Geen zorg voor bijna helft psychiatrische patiënten
16-01-2017
•
leestijd 3 minuten
•
307 keer bekeken
•
“Patiënten komen nu onnodig in crisissituaties terecht.”
Bijna de helft van mensen met psychische problemen heeft onvoldoende toegang tot zorg. Dit in tegenstelling tot mensen met lichamelijke problemen. Een van de reden hiervoor is dat de kosten te hoog zijn. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van de patiëntenkoepels Landelijk Platform GGz, Patiëntenfederatie Nederland en Ieder(in).
Van mensen die een lichamelijke aandoening hebben, mijdt volgens het onderzoek een op de drie zorg. Bij mensen met psychische problemen is dat bijna de helft. Ze nemen bijvoorbeeld toch maar geen medicijnen terwijl die wel zijn voorgeschreven, gaan niet naar de psychiater of ze kunnen de dagbesteding niet betalen. Ook wachtlijsten vormen vaak een drempel. Vooral als het gaat om de behandeling van borderline, autisme en angst- en dwangstoornissen moeten patiënten lang wachten, schrijft Trouw. Het probleem doet zich vooral voor bij mensen met complexe psychische problemen.
Een van de oorzaken voor het grote aantal zorgmijders is volgens het onderzoek dat gemeenten, huisartsen en psychiaters niet goed samenwerken. Er is vaak niet genoeg kennis van de problemen. Daarvoor zou eigenlijk eerder overlegd moeten worden met GGZ-instellingen.
Een ander probleem is het tekort aan ambulante zorg. Volgens het kenniscentrum van de GGZ, het Trimbos instituut, is het aanbod daarvan niet voldoende. Het aantal plekken in psychiatrische instellingen wordt wel afgebouwd, maar het aantal ambulante zorgverleners groeit niet snel genoeg, waardoor mensen met psychische problemen vaker thuis zitten zonder zorg.
Tegelijk groeit het aantal verwarde mensen nog steeds. In 2015 kreeg de politie 60.000 meldingen, bijna de helft meer dan vijf jaar daarvoor. Ongeveer een derde van deze mensen kampt ook echt met psychische problemen.
Onnodig in crisissituaties
Mirjam Drost van het patiëntenplatform waarschuwt dat er snel iets gedaan moet worden aan de problemen bij de GGZ, omdat deze groep mensen anders alleen maar groter wordt. Drost in Trouw:
"Pas in oktober 2018 moeten de gemeenten een plan van aanpak hebben om deze tienduizenden verwarde mensen te helpen. Dat vinden wij onverantwoord en inhumaan. Patiënten komen nu onnodig in crisissituaties terecht."
Vooral maatschappelijk probleem
Volgens GGZ-bestuursvoorzitter Adriaan Jansen is het grote aantal zorgmijders vooral een maatschappelijk probleem en niet een probleem van de GGZ. Hij ziet dat mensen steeds meer teruggeworpen zijn op zichzelf. Ook komen steeds meer mensen niet meer mee na de crisis, waardoor ze in een isolement raken. Tegelijk zegt hij dat GGZ-instellingen meer rekening moeten houden met mensen met te weinig geld voor zorg. Ook vindt hij dat de zorg kleinschaliger moet: ‘De relatie met patiënten is vaak belangrijker dan medicatie."
GGZ levert onvoldoende maatwerk
Dat de GGZ moeite heeft met het verlenen van goede psychologische hulpverlening op maat blijkt duidelijk uit onze ZEMBLA ‘Martijn wil een huis met een tuintje’ over de autistische Martijn die iedere keer in een verkeerd zorgplan van de GGZ belandt en ondertussen alleen maar verder achteruit gaat.
Kees Lemke, bestuurder van GGnet, zei toen:
"Je ziet dat als er meerdere problemen op elkaar gestapeld worden, de standaardbehandeling niet werkt. De GGZ levert nog onvoldoende maatwerk."
GGZ beloofde verbetering
Naar aanleiding van deze uitzending voerde GGZ Oost-Brabant een intern onderzoek uit waaruit bleek dat er te weinig gebruik was gemaakt van de eigen kennis bij de behandeling van Martijns ingewikkelde problemen. De zorginstelling beloofde verbetering. De vraag is of dat haalbaar is met het groeiend aantal mensen met ingewikkelde psychische problemen en steeds duurdere zorg.
Bekijk hier de eerste minuten van ‘Martijn wil een huis met een tuintje’: