De voormalige Nederlandse VN-ambassadeur en voorzitter van het VN-sanctiecommitee tegen Irak, Peter van Walsum, vindt dat een oorlog tegen Irak humaner was geweest dan twaalf jaar sancties. Van Walsum: "Met de jaren ben ik gaan denken dat het beter was geweest als president Bush senior in 1991 had doorgestoten tot Bagdad." Hij doet zijn opmerkelijke uitspraken in de documentaire 'Kanonnenvoer van Saddam'.
Aan de vooravond van een mogelijke nieuwe aanval op Irak vertellen ooggetuigen in 'Kanonnenvoer van Saddam' over hun ervaringen tijdens de vorige opstand tegen Saddam Hoessein. In 1991 riep Bush sr. het Iraakse volk op in het geweer te komen tegen hun leider. De Amerikanen zouden de opstand steunen en Irak bevrijden. Met honderdduizenden gingen de Irakezen de straat op. Eerst in het sji'ietische zuiden, daarna in het Koerdische noorden. Maar in het heetst van de strijd lieten de Amerikanen het afweten en zette Saddam gevechtshelikopters in tegen zijn eigen volk. Gevluchte opstandelingen vertellen in Zembla over wat zij tijdens die opstand meemaakten
.
Stenen
Met gemengde gevoelens wachten de zeventigduizend Irakezen in Nederland de aanval op hun geboorteland af. De meeste Koerden hopen dat hun land zo snel mogelijk wordt bevrijd maar willen vooraf van de Amerikanen wel garanties voor een zekere autonomie. Een uit het zuiden van Irak afkomstige vluchteling zegt dat de Amerikanen bij binnenkomst ook niet op een onthaal met bloemen moeten rekenen. "Stenen zullen ze krijgen.".
Sancties
Toen de Amerikanen zich terugtrokken uit Irak maar Saddam lieten zitten, moesten economische sancties voorkomen dat hij (nog meer) massavernietingswapens zou produceren. Of de sancties effectief zijn geweest, is tot op de dag van vandaag niet duidelijk. Wel is bekend dat vooral de bevolking zwaar is getroffen. De sancties hebben naar schatting 700.000 Irakezen het leven gekost.
Doof voor kritiek
Twee jaar na zijn pensionering komt ook VN-ambassadeur Peter van Walsum dus tot de conclusie dat het regime van Saddam Hoessein in 1991 had moeten verdwijnen in plaats van twaalf jaar sancties. Als voorzitter van het sanctiecomité was hij echter doof voor kritiek. Dit tot grote woede van Denis Halliday die van 1997 tot 1999 verantwoordelijk was voor het Food for Oil-programma.
Dat programma was bedacht om het leed van het Irakese volk te verlichten, maar was zo weinig effectief dat Halliday uit frustratie ontslag nam. Halliday vindt nu dat Van Walsum aangeklaagd zou moeten worden voor genocide op de bevolking van Irak. "Samen met Bush sr. en al die anderen die kinderen lieten sterven door ze voedsel, vaccinaties en medicijnen te onthouden."
Regime-change
Tegenwoordig reist Halliday als vredesactivist de wereld rond en komt hij op diverse congressen ook voormalig wapeninspecteur Scott Ritter tegen. Ritter zegt in Zembla bezorgd te zijn over de werkelijke opdracht van de huidige wapeninspecteurs. Hij vreest dat Bush bij de eerste melding van tegenwerking direct Irak binnenvalt.
In Zembla komt ook Sharif Ali bin al Hussein aan het woord, de neef van de in 1958 vermoorde koning Faisal. Hij kijkt juist halsreikend uit naar de dag dat de aanval begint. Al Hussein zegt in Zembla dat de Amerikaanse regering hem ervan heeft verzekerd dat er snel een 'regime-change' komt. Bin al Hussein vertrouwt erop dat de VS zich aan die belofte houdt. Ondertussen is het INC (Iraqi National Congres) - waarin zes oppositiegroepen samenwerken - flink aan het rekruteren onder gevluchte ex-militairen. Volgens de neef van de koning gaan deze aan het INC gelieerde militairen de grondtroepen vormen op het moment dat Amerika met zijn luchtaanvallen begint.