie onderzocht hoeveel vrijgevestigde muziekscholen er zijn. Dat wordt pas sinds 2007 bijgehouden. In dat jaar waren er dat nog maar 108. Daarvan zijn er nu slechts 12 over. In sommige gemeentes zijn de muziekscholen opgegaan in de zogenoemde centra voor de kunsten. Daarvan zijn er nu in Nederland nog 98.
Volgens Wiegel zegt de teloorgang van de muziekscholen iets over hoe er in Nederland met cultuur wordt omgegaan. “Je ziet natuurlijk, dat als er minder Nederlanders instrumenten gaan spelen, dat in de Nederlandse cultuur het één en ander gaat verdwijnen. Dat is een soort gevolg van beleid, waar niet heel goed over nagedacht is als je de muziekscholen laat verpauperen of opheft. Dat je je eigen bevolking tekort gaat doen.”
Aankomende studenten mogen pas na een strenge voorselectie auditie doen bij het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Uiteindelijk wordt slechts één op de tien toegelaten. Hoewel altijd al een deel van de conservatoriumstudenten uit het buitenland kwam, ziet directeur Henk van der Meulen een verandering: “We zien minder aanwas van Nederlandse studenten. De aantallen zijn naar beneden gegaan en het niveau is naar beneden gegaan ten opzichte van de buitenlandse studenten die zich hier aanmelden.”
Ook Van der Meulen wijt de afname van Nederlandse musici aan het verdwijnen van de muziekscholen in ons land. Volgens hem loopt vooral de kennis van de muziektheorie bij de Nederlandse studenten achter bij de buitenlandse studenten. “Dus dat je weet wat je hoort, het kan benoemen, dat je van blad kan zingen, dat je verstand hebt van akkoorden, dat je een stukje makkelijk kan analyseren en plaatsen,” aldus Van der Meulen.
Niet alleen omwille van de gevolgen voor het muzikaal niveau betreurt Van der Meulen de teloorgang van de muziekscholen: “Vroeger waren er veel kinderen die niet uit een muzikaal milieu kwamen. Die konden naar een muziekschool gaan, een instrument lenen. En die kregen dan door die lessen, die dan ook betaalbaar of gesubsidieerd waren, de kans om die latente passie ook echt te ontwikkelen. Dat is nu tegenwoordig veel lastiger geworden. Je ziet maar weinig kinderen hier, of jonge studenten zich aanmelden, uit een milieu waar muziek eigenlijk helemaal geen rol speelde.”
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.