Het voorstel van de Europese Commissie (EC) om de strenge regels rondom het telen van genetisch gemodificeerde gewassen te versoepelen, is uitgelekt. In dit artikel leggen we uit wat er in het uitgelekte voorstel staat en wat dat betekent voor de toekomst van ons voedsel.
Op dit moment worden in Europa amper gewassen geteeld die genetisch gemodificeerd zijn. Dat komt omdat de EU sinds 2001 veiligheidseisen hanteert voor het telen van voedsel dat met gentech tot stand is gekomen. Zo waarborgt de Europese Unie de volksgezondheid en beschermt ze het milieu. Bedrijven zien die veiligheidseisen echter als een hoge drempel, want een vergunning aanvragen kost veel tijd en geld.
Al jaren wordt er een lobby gevoerd om de regels te versoepelen. Dat komt onder andere door de ontdekking van een revolutionaire techniek: CRISPR-Cas. Voorstanders vinden dat CRISPR-Cas anders is dan oude GMO-technieken en het zou daarom ook niet onder dezelfde strenge veiligheidseisen moeten vallen. In de meeste gevallen bevat het eindproduct namelijk geen ‘vreemd’ DNA, zoals bij oudere technieken wel het geval is.
Wat is genetische modificatie?
- De mensheid selecteert en kruist al eeuwenlang gewassen met bepaalde eigenschappen om zo gewassen te creëren die beter bestand zijn tegen schimmels, insecten en ziektes. Dat heet klassieke veredeling. Sinds de jaren 70 is het mogelijk om het erfelijke materiaal, het DNA, van organismen te veranderen. Dat wordt ook wel genetische modificatie genoemd. In de jaren 80 ontdekten wetenschappers dat je het ‘gewenste gen’ in een bacterie kan inbrengen en deze vervolgens weer in het gen van een plant kan overbrengen.
- Het duurde niet lang voordat het eerste genetisch gemodificeerde voedsel geconsumeerd werd: de ‘Flavr Savr’, een tomaat met een langere houdbaarheidsdatum, lag in 1994 in de Verenigde Staten in de schappen. Een paar jaar later bracht hetzelfde bedrijf (Monsanto) de zogenoemde Roundup Ready sojaboon op de markt. Deze soja is resistent gemaakt tegen het bestrijdingsmiddel glyfosaat.
- De introductie van deze producten ging niet zonder slag of stoot: ngo’s als Greenpeace maar ook burgers protesteerden eind jaren ‘90 tegen de toelating van gmo-producten. Men maakte zich zorgen om de machtspositie van multinationals, maar ook over ethische dilemma’s en de veiligheid voor milieu en gezondheid. In 2001 besloot de Europese Unie genetisch gemodificeerde gewassen daarom aan aan een aantal veiligheidsregels te onderwerpen en voerde een verplichte traceerbaarheid en een consumentenlabel in. Het is in de EU wel toegestaan om bepaalde genetisch gemodificeerde producten te importeren. Dat gaat vooral om soja en maïs, voornamelijk bestemd voor veevoer.
- Begin jaren tien ontwikkelden de Amerikaanse scheikundige Jennifer Doudna en de Franse microbioloog en geneticus Emmanuelle Charpentier de zogenoemde CRISPR-Cas9 methode. Met CRISPR-cas9 kan je heel nauwkeurig genen aan- of uitzetten en bewerkingen doen in planten, dieren en mensen. Charpentier en Doudna wonnen in 2020 een Nobelprijs voor hun ontdekking. CRISPR-Cas wordt ook wel ‘gene-editing’ genoemd of nieuwe veredelingstechniek (NGT).
In de Zembla-uitzending ‘Sleutelen aan zaad’ is te zien hoe wetenschappers van de Wageningen Universiteit en Research (WUR) en Universiteit Utrecht zich actief hebben ingezet om de strenge Europese regels rondom genetisch modificeren te versoepelen. Collega-wetenschappers vinden echter dat zij hierbij gebruik hebben gemaakt van ‘simplistische’ en ‘misleidende’ claims over de vermeende voordelen van gentechnologie voor de verduurzaming van de landbouw.
De lobby van de industrie en deze groep wetenschappers heeft er volgens lobbywaakhond CEO toe geleid dat de Europese Commissie komende week een nieuw wetsvoorstel gaat doen. Het voorstel van de Europese Commissie dat onlangs uitlekte, laat zien dat de EC de strenge eisen die nu nog gelden voor nieuwe technieken zoals CRISPR-Cas, voor een groot deel wil laten varen. Zogenoemde categorie 1 new genomic techniques (NGT’s) kunnen dan zonder veiligheidseisen of risicobeoordeling de markt op. Het argument daarvoor: de veranderingen die je aanbrengt, hadden ook in de natuur kunnen voorkomen.
In de praktijk betekent het volgens Michel Haring (hoogleraar plantenfysiologie UvA), dat bijna alles wat je maakt met CRISPR-Cas straks in de supermarkt kan komen te liggen. Dat komt omdat de criteria voor een categorie 1 NGT, heel breed zijn. “Het doel van de Europese Commissie was denk ik maximale vrijheid voor bedrijven die met CRISPR gewassen willen ontwikkelen”, stelt Haring.
Hij is wel van mening dat er een essentieel punt in het voorstel ontbreekt: “Als je de inhoudsstoffen van een plant verandert om planten resistent te maken, dan kan dat tot een toxische of allergische reactie leiden.” Hij roept de commissie dan ook op om toch een risicobeoordeling op te nemen in het voorstel. Nina Holland van lobbywaakhond CEO maakt zich zorgen dat de veiligheidseisen die nu nog gelden voor CRISPR-Cas, van tafel gaan. “Kleine veranderingen in een plant kunnen een heel groot effect hebben. De veiligheid ervan moet je op zijn minst controleren."
Volgens minister Adema (LNV) hoeven we ons daar geen zorgen om te maken, in een recente Kamerbrief stelt hij dat Nederland de conclusies van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) onderschrijft: "Planten verkregen via gerichte mutagenese en cisgenese zijn even veilig als planten verkregen via conventionele veredeling of klassieke mutagenese".
De Nederlandse overheid speelt een belangrijke rol in dit dossier en is groot voorstander van versoepeling van de regels. Mede door een sterke lobby van Nederland ontwikkelt de EC nu nieuwe wetgeving. De zadensector is belangrijk voor Nederland: wereldwijd is ons land een van de koplopers op het gebied van zaadveredeling.
Zembla onderzocht in de uitzending 'Sleutelen aan zaad' wat de gevolgen zijn van GMO-gebruik in andere delen van de wereld. In Argentinie wordt al 30 jaar genetisch gemodificeerde soja en mais geteeld. De gewassen zijn herbicideresistent gemaakt, zodat onkruid makkelijker weg te halen is: boeren spuiten met gif waardoor alles doodgaat behalve de soja en de mais. Maar boeren lopen na decennia bestrijdingsmiddelengebruik tegen enorme problemen aan: het onkruid is resistent geworden tegen het gif waardoor boeren steeds meer moeten spuiten. Het overmatige middelengebruik schaadt de bodem.
De Europese Commissie erkent in het voorstel dat herbicideresistente planten een probleem zijn. “Deze vorm van modificatie leidt tot overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen”, schrijft de EC. Ze stellen dan ook een uitzondering voor: herbicideresistente gewassen mogen niet onder categorie 1 NGT’s vallen. De strenge veiligheidseisen blijven dus nog gelden voor deze gewassen. Een positief punt in het voorstel, vindt professor Haring.
Haring sprak eerder in Zembla ook zijn zorgen uit dat vooral grote multinationals, zoals Bayer en Syngenta, gaan profiteren van deze techniek, omdat ze gaan proberen patenten aan te vragen op hun 'uitvinding'. Daarmee wordt het voor andere kwekers niet meer mogelijk om die door te ontwikkelen en kan daarmee de diversiteit van voedsel in gevaar komen. Haring: "Het CRISPR-Cas systeem is al eigendom van anderen en als je dat in planten wil gebruiken moet je er voor betalen". In het voorstel dat er nu ligt ziet Haring niet terug hoe de EC wil voorkomen dat bedrijven patenten gaan aanvragen op gewassen die met CRISPR-Cas tot stand zijn gekomen. “Hier wordt volledig aan voorbij gegaan. CRISPR vrijgeven betekent dat er meer patenten gaan komen.”
Nina Holland: “De industrie heeft al meerdere keren (met succes) geprobeerd om conventionele gewassen te octrooieren.” Zembla maakte hier in 2015 de uitzending ‘De Monsanto methode’ over. “Nu is het zo dat de techniek in ieder geval geoctrooieerd kan worden, maar de vraag is of ook de NGT-gewassen gepatenteerd kunnen worden. Die kans is heel groot," vertelt Holland. Europese boeren zouden dan binnenkort veelvuldig geconfronteerd kunnen worden met het probleem van gepatenteerd zaadgoed. Holland: "Rechtszaken van multinationals tegen boeren, zoals in de VS gebeurt, zouden we dan ook hier kunnen gaan zien."
Het Rathenau Instituut publiceerde in april een onderzoek waaruit blijkt dat burgers zich zorgen maken over nieuwe gentech in voedselgewassen. Ze vragen zich onder meer af of dit de oplossing is voor de huidige problemen in de landbouw en of niet vooral de multinationals gaan profiteren. “Daar zou het debat juist over moeten gaan,” vertelde Rathenau-onderzoeker Michelle Habets destijds aan Zembla. “Hoe gaat die technologie onze samenleving veranderen? Waar gaat die macht heen? Dat zijn dingen die we eerst moeten onderzoeken.” Ook twijfelen burgers over de veiligheid voor mens en milieu op de lange termijn en willen consumenten op het etiket zien of een product tot stand is gekomen met CRISPR-Cas technologie.
De keuzevrijheid wordt niet geborgd in het voorstel, vindt Haring. De EC stelt voor om transparantie over categorie 1 NGT-planten te creëren door gegevens op te slaan in een openbare databank en door de zakken met zaden te voorzien van een etiket. “Een openbare databank wordt denk ik een ingewikkeld verhaal. De databank moet informatie bevatten van de naam van het uiteindelijke product waar het in terechtkomt. En als je een nieuwe variëteit op de markt brengt, moet het in het systeem ook weer toegevoegd worden. Vervolgens moet de Albert Heijn in de supermarkt erbij zetten: dit is ras x of y. Anders kan de consument ook niet kiezen.”
De commissie heeft in het voorstel ook een achterdeurtje ingebouwd: als het om ‘bedrijfsgevoelige’ informatie gaat, dan kan er een uitzondering gemaakt worden. Haring: “Dus ze hoeven niet uit te leggen welke DNA-sequentie veranderd is. Dat is precies wat je niet wil. Die detailinformatie is echt een groot ding: uiteindelijk kunnen ngo’s en consumentenorganisaties dan niet controleren in welke gewassen die verandering aanwezig is. Van die transparantie blijft niet veel over als een bedrijf kan beslissen de informatie geheim te houden.”
Volgens Holland is het voorstel nog niet definitief. Het voorstel wordt waarschijnlijk op 5 juli gepubliceerd, daarna volgt een periode van discussies in het milieu- en in het landbouwcomité van het Europees Parlement. Zowel het Parlement als de lidstaten kunnen via amendementen die ingediend worden nog allerlei veranderingen voorstellen.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.