Vliegtuigen die op het platform van Schiphol staan te wachten, gebruiken te vaak de vervuilende ingebouwde hulpmotor van het vliegtuig (de zogeheten APU). Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De draaiende motoren zorgen voor uitstoot van giftige stoffen waaraan platformmedewerkers van Schiphol worden blootgesteld.
Als een vliegtuig geparkeerd staat, heeft het energie nodig. Onder andere om te kunnen starten en voor elektriciteit en airconditioning aan boord. Vliegtuigen mogen de APU alleen gebruiken als er geen schonere alternatieven beschikbaar zijn, zoals een installatie voor de airconditioning.
De inspectie controleerde in tien maanden tijd (tussen oktober 2021 en juli 2022) meer dan 1500 vliegtuigen op Schiphol. Een derde stond er met draaiende hulpmotoren.
In de uitzending ‘Ziek van Schiphol’ uit december 2021 was al te zien dat platformmedewerkers worden blootgesteld aan de giftige stoffen van de hulpmotoren.
In Denemarken is de situatie anders en geldt een verbod op het gebruik van APU’s. Daar worden elektrische alternatieven beschikbaar gesteld en mag de APU alleen worden ingezet als het echt niet anders kan. De Deense vakbond zegt in de uitzending dat vooral KLM deze Deense regel negeert:
Dat op het platform van Schiphol de hulpmotoren veel te vaak aanstaan, wijdt de inspectie aan een tekort aan alternatieve voorzieningen. “Schiphol is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van vaste stroomaansluitingen, aansluitpunten voor luchtzuiveringsinstallaties, zoals PCA’s en PCA-units op tenminste 61 platforms. Op dit moment zijn er te weinig van dit soort units, namelijk 39”, aldus de ILT.
Schiphol moet vóór 1 maart 2023 met een actieplan komen met concrete maatregelen om het APU gebruik in de praktijk te verminderen.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.