Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Long covid verwoestte de levens van Ronald-Jan en Bertine: ‘We zijn ons vertrouwen in de regering kwijt’

11-05-2023
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
15219 keer bekeken
  •  
MicrosoftTeams-image (15)

Ze zijn gelukkig getrouwd, hebben gezonde jonge kinderen en doen werk dat ze leuk vinden. Dan krijgen ze kort na elkaar long covid. Een nieuwe ziekte, waarover de medische wereld nog in het duister tast. Bij het UWV stuit het echtpaar op wantrouwen en willekeur. Een gesprek over verwoeste loopbanen, levens en lichamen. 

Door Jeroen Pen

Toen bleek dat hun eerste kind op komst was, waren Bertine (46) en Ronald-Jan van den Belt (51) er snel uit. Gelijke monniken, gelijke kappen, werd het adagium. Ze spraken af zorg en huishouden zo eerlijk mogelijk te verdelen, en in tegenstelling tot de meeste andere jonge ouders in Nederland slagen ze er nog in ook. Dat ze minder moeten gaan werken, vindt geen van beide erg. Tegen de tijd dat het tweede kind zich aandient is Ronald-Jan nog 24 uur per week in loondienst, en Bertine 18 uur.

Ze zijn verknocht aan hun baan in de zorg, leerden elkaar notabene kennen als collega’s, de vonk sloeg over op de werkvloer. Maar nog meer verknocht zijn ze aan hun gezin, en aan het leventje dat ze opbouwden in dichtbebost Ermelo. Hier, op een steenworp van een trits forse villa’s, in een eerder sereen dan drukbevolkt bungalowpark, wonen ze sinds 2006 in hun eigen bungalow. Niet groot, wel groen. Tijdens het interview komt zo nu en dan een kind aanrennen, om na een kort intermezzo weer te verdwijnen achter een struik, boom of heg. De oudste is inmiddels tien, de jongste zes.

Voor Ronald-Jan en Bertine is dit een idylle, althans, dat was het tot het noodlot toesloeg, inmiddels dik drie jaar geleden. Het was maart 2020, de week waarin premier Rutte de bevolking sommeerde elkaar voortaan te begroeten met een ellenboogstoot, om vervolgens voor het oog van de natie toch iemand de hand te schudden.

Zij is werkzaam als activiteitenbegeleidster in de gehandicaptenzorg, hij is arbeidstrainer in de gehandicaptenzorg.

Ronald-Jan krijgt eerst corona, Bertine een paar dagen later. Veel kennis over het virus is er nog niet, al staan schrikbarende journaalbeelden uit China en Italië bij iedereen op het netvlies gebrand. De twee Gelderlanders zetten zich schrap. Even vrezen ze voor hun leven.

Fiets van een van de kinderen, achter de bungalow

Op verzoek zijn Ronald-Jan en Bertine niet herkenbaar gefotografeerd.

“Vroeger”, vertelt Ronald-Jan, “kon ik doen wat ik wilde. Nu moet ik overal eerst over nadenken. Want als ik nu een uur iets ga doen, of het nu boodschappen of een balletje trappen met de kinderen is, dan ben ik de rest van de dag tot weinig meer in staat. Van huis uit ben ik helemaal geen planner, maar ik moet zuinig omspringen met het kleine beetje energie dat ik heb. Spontaniteit bestaat niet meer.”

Terwijl andere covidpatiënten uit de omgeving langzaam opkikkeren, verslechtert de situatie van de voorheen vitale ouders. Nieuwe kwalen dienen zich aan: concentratieproblemen, geheugenverlies, black-outs. In de supermarkt staat Ronald-Jan steeds vaker met een diepe frons voor een schap. Waar was hij ook alweer naar op zoek? Meestal herinnert hij zich minuten later pas wat hij ook alweer kwam kopen. Het boodschappenbriefje in zijn broekzak is hij dan eveneens vergeten. Soms heeft het peinzen geen zin. Dan schiet hem pas thuis te binnen welke boodschappen hij moest halen.

Noodgedwongen melden ze zich ziek, waarna ze zoals gebruikelijk het eerste jaar doorbetaald krijgen en het tweede jaar nog zeventig procent van hun salaris gestort krijgen. Door marginale belastbaarheid blijven pogingen om weer aan de slag te gaan uit. Gelukkig geeft de werkgever van Ronald-Jan en Bertine gehoor aan hun noodkreet en schiet te hulp met een financiële aanvulling op het loon. Sowieso zijn ze blij met de manier waarop hun managers en collega’s met de situatie zijn omgesprongen. Geen kwaad woord over hun werkgever wat dat betreft.

Willekeur en wantrouwen

Langdurig zieken krijgen in de eerste twee jaar te maken met twee zogeheten sporen, bedoeld om ze voor zover mogelijk te laten re-integreren op de werkvloer. Het eerste spoor verkent of het mogelijk is om terug te keren bij de huidige werkgever, vaak in een andere rol, met andere taken, verantwoordelijkheden en tijden. Lukt dit niet, dan volgt spoor twee, een traject waarbij de huidige werkgever met de zieke op zoek gaat naar passend werk bij een ander bedrijf of instelling.

Hoewel over long covid nog weinig bekend is, zijn ze in eerste instantie ook tevreden over de zorg en begeleiding die ze krijgen. Twee jaar lang monitoren huisartsen, bedrijfsartsen, longartsen en arbeidsdeskundigen de gezondheid van het echtpaar. Hun conclusie is zo goed als unaniem, zegt Bertine: “Hoe graag we het ook zouden willen, we zijn bij lange na niet in staat om weer te gaan werken.”

Na twee jaar vervalt het salaris van de oud-werkgever, en moet je als langdurig zieke een WIA-uitkering aanvragen bij het UWV. Daarna moet hij op gesprek, een zogeheten medische keuring, bij een UWV-arts. Die bepaalt op basis van deze ontmoeting en het dossier in hoeverre iemand arbeidsongeschikt is. Veel hangt dus af van het oordeel van één individu. Te veel, als je het Ronald-Jan en Bertine vraagt.

Want hoewel ze min of meer tegelijk ziek werden, dezelfde symptomen hebben en allebei gebukt gaan onder long covid, wordt de één bijna volledig afgekeurd en de ander gesommeerd weer aan het werk te gaan. De Ermeloërs zijn stellig: dit is willekeur.

Bertine en Ronald-Jan achter hun woning in Ermelo

Bertine: 'Het gesprek met de UWV-arts leek wel een verhoor'

Ronald-Jan wordt gekeurd door een voormalig huisarts, die zich warm en begripvol opstelt. “Het eerste wat hij zei was: ‘Zo, wat heb jij veel meegemaakt in twee jaar tijd, het is vast erg zwaar voor je geweest.’ Dat emotioneerde me. We proberen niet negatief te doen om de kinderen te ontzien, maar het is zo zwaar geweest. Over long covid is weinig bekend. Niemand weet hoelang het gaat duren, of ik ooit nog de oude word. Er zat echt iemand tegenover me die eropuit was om mij als patiënt te helpen.”

Hoe anders verloopt het gesprek van Bertine. Ze treft naar eigen zeggen een jonge arts, die gedurende het gesprek nauwelijks opkijkt van haar computerscherm en de indruk wekt een checklist af te werken. Bertine, met tranen in haar ogen: “Het leek wel een verhoor. Alsof ze er steeds op uit was me te ontmaskeren. Mijn hele leven is kapot, ik kan niets meer. Denk je dat ik dit leuk vind?” Volgens Bertine wordt twee jaar aan diagnoses en doktersoordelen uiteindelijk op basis van één gesprek van tafel geschoven. “Ik zat me steeds af te vragen: waar heb ik dit wantrouwen aan verdiend?”

Video: Hoe komt de hoogte van een WIA-uitkering tot stand?

Ronald-Jan wordt voor 80 tot 100 procent afgekeurd, Bertine wordt 37,74 procent afgekeurd. Dat betekent dat Bertine een restverdiencapaciteit heeft. Als ze na twee jaar niet de helft van haar uren werkt, krijgt ze een korting op haar WIA-uitkering, in dit geval 500 tot 600 euro.

Vanaf 35 procent arbeidsongeschiktheid heb je recht op een WIA-uitkering, onder dat percentage acht het UWV je in staat om het werkende leven te hervatten. Daartoe doet de overheidsinstelling een aantal suggesties. Zo zou Bertine met haar profiel bijvoorbeeld telefoonoperator kunnen worden bij een taxibedrijf.

Zelf denkt ze daar anders over. “Ik raak al overprikkeld als ik een paar minuten met een vriend of familielid bel. De hele dag de telefoon opnemen en ritten inplannen? Ik wou dat ik het kon. Helaas houden ze geen rekening met mijn belastbaarheid.” Ze wijst er bovendien op dat een dergelijke baan haar op korte termijn schade oplevert, waardoor haar herstel op lange termijn verder in het geding komt.

Water aan de lippen

Kort daarna dient Bertine een bezwaar in dat wordt afgewezen. Dus bereid ze nu een rechtszaak voor. “Zie ons gewoon. We zijn ziek. We kunnen daar niets aan doen. Het is ons ook maar overkomen. We zijn patiënten, behandel ons ook zo.” De rechtszaak is een laatste noodgreep, want Bertine houdt vol dat ze momenteel niet kan werken en daarmee dreigt het gezin qua inkomsten onder het sociaal minimum te zakken.

Nu kunnen ze nog rondkomen, zegt haar echtgenoot, maar straks niet meer. Binnen een jaar staat het water ze aan de lippen. “Waarom maakt niemand zich hard voor ons,” verzucht Ronald-Jan. “Waarom zulke ingrijpende besluiten nemen met zo weinig kennis? Waarom stelt de regering geen geld beschikbaar voor medisch onderzoek naar long covid?” Bertine vult aan: “Minister Kuipers heeft onlangs gezegd dat corona nu een griepje is. Daarmee is het niet langer een algemeen maatschappelijk probleem, maar een individueel probleem geworden van de coronapatiënt.”

De coronapandemie heeft hun geloof in de politiek geen goed gedaan, zegt Ronald-Jan. “We zijn ons vertrouwen in de overheid kwijtgeraakt. Het UWV is een uitvoeringsinstantie van de regering. Hoe kunnen ze tot zulke rare en verschillende conclusies komen? Die willekeur is een rechtstreekse bedreiging van onze bestaanszekerheid. Het voelt een beetje als David tegen Goliath.”

Bertine knikt.

Na het interview bedankt Ronald-Jan voor het prettige gesprek, maar voegt toe te vrezen dat er een paar dagen overheen gaan voor ze van het gesprek zijn hersteld. Ergens achter hem klinkt het vrolijke gekwetter van de kinderen.

Beide ouders ogen vermoeid.  

***

Duizenden zorgmedewerkers die tijdens het uitbreken van de coronacrisis in de frontlinie stonden, werden zelf ziek en kampen nog steeds met de gevolgen daarvan. In de Zembla-uitzending 'Helden in de Bijstand': een onderzoek naar het Nederlandse arbeidsongeschiktheidsstelsel.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.