In september kreeg Zembla na een beroep op de Wet open overheid (Woo) een inspectierapport in handen uit 2009. Daarin staat dat omwonenden van windmolens met geluidsregels onvoldoende beschermd worden tegen overlast. Lees hieronder het artikel dat we erover schreven:
Omwonenden van windmolens worden met de geluidsregels onvoldoende beschermd tegen overlast. De geluidsnormen voor windmolens houden geen rekening met de zogenoemde ‘piekbelasting’: lawaaipieken waardoor omwonenden niet kunnen slapen. Dat blijkt uit een inspectierapport uit 2009 van de VROM-inspectie (nu ILT) dat Zembla na een beroep op de Wet open overheid (Woo) in handen heeft gekregen. De Tweede Kamer vroeg het inspectierapport in 2009 op bij de behandeling van de nieuwe geluidsregels, maar de minister weigerde het document destijds te verstrekken.
Voor windturbines bestond jarenlang een harde geluidsgrens die niet mocht worden overschreden. Totdat het ministerie van Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) in 2009 besloot dat er nieuwe regels moesten komen. Daarin werd bepaald dat geluidsgrenzen voortaan jaargemiddelden moesten zijn.
Herman Bröring, hoogleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, legt uit dat door de jaargemiddelden de ‘lawaaipieken’ gecamoufleerd worden. “Je kan een hoge geluidsbelasting hebben en als het daarna een paar dagen windstil is, zit je gemiddeld goed.” Hij vergelijkt het met een straat waar je 50 kilometer per uur mag rijden. “Als je dat met gemiddelden zou handhaven mag je eigenlijk 120 kilometer per uur rijden, als je de dagen erna maar 30 rijdt.”
De omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid bevestigt dit aan Zembla: “Het geluid mag dus op sommige momenten wat harder zijn, als het gemiddelde over een heel jaar maar binnen de norm blijft.”
Ook noemt de inspectie de handhaving van de regels ‘illusoir’ omdat er wordt gewerkt met jaargemiddelden, waardoor er pas achteraf, na een vol kalenderjaar, kan worden gehandhaafd. Bröring: “Dan kun je de overlast die het heeft gegeven al niet meer herstellen.”
De VROM-inspectie deed de beoordeling op verzoek van het ministerie. Als reactie op de kritiek maakte het ministerie destijds enkele aanpassingen op de regels, zo werd er een iets lagere gemiddelde geluidsgrens voor de nacht ingevoerd. Daarnaast kwam er de mogelijkheid om het bronvermogen van een turbine te controleren. Dat is de geluidsproductie van een windmolen die de fabrikant of exploitant voor het plaatsen van een turbine moet opgeven. De geluidsgrens bleef, ondanks de kritiek van de inspectie, een jaarlijks gemiddelde.
Uit onderzoek van Zembla blijkt dat het in de praktijk voor handhavers zoals omgevingsdiensten niet mogelijk blijkt om met een bronmeting te constateren dat een jaargemiddelde norm wordt overschreden. Zo schrijft de Omgevingsdienst Groningen in reactie op een klacht dat er niet kan worden vastgesteld of er een overtreding is, omdat ‘de turbines nog geen jaar in gebruik zijn’.
De landelijke vereniging van omgevingsdiensten laat aan Zembla weten: “Omgevingsdiensten kunnen niet aan de hand van een eenmalige meting constateren of de geluidsnormen worden overschreden.” En: “Direct optreden is lastig omdat er geen pieknorm voor geluid is bij een windturbine, maar alleen een wettelijke jaarnorm.”
Zembla vroeg de inspectie ook om een reactie. De ILT laat weten geen aanleiding te zien voor een ander standpunt dan destijds in 2009 is opgesteld.
De laatste jaren zijn er veel protesten ontstaan rond de komst van windparken en melden allerlei lokale bewonersgroepen dat mensen geluidsoverlast ervaren en daardoor bijvoorbeeld slecht slapen. SP-Kamerlid Renske Leijten spant zich al jaren in voor meer bescherming voor omwonenden van windparken. Als we haar het rapport voorleggen schrikt Leijten van de kritiek van de inspectie: “Dit is een notitie met voorspellende gaven, hadden we die maar gehad in 2009. Dit had destijds natuurlijk gewoon naar de Kamer moeten gaan. Hier zitten hele belangrijke waarschuwingen in.”
Leijten stelt dat mensen die zeggen last te hebben van windmolens worden weggezet als ‘klimaatontkenner’ of ‘hoog sensitief’. “Maar die mensen hebben echt een probleem en nu blijkt dat dertien jaar geleden de inspectie al heeft gewaarschuwd dat je niet kan aantonen dat je overlast hebt en dat je niet kan handhaven. Als we dit eerder hadden geweten hadden we misschien tot regels kunnen komen die beter passen bij de overlast die mensen ervaren.”
De minister wilde het stuk in 2009 niet verstrekken aan de Kamer, omdat het was bedoeld voor ‘intern beraad’ en niet om ‘buiten het departement de discussie te bepalen’.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is verantwoordelijk voor de geluidsregels. In een reactie op vragen van Zembla stellen ze dat er wél ‘op ieder moment’ gehandhaafd kan worden, door het bronvermogen te controleren en dat handhaving dus niet hoeft te wachten op de jaarlijkse draaigegevens.
Als we aan het ministerie voorleggen dat handhavers hier in de praktijk niet mee kunnen werken, reageert de woordvoerder: “In de praktijk zien we wel dat sommige bevoegd gezagen aangeven hier problemen mee te hebben. Dat maakt dat we hier met aandacht naar kijken.”
Uit een recent gepubliceerde nota blijkt dat het ministerie ook in de toekomst wil blijven werken met een jaargemiddelde geluidsnorm.
In december komt Zembla met een tv-uitzending over windmolens.
Download het complete inspectierapport uit 2009:
Download de reacties van ministerie en ILT op onze vragen:
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.