Huisartsen in de frontlinie van corona-uitbraak: 'Ik zet elke nacht schorten in Dettol'
18-03-2020
•
leestijd 9 minuten
•
507 keer bekeken
•
Nu de coronavirus-uitbraak in volle gang is, ziet het werk voor huisartsen er ineens heel anders uit. Ze zijn vaak de eersten die zorg verlenen aan besmette patiënten, maar hebben te weinig materialen. Zembla heeft de afgelopen jaren meerdere uitzendingen gemaakt over huisartsen. We spreken ze opnieuw over hoe hun werk is veranderd sinds de coronacrisis.
In 'Geen plek Voor Ouderen' luidden huisartsen de noodklok omdat het ze niet lukt voldoende zorg te regelen voor kwetsbare ouderen. In de uitzending komt het huisartsenechtpaar Idris Brouwer en Floor de Reijger voorbij:
Huisarts Idris Brouwer: 'Ik voel me aan het lijntje gehouden door de overheid' Als we Idris Brouwer op dinsdagmiddag 17 maart spreken, is hij de hele ochtend aan het regelen geweest, op zoek naar beschermende materialen. Daar is hij al weken mee bezig. Hij heeft de hele ochtend met de assistente het internet afgespeurd. Op zoek naar mondkapjes, waar een groot tekort aan is. Maar ook op zoek naar handenalcohol, want ook dat is steeds lastiger te krijgen.
“Het hoofddoel is om onze kwetsbare patiënten te beschermen. Het lastige is dat mensen met potentiële besmettingen nu bij ons komen, maar ook kwetsbare mensen. Mensen zouden ons kunnen besmetten. Daarmee zouden wij de kwetsbaarste patiënten weer kunnen besmetten en dat moet je koste wat het kost voorkomen.”
Daarom zijn er nu aan het einde van de dag speciale spreekuren voor mensen met luchtwegklachten. Zij worden los van de ‘gewone’ patiënten ontvangen en de huisarts trekt dan een beschermend pak aan.
De rest van de dag is de deur van de praktijk gesloten, zodat mensen met luchtwegklachten niet zomaar naar binnen kunnen lopen. “Gisterochtend kwamen er twee mensen met een mondkapje aanrijden. Die stopten voor de praktijk. Die man had luchtwegklachten. Ik ben toen in een beschermend pak naar buiten gegaan om met hem te spreken. We moeten onszelf beschermen, niet zozeer omwille van onszelf, ja ook wel, maar vooral om andere kwetsbare patiënten te beschermen.”
Hij heeft nu nog een aantal mondmaskers. Maar in Zaandam is het nu nog stilte voor de storm, heeft hij het gevoel. “Als het volgende week losbarst, zijn we zo door die voorraad heen.” Hij verzucht: “Je zou willen dat er een instantie is die het aanlevert. Wij worden als huisartsen geacht de frontlinie te vormen in het bestrijden van het coronavirus. Dan verwacht je dat je uitgerust wordt met de juiste spullen. Weken geleden ging het hier al over, maar ik zie het nog niet opgelost. Ik voel me aan het lijntje gehouden door de overheid. Wij als huisartsen moeten ervoor zorgen dat het ziekenhuis niet overvraagd wordt en overbezet raakt. Maar dan moeten we wel de juiste spullen hebben!”
Zolang hij die niet heeft, gaat hij zelf op zoek naar oplossingen. Zo heeft hij klusbedrijven in de omgeving benaderd of die nog iets hebben liggen.
Dringende oproep aan iedereen die mondkapjes heeft Hij wil een dringende oproep doen aan iedereen die thuis mondkapjes heeft liggen, liefst nog in de verpakking, om contact op te nemen met zijn of haar huisarts: “Ga er niet zomaar heen, zeker niet als je luchtwegklachten hebt, maar bel je huisarts of er behoefte aan is.” Zelf hoopt hij dat in Zaandam ook iemand mondkapjes beschikbaar stelt aan zijn huisartsenpraktijk.
Een dezer dagen opent de huisartsenpost bij het ziekenhuis in Zaandam een tent, zodat alle patiënten met luchtwegklachten daarheen kunnen en niet meer in de praktijken komen. Alle huisartsen moeten daar dan diensten draaien. Toch blijft hij ook dan behoefte houden aan beschermingsmateriaal, “want de visites bij mensen thuis, die blijven. Bijvoorbeeld een ouder iemand met luchtwegklachten die niet naar die tent kan komen.”
'Het raakt me enorm' Hoe voelt het om nu huisarts te zijn? Is het oorlogsgeneeskunde? “Het voelt onbehaaglijk. Het raakt me enorm. Als mens en als dokter. Mijn vrouw Floor en ik zien het als onze taak om dit in goeie banen te leiden en zoveel mogelijk zorg te verlenen. Maar tegelijkertijd maak ik me natuurlijk ook zorgen om mijn oudere ouders of om kwetsbare vrienden.”
Maar zelf lopen hij en zijn vrouw ook risico, hoe gaan ze daarmee om? “Ja die risico’s zijn er. Voor ons en voor ons gezin, want we hebben ook drie kinderen. Die kunnen nu niet naar school. Ons hele gezinsleven staat nu in het teken van de gezondheidszorg, want ook de kinderen moeten extra voorzichtig zijn om ons niet aan te steken. Maar bij de risico’s moet je niet te lang stilstaan, want dan kan je je werk niet uitvoeren. Je zet gewoon de knop om en gaat als dokter aan het werk.”
Huisarts Eduard Graat moest zelf in quarantaine In de uitzending 'Geen plek voor ouderen' volgden we ook huisarts Eduard Graat, uit Uden.
Uden is een zwaar getroffen gebied, wat het coronavirus betreft. Eduard Graat moest vorige week met zijn gezin enkele dagen in quarantaine, omdat hij koorts had en hoesterig en grieperig was. Hij bleek op vrijdag 6 maart contact gehad te hebben met een oudere dementerende patiënte die later het coronavirus bleek te hebben. Hij was onbeschermd bij haar geweest, want deze vrouw was niet potentieel verdacht. Ook waren de richtlijnen anderhalve week geleden nog anders: deze vrouw was niet in het buitenland geweest en had ook geen contact gehad met iemand van wie vast stond dat die het coronavirus had. Huisarts Eduard Graat wordt getest. Gelukkig blijkt dat hij het coronavirus niet heeft. Dus is hij weer aan het werk gegaan.
Zijn werk is heel anders dan normaal. Hij heeft zo min mogelijk face to face contact met patiënten. Het meeste gaat telefonisch. Hij zit met vier huisartsenpraktijken in één gebouw. Normaal behandelen ze elkaars patiënten niet, maar nu wel. Er zijn hoestspreekuren en die worden door enkele dokters gedaan, niet door alle vier de praktijken. Zo kunnen ze zuiniger met de beschermende spullen als spatbril, mondkapje en beschermende kleding omgaan. De praktijk heeft gelukkig nog wel enige voorraad aan spullen, omdat ze die een maand geleden al ingekocht hebben.
Maandag heeft hij het hoestspreekuur gedaan.
Hoe is dat, hoe voelt dat? “Niemand in dit beroep vraagt zich af: wat zijn voor mij persoonlijk de risico’s en wil ik dat? Dan moet je stoppen met werken als je dat risico niet wil nemen. Ja natuurlijk, ik weet dat ik risico loop, maar ja, we moeten vooruit. De zorg moet wel door. Je kan niet vanuit angst je werk doen. Dat gaat niet, dan kun je niet meer werken.”
Hij ziet trieste dingen. Een patiënt moest verplaatst worden naar een ziekenhuis in het oosten van het land, om daar beademd te worden. Zijn familie mocht geen afscheid van hem nemen en mag voorlopig niet bij hem op bezoek. De ouderen in het verpleeghuis in Uden mogen geen bezoek meer ontvangen.
Zorgen over thuiszorg Omdat Brabant wat voorloopt op de rest van het land, heeft hij niet alleen te maken met patiënten die naar het ziekenhuis toe moeten, maar ook met patiënten die het ziekenhuis, enigszins hersteld, weer verlaten. Ook die hebben zorg nodig en ook dan moet je je goed beschermen als hulpverlener. Graat maakt zich zorgen over de thuiszorg. Hij hoort dat zij niet genoeg beschermende materialen hebben en dat zo de thuiszorg in gevaar kan komen. Vooral voor ouderen die niemand hebben om voor ze te zorgen, is het natuurlijk essentieel dat er wel thuiszorg komt.
Huisarts Sandra Bijl: 'Ik zet elke nacht schorten in Dettol' Sandra Bijl is huisarts in Rotterdam. Wij volgden haar in de uitzending 'De praktijk van de achterstandsdokter'.
Ook bij haar dreigt een groot tekort aan beschermende spullen. Van de Mexicaanse griep uitbraak in 2009 heeft ze drie beschermende schorten over. Nieuwe beschermende kleding kan ze nergens vinden. Dus moet ze die schorten hergebruiken. Ze zet ze een nacht in de Dettol, spoelt ze uit en hangt ze op. Maar ook de Dettol is bijna op. En dan de mondkapjes, die moet ze ook hergebruiken. Maandag kreeg ze er vier van de huisartsenpost. Die had ze op 28 februari al besteld. Je kan zo’n mondkapje zes uur gebruiken. “Dus als ik patiënten heb gezien tijdens het hoestspreekuur, waar ik volledig beschermd moet zijn, gebruik ik dat mondkapje ongeveer een uur. Dan zet ik het weg, in een afgesloten doos, voor 72 uur. Daarna kan ik het weer gebruiken. Als ik dit niet zou doen, ben ik in drie dagen door al mijn materiaal heen.”
Gisteren had ik dat pak net uitgetrokken, toen de assistente gebeld werd door iemand die het benauwd had. De assistente wilde hem laten komen, maar ik zei: “Dat kan niet, dan hebben we morgen geen pak meer! Dan is alles op. Toen heb ik voor het eerst een videoconsult gedaan. Dan kan je toch goed zien hoe het met iemand is, of hij echt heel benauwd is. Deze patiënt sprak nog in volle zinnen. Dus het viel mee. Het kan ook zijn dat mensen benauwder worden, omdat ze in paniek raken. Heb met hem afgesproken dat hij natuurlijk terug moet bellen als het erger wordt.”
'Het lijkt wel een film' Maandag werkte ze voor het eerst in haar beschermende kleding. Het is enorm wennen. “Dat pak is van plastic, het is als een regenpak, het is benauwd en zweterig. Er kwam iemand die een knobbeltje in de borst meende te voelen, maar degene hoestte ook. Ik moest dus in pak, met mondkapje en met handschoenen aan gaan voelen. Dat is even wennen op die manier. Het is nogal onwerkelijk in zo’n pak. Het lijkt wel een film. De manier waarop je communiceert met de patiënt is zo anders. Afstandelijker. Dat is vervelend. Gelukkig bleek het loos alarm.”
Hoewel Sandra Bijl niet iemand is die snel gestrest is, geeft de situatie haar nu wel meer stress. “Je moet voortdurend nadenken: doe ik het allemaal goed, heb ik alles gedesinfecteerd? Had ik die deurklink nou wel of niet al gedaan? Het geeft allemaal extra ballast.”
Sandra Bijl werkt in een achterstandswijk, met veel laaggeletterdheid. Ze merkt dat niet iedereen de maatregelen en de redenen daarvoor, even goed begrijpt. “Gisteren was hier een man die alle maatregelen belachelijk, overdreven en onzin vond. Niet iedereen kan even goed het nieuws volgen.”
Huisarts heeft last van nepnieuws Andere patiënten raken hierdoor juist meer in paniek en worden extreem angstig. Die bellen dan de huisarts. In haar wijk ging een gerucht rond, dat iedereen die in een bepaalde supermarkt was geweest, zich moest laten testen op corona. “Het was nepnieuws natuurlijk, want op die manier wordt er niet getest. Maar een moeder belde me in paniek op, haar zoontje had koorts en ze waren in die supermarkt geweest.” De huisarts heeft last van dit soort nepnieuws, want het geeft zoveel extra onrust en niet alle mensen kunnen het onderscheid even goed maken tussen echt nieuws en nepnieuws.
Eigenlijk wil ze dat hoestende patiënten ook mondkapjes dragen. Maar die zijn er al helemaal niet. In het weekeind heeft ze daarom zelf van dubbelgevouwen washandjes mondkapjes voor patiënten genaaid.
'Niemand heeft spullen' “Ik weet natuurlijk ook niet of die washandjes helpen. Misschien slaat het nergens op. Maar iets is beter dan niets en wat is het alternatief? Niemand heeft spullen, niemand! En het is beter dan als iemand in zijn hand rochelt en vervolgens overal aan zit.”
Hoe is dat om nu huisarts te zijn in de frontlinie? Maakt ze zich zorgen om haar eigen gezondheid? “Ik heb gewoon de plicht om dit te doen als dokter. Dit is waar we voor staan. Ik ben iemand van aanpakken. Maar dat het onbewust toch bij me speelt, merk ik wel. Maandag was ik na een dag werken, voor het eerst in dat pak, echt gesloopt. Terwijl ik normaal op maandagavond energie voor tien heb. Ik denk dat dat is omdat alles nieuw is. En ik voel me verantwoordelijk voor iedereen. Voor mijn patiënten en voor mijn medewerkers. Maar ik ben ook moeder. Mijn zoon heeft diabetes type 1. Ik moet hem niet besmetten. Dus dat voelt wel dubbel. Ik heb hem een fles heftige handalcohol gegeven, en hij doet zelf gelukkig voorzichtig.”
Hergebruiken van schorten en mondkapjes, zelf voor patiënten mondkapjes naaien. Hoe kijkt ze zelf naar de situatie? “We staan als huisartsen in de eerste linie en we hebben de minste materialen. Er is veel aandacht voor de materialen in het ziekenhuis. Natuurlijk. Zij zien ernstiger patiënten dan wij, die veel meer virus verspreiden. Maar wij zien veel grotere aantallen mensen, die potentieel het coronavirus hebben en die aan het hoesten zijn. Wij gaan als eerste bij mensen thuis naar binnen. Ik heb het gevoel dat wij als huisartsen aanvankelijk vergeten zijn, in het goed organiseren en beschermen van dokters. Daardoor voel ik me wel in de steek gelaten. Een vriendin van me is huisarts in Brabant. Die is naar de Hubo gegaan om schilderpakken en stofmaskers te kopen omdat ze niets meer had. Dat is toch schandalig!”
'Stoppen met hamsteren' Toen ze zelf gisteren na haar werk naar de supermarkt ging, was daar bijna niets meer te krijgen. Het brood was op, en er waren nog drie pakken pasta. ”Ik heb er eentje meegenomen. Ik durfde ze niet alle drie mee te nemen, want misschien zou er na mij nog wel iemand komen die de hele dag gewerkt heeft en die pasta nodig heeft. Ik baalde wel, dan heb je de hele dag gewerkt en dan is er niets. Dus ik hoop dat mensen luisteren naar Rutte en stoppen met hamsteren. Wij moeten na ons werk ook gewoon eten kunnen kopen!” Door Nicolien Herblot