Ruim honderd veteranen van Dutchbat III hebben zich gemeld voor een claim tegen de Nederlandse staat, omdat ze op een ,,onmogelijke missie'' zouden zijn gestuurd. Onder hen is ook een aantal leidinggevenden.
Dat hebben de advocaten Michael Ruperti en Klaas Arjen Krikke laten weten. In juli werd al bekend dat twaalf veteranen van Dutchbat III de Staat aansprakelijk hadden gesteld.
De militairen van Dutchbat III die in VN-verband opereerden, waren in 1995 in de Bosnische enclave Srebrenica om de Serven af te schrikken door hun aanwezigheid. Maar de VN konden niet voorkomen dat uiteindelijk bijna 8400 moslimmannen en -jongens werden vermoord door de Serven.
Volgens de advocaten is Dutchbat III ruim twintig jaar verantwoordelijk gehouden voor het falen van de missie, omdat de regering nadien onvoldoende heeft erkend dat het bataljon willens en wetens op een onuitvoerbare missie werd gestuurd.
Minister Jeanine Hennis (Defensie)
erkende
onlangs
nog eens tijdens Veteranendag dat het een opdracht was ,,die - reeds op voorhand - onuitvoerbaar was''. Advocaat van de twaalf veteranen Michael Ruperti: '
Dutchbat werd op een kansloze missie gestuurd zonder adequaat te zijn voorbereid, zonder voldoende middelen en capaciteiten en met een zwakke informatiepositie.
’
Veteranen zouden hierdoor jaren later nog onherstelbare schade op sociaal, emotioneel en financieel gebied ondervinden. De advocaten vinden dat de huidige interne regelingen bij defensie om de veteranen te compenseren in deze zaak niet voldoen. Ze gaan in gesprek met Defensie.