Maxima Medisch Centrum verzwijgt calamiteit voor Inspectie
01-06-2016
•
leestijd 5 minuten
•
136 keer bekeken
•
Wat als een chirurg tegen u zegt: u heeft kanker, ik moet u opereren? Wat als achteraf blijkt dat u helemaal geen kanker had? Dat de operatie voor niks is geweest. Maar dat u nu wel de rest van uw leven medicijnen moet slikken. Wat als u eigenlijk gezond het ziekenhuis in gaat, maar er ziek uit komt? Wat als u er achter komt dat het ziekenhuis dit verzwijgt voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg? Dit is het verhaal van Anuschka van Dijck (51 jaar).
'Het is schildklierkanker met uitzaaiingen naar de lymfeklieren.'
Anuschka van Dijck voelt dat er een knobbeltje in haar hals zit. Ze vertrouwt het niet en gaat naar het ziekenhuis. Het is dan eind 2012. Er wordt een punctie genomen. Daarna heeft ze een afspraak bij de chirurg, dokter R.. Die bevestigt haar bange vermoeden.
'Hij zei: ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws'
Van Dijck vindt ‘t heel spannend. Want een operatie heeft grote gevolgen: ze zal haar leven lang medicijnen moeten slikken. En ze krijgt een groot litteken in haar nek. Ook is er kans op complicaties: er lopen belangrijke zenuwen en andere vitale structuren in het operatiegebied. Ze vraagt of het nog zinvol is om voor een second opinion naar een ander ziekenhuis te gaan. “Maar de dokter zei dat dit weinig zou toevoegen.” Alle informatie is immers aanwezig. Een operatie is noodzakelijk. En dus gaat Van Dijck op 28 februari 2013 onder het mes: de chirurg verwijdert haar schildklier. Ze houdt er naast een gehavende hals, ook een hangende mondhoek aan over. Maar goed, alles beter dan kanker, denkt ze op dat moment.
Wat Anuschka van Dijck nog niet weet, is dat vlak na de operatie de patholoog tijdens het weefselonderzoek een schokkende ontdekking doet. Op 1 maart doet-ie verslag: van een zogeheten schildkliercarcinoom is geen sprake. Daar komt de patiënt pas twee weken later achter, als ze weer een afspraak heeft met de chirurg. Het wordt een surreëel gesprek.
'Ik vertrouw geen ziekenhuis meer. Dat is heel erg. Ook heel erg eng.'
Excuses? Nee, die maakt de chirurg niet, zo vertelt Van Dijck. “Hij wijst meteen naar de patholoog. Die had volgens de arts duidelijker moeten aangeven dat er nog twijfel bestond en dat de diagnose niet honderd procent zeker was.” Maar wanneer Van Dijck haar dossier opvraagt, leest ze dat de patholoog die twijfels juist wél heeft benoemd. De puncties gaven geen uitsluitsel. Hij wilde meer zekerheid, voordat er geopereerd zou gaan worden. Daarom stelt hij in zijn verslag voor om eerst meer onderzoek te doen. De laatste zin laat aan duidelijkheid niets te wensen over: “Is een diagnostische excisie mogelijk voor meer zekerheid?”
Die brief heeft Van Dijck voor de operatie nooit onder ogen gekregen. En dat vindt ze heel erg. Want dan was ze nooit akkoord gegaan.
Iedereen kan een fout maken, ook een dokter. Sterker nog: het is onvermijdelijk dat er weleens dingen misgaan. Het is dan zaak om van die fouten te leren. Daarom is een ziekenhuis verplicht om de Inspectie voor de Gezondheidszorg te melden wanneer er iets ergs is gebeurd, oftewel een calamiteit heeft plaatsgevonden.
Maar wanneer is iets een calamiteit? De wet zegt het zo: “Een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en die tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt of cliënt van de instelling heeft geleid.”
Voor niks een orgaan kwijt, een leven lang medicijnen slikken, een groot litteken, een scheve mond. Tamelijk ernstig allemaal. Toch meldt het ziekenhuis de calamiteit niet bij de Inspectie.
Frank en Anuschka zijn verbijsterd. Waarom doet het ziekenhuis geen onderzoek? Waarom wordt de Inspectie niet op de hoogte gebracht? “Ik vond het zo arrogant. De chirurg heeft letterlijk tegen ons gezegd: ‘Ik zou het zo weer doen.’ Hij zegt ook dat hij het achteraf allemaal nog een keer met de patholoog heeft doorgesproken. En dat de fout niet bij hem lag. Maar hij liegt. Daar ben ik van overtuigd. Ik heb de patholoog namelijk nog gebeld. Die man is er ook kapot van, toen hij hoorde dat de schildklier er toch was uitgehaald, zonder verder onderzoek.” Maar waarom zou de arts daarover liegen? De arts wil er tegenover ZEMBLA niks over zeggen, maar voor Anuschka staat het vast: “Gewoon om zijn straatje schoon te vegen. En het ziekenhuis dekt hem daarin.”
Het echtpaar besluit zelf op onderzoek uit te gaan. Ze spellen alle verslagen, doen navraag. Wat helpt, is dat ze alle gesprekken met de chirurg op band hebben. Ze weten dus precies wat er gezegd is. Dan waarschuwen ze de Inspectie. Die neemt de melding serieus.
De Inspectie concludeert dat het ziekenhuis de calamiteit had moeten melden. De Inspectie verwijt de chirurg dat hij niet heeft gehandeld volgens de landelijke richtlijnen en dat hij niet het advies heeft opgevolgd van de patholoog om extra onderzoek te doen. Er was ook onvoldoende nazorg voor de patiënt. De Inspectie wil dat de arts voor het Medisch Tuchtcollege in Eindhoven verschijnt. ZEMBLA is aanwezig tijdens de behandeling van de zaak. Alleen een korte verklaring van de voorzitter van het tuchtcollege mag worden uitgezonden:
Op 25 januari van dit jaar doet het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg uitspraak: De klacht van de Inspectie is voor het grootste deel gegrond. De verweerder, zoals de arts in de uitspraak wordt genoemd, krijgt een waarschuwing: “De conclusie moet luiden dat verweerder uitging van zekerheden, waar hij nog had behoren te twijfelen gezien de twijfel over de zekerheid van de PA diagnose en mede gezien de echo uitslagen, die de twijfel rondom de PA uitslagen hadden moeten versterken. Hij heeft daardoor niet geheel gehandeld conform (de strekking van) de richtlijn, die beoogt een zo groot mogelijke zekerheid van maligniteit te verkrijgen.”
De arts wil geen commentaar geven. Ook het Maxima Medisch Centrum geeft geen interview. In een mail schrijft de woordvoerder:
“De gedachten van ons ziekenhuis gaan in de eerste plaats uit naar patiënte, die moet leven met de belastende gevolgen van een behandeling die niet de juiste was. Wij betreuren dit ten zeerste. Máxima Medisch Centrum heeft hier oprechte excuses voor aangeboden.
Het betrof hier een complexe situatie, waar vele deskundigen zich over hebben gebogen. Ons ziekenhuis heeft indertijd een achteraf onjuiste afweging gemaakt om deze zaak niet te melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Ook hiervoor hebben wij onze excuses aangeboden.
Máxima Medisch Centrum is een transparant ziekenhuis, dat complicaties laagdrempelig bespreekt en grote waarde hecht aan openheid en toetsbaarheid. Deze zaak heeft ons geleerd om in complexe gevallen ons handelen voortaan nog eerder te laten toetsen door de Inspectie.”
Anuschka van Dijck vindt de excuses van het ziekenhuis ‘mosterd na de maaltijd’: “Ik heb alles zelf in gang moeten zetten. Als ik niet naar de Inspectie was gegaan, waren die excuses er nooit gekomen.” Dat de arts er met een waarschuwing van af komt, vindt ze pijnlijk. “Hij komt wel erg makkelijk weg met deze amputatie en verminking.” Van Dijck heeft het ziekenhuis aansprakelijk gesteld.