Uitzendbureaus en projectontwikkelaars die flexwoningen voor arbeidsmigranten willen bouwen, voelen zich tegengewerkt door gemeentes. Plannen die worden ingediend ondervinden vertraging of worden afgewezen, vaak onder druk van omwonenden die niet willen dat er arbeidsmigranten bij hen in de buurt komen wonen. Daardoor zijn er in gemeentes als Westland en Roosendaal maar enkele honderden arbeidsmigranten op een goede manier gehuisvest, terwijl er meer dan 25.000 aan het werk zijn. Dat blijkt uit de Zembla-uitzending ‘Niet in mijn achtertuin’.
“Huisvesting van arbeidsmigranten is niet sexy”, zegt Frank van Gool, oprichter van OTTO Work Force, het grootste uitzendbureau voor arbeidsmigranten in Nederland. Van Gool heeft speciaal voor het huisvesten van arbeidsmigranten het flexwoonbedrijf KaFra Housing opgezet. “Als een Jumbo of Albert Heijn de gemeente belt om een distributiecentrum neer te zetten, dan worden ze dezelfde middag teruggebeld door de wethouder. Maar als ik bel en zeg: die mensen die daar komen te werken moeten ook gehuisvest worden, dan mag ik blij zijn als ik binnen vier weken door een ambtenaar wordt teruggebeld”, aldus Van Gool. Hij stelt dat KaFra op dit moment rond de vijftien nieuwe huisvestingsprojecten in ontwikkeling heeft, maar dat die bijna allemaal enorme vertraging oplopen. “Je ziet altijd wel dat er bij de gemeentes een reden is om het te vertragen, of om toch weer een extra onderzoek te doen, waardoor het weer veel langer gaat duren.”
In de gemeente Westland is de situatie vergelijkbaar. Daar werken naar schatting twintigduizend arbeidsmigranten in de glastuinbouw. Maar goede huisvestingsprojecten komen er niet van de grond. Uitzendbureau Tradiro is vier jaar geleden begonnen met de ontwikkeling van een project om 688 arbeidsmigranten een woonplek te bieden. In de zomer van 2020 werd een afgerond plan ingediend bij de gemeente Westland op de locatie van tuinder Paul Fransen, die met pensioen wil gaan. Burgemeester en wethouders gingen akkoord en ook de gemeenteraad stemde er mee in. Maar omwonenden kwamen in verzet. Sommigen lieten het niet bij woorden alleen. Fransens kassen werden beklad met de leus ‘Geen migranten’, er werd twee keer brand gesticht op zijn terrein en hij ontving zelfs een kogelbrief. “Ik had nooit verwacht dat zoiets zou gebeuren”, zegt Fransen.
Er werden door omwonenden 17 bezwaarschriften tegen de vergunning voor het project ingediend die Zembla heeft ingezien. De één stelt: “Mensen gaan dronken rond zwalken. Onze kinderen worden daarmee geconfronteerd.” Een ander vraagt zich af: “Wie wil je voorrang geven? Eigen volk of een buitenstaander?” Sommigen gaan nog een stap verder: “Het doet ons denken aan bepaalde kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog.” Afgelopen week kwam de commissie bezwaarschriften van Westland met haar advies: de procedure die de gemeente heeft gehanteerd is onjuist. Burgemeester en wethouders moeten nog beslissen wat zij met dit advies gaan doen. Maar dat het project op zijn minst vertraging op gaat lopen, lijkt onvermijdelijk.
Michel Daems, mede-initiator van A-mi-ce, een concept voor de huisvesting van arbeidsmigranten, heeft dezelfde soort ervaringen. Zijn bedrijf heeft in de afgelopen jaren in zes verschillende gemeentes huisvestingsprojecten voorgesteld, maar kreeg uiteindelijk nergens voet aan de grond. In de gemeente Roosendaal, waar veel grote distributiecentra staan - onder andere van Primark, DHL en Lidl - diende hij ook voorstellen in.
De locaties waren zorgvuldig uitgekozen, zelfs op aanwijzing van de gemeente en de financiering was geregeld. Toch ging geen enkel project door. “We werden tegengewerkt in die zin, dat ze niet de bereidheid hebben om het gesprek aan te gaan, en voor zover er een gesprek plaatsvindt wordt er niet gedacht in oplossingen maar in problemen, zonder daar inhoudelijk verder over te willen praten. Of het nou de kwaliteit is, de locatie of de omvang. Als je die bereidheid niet hebt, dan kun je dat tegenwerking noemen.”
Volgens Arwen van Gestel, wethouder ruimtelijke ordening van de gemeente Roosendaal, is er geen sprake van tegenwerking, maar moeten plannen passen binnen het bestemmingsplan en op kwaliteit beoordeeld worden. “De gemeenteraad wil alleen grootschalige woonlocaties op bedrijventerreinen aan de rand van de stad.”
Volgens Daems zijn lokale politici bang voor negatieve reacties van hun burgers. “Dat is politieke onwil, angst en problemen hebben om het uit te leggen aan de omgeving, de inwoners.” Door die onwil zijn er in Roosendaal op dit moment zo’n 250 geschikte woonplekken voor arbeidsmigranten, terwijl er zo’n zesduizend werken.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.