De Raad van State heeftopnieuw uitspraak gedaan over de verantwoordelijkheid van gemeenten om te handhaven op en rond sportvelden met rubbergranulaat. Deze korrels en de stoffen die uit de korrels in de bodem en het water terechtkomen, zijn bewezen schadelijk. De rechter deed deze week uitspraak in het hoger beroep van Stichting InStrepitus tegen de gemeenten Zwolle, Katwijk, Putten en Ermelo.
Putten, Ermelo en Zwolle moeten gaan handhaven bij sportverenigingen die niet alle benodigde maatregelen nemen tegen de verspreiding van rubbergranulaat van hun kunstgrasvelden. In Katwijk zijn de maatregelen op orde, maar is meer onderzoek naar bodemverontreiniging nodig.
Het gebruik van rubberkorrels op kunstgrasvelden is in principe toegestaan, maar wel op voorwaarde dat de gemeente passende maatregelen neemt om bodemverontreiniging te voorkomen. Dat gebeurt niet altijd goed, aldus stichting Instrepitus.
Handhaven kan door bijvoorbeeld een dwangsom op te leggen aan een eigenaar van een kunstgrasveld die niet de juiste maatregelen neemt die nodig zijn om milieuverontreiniging te voorkomen. Of bijvoorbeeld door te verplichten om vervuilde bodem onder en rond een veld te saneren.
De rubberkorrels op kunstgrasvelden worden gemaakt van vermalen, oude autobanden. Gemiddeld bevat elk veld met rubberkorrels zo’n 20 duizend banden. Daarin zitten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu, waaronder kobalt, zink en zogenoemde PAK’s.
Zorgen over het milieu kwamen in een stroomversnelling na de Zembla-uitzending ‘Tot op de bodem’ uit 2017. Daarin blijkt dat de milieuvervuilende stoffen vrijkomen uit de rubberkorrels en terecht kunnen komen in de berm langs een veld, de bodem en in het water. Ook blijkt op veel plekken onder de kunstgrasmatten sprake te zijn van bodemverontreiniging.
Stichting InStrepitus is een initiatief van ouders die zich zorgen maakten over de gezondheidsrisico’s van de kankerverwekkende stoffen in de rubberkorrels. Ze richten zich op overtreding van de milieuregels door gemeenten. InStrepitus bezocht daarom tientallen sportvelden in heel Nederland en legde de situatie vast. Daarna deed de stichting handhavingsverzoeken bij de betreffende gemeenten. Omdat die niet altijd werden uitgevoerd, stapte de stichting naar de rechter.
Zwolle, Katwijk, Putten en Ermelo moeten nu van de Raad van State opnieuw een besluit nemen over de handhavingsverzoeken die de stichting indiende. Eerder werd dat rechterlijk besluit al genomen voor de gemeenten Tilburg, Ede, Leeuwarden, Alphen aan den Rijn en Bergen op Zoom. Meer zaken tegen gemeenten dienen binnenkort.
Kijk hier de Zembla-uitzending Tot op de bodem:
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.