Nederlandse militairen hebben tussen 2003 en 2005 zeker zes Irakese burgers doodgeschoten tijdens hun vredesmissie in Irak. In de ‘ZEMBLA’-aflevering ‘Hollandse kogels, Irakese doden’ wordt op basis van nauwkeurige reconstructies, gesprekken met militairen, Irakese onderzoeksrechters en getuigen geconcludeerd dat het zeer aannemelijk is dat vijf Irakese burgers in paniek zijn geraakt door de slecht zichtbare Nederlandse checkpoints. Dit is in strijd met de lezing van het ministerie van Defensie. De schietincidenten blijken bovendien niet volledig te zijn onderzocht. Het Openbaar Ministerie heeft geen moeite gedaan om de onderste steen boven te halen.
‘ZEMBLA’ heropent het dossier en constateert dat de dodelijke schietincidenten voorkomen hadden kunnen worden. Volgens generaal Van Kappen b.d. hoort een checkpoint altijd opvallend zichtbaar te zijn. Een militair verklaart echter aan ‘ZEMBLA’ dat het checkpoint, waar een schietincident heeft plaatsgevonden, bewust onopvallend achter een viaduct was geplaatst om de Irakezen in een fuik te lokken. Dit verhaal wordt ondersteund door Irakese getuigen bij andere schietincidenten.
Alle schietincidenten zijn omgeven door tegenstrijdigheden en onbeantwoorde vragen. Minister van Defensie, Henk Kamp, verklaart in de Tweede Kamer het ene moment dat de marechaussee altijd samenwerkt met de Irakese politie, maar op het andere moment antwoordt Kamp dat Irakese onderzoeksrapporten niet bekend waren bij diezelfde marechaussee. Ook blijft minister Kamp bij een van de schietincidenten volhouden dat de Nederlandse militairen vanuit de auto van de Irakese slachtoffers zijn beschoten, terwijl uit onderzoek van de marechaussee blijkt dat er nooit wapens of kruitsporen gevonden zijn in die auto.
Uit gesprekken die ‘ZEMBLA’ had met militairen, blijkt dat het na een schietincident is voorgekomen dat militairen en hun commandant de lezing van één collega blijven ondersteunen, hoewel door de marechaussee al was vastgesteld dat de feiten anders lagen.
De enige militair die wegens een schietincident in Irak is vervolgd, is Eric O. De andere schietincidenten waarbij Nederlandse militairen betrokken waren, zijn nooit tot een rechtszaak gekomen en zijn geseponeerd. Na de vrijspraak van Eric O. onderzocht een onafhankelijke commissie de rechtspositie van de militairen tijdens een vredesmissie. Sindsdien wordt een militair in eerste instantie niet meer als verdachte aangemerkt maar als getuige.
Volgens advocaat Knoops is de rechtspositie van de militair vervolgens verstevigd ten koste van die van de burger: ‘Vanuit de optiek van de burgers die slachtoffer zouden worden van een geweldsincident zeker! Want die zien met lede ogen aan dat militairen misschien gemakkelijker of sneller vrijuit kunnen gaan’.