PvdA-leden Heerts en Wolbert hebben Kamervragen gesteld naar aanleiding van de ZEMBLA-aflevering 'De bewindvoerdersbende'. Ze willen onder andere van de minister Justitie en de staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weten hoe groot de problematiek is van het misbruiken van volmachten door bewindvoerders.
Hieronder staan de vragen van Heerts en Wolbert:
1. Kent u de aankondiging van de uitzending van het Vara tv-programma Zembla ”de bewindvoerdersbende” van zondag 16 november 2008 op zembla.vara.nl?
2. Zijn u, behalve de genoemde gevallen, meer gevallen bekend waarin sprake was van bewindvoerders die hun cliënten benadeeld hebben? Zo ja, om hoeveel gevallen gaat het per jaar? Zo nee, bent u bereid onderzoek te laten verrichten naar de aard en de omvang van deze problematiek?
3. De kantonrechter kan te allen tijde de bewindvoerder “ten verhore doen oproepen”. Bij die gelegenheid moet de bewindvoerder de door de kantonrechter gewenste inlichtingen verstrekken (Boek 1, art 436 lid 5 BW). Hoe vaak wordt een bewindvoerder daadwerkelijk door de kantonrechter opgeroepen? Leent dit moment zich voor controle van de bewindvoerder?
4. Behoort tot de “gewichtige redenen” uit artikel 448 Boek 1 BW op grond waarvan de kantonrechter de bewindvoerder kan ontslaan, ook het voeren van een malafide bewindvoering? Zo ja, hoe vaak wordt een bewindvoerder om die reden ontslagen? Zo nee, wat zijn dan wel “gewichtige redenen”?
5. Hoe groot is de problematiek van het misbruiken van volmachten? Welke maatregelen bent u voornemens tegen dit misbruik te nemen?
6. Hoe verhoudt onderbewindstelling zich tot volmachtverlening als het gaat om de bescherming van de cliënt tegen financiële malversaties van de bewindvoerder cq. de volmachthouder?
7. Is het door kantonrechter Groen gestelde dat degene die onder bewind staat in feite zelf de bewindvoerder moet controleren juist? Zo ja, deelt u dan de mening dat het zeer onwenselijk is dat juist deze kwetsbare groep van onderbewindgestelden deze controle moet uitoefenen? Zo nee, hoe is het toezicht op bewindvoerders dan wel geregeld?
8. Acht u het de taak van de overheid om demente personen, psychiatrische patiënten, verstandelijk gehandicapten en andere kwetsbare groepen te beschermen tegen misbruik van volmachten en bewindvoering? Zo ja, hoe gaat u die taak invulling geven? Zo nee, waarom niet?
9. Bent u van mening dat er meer wettelijke eisen moeten worden gesteld aan bewindvoerders en bewindvoerderskantoren? Zo ja, aan welke eisen denkt u dan en overweegt u die in te voeren? Zo nee, waarom niet?
10. Hoe oordeelt u over de mening van de heer Struijk, voorzitter van de Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders, dat niet de beroepsgroep zelf maar een onafhankelijke instantie bewindvoerders zou moeten controleren?