Op de klimaatconferentie in Kopenhagen praten landen over het terugdringen van broeikasgassen. Die broeikasgassen komen ook vrij bij de productie van plastic en dragen bij aan de opwarming van de aarde. Tegelijkertijd gooien we plastic net zo gemakkelijk weg als dat we het produceren, met alle gevolgen van dien. Plastic is net als nucleair afval: het gaat nooit meer weg. Op diverse plekken midden op de oceaan drijven grote concentraties plastic afval. Plastic zakjes, lege flessen, doppen, verpakkingsmateriaal. De vissen zien het als voedsel en zo komt het uiteindelijk op ons bord terecht. Ondertussen kunnen recyclers het enorme aanbod van plastic afval niet aan. Daarom verbranden we ons plastic of dumpen we het in arme landen. Ondanks alle initiatieven voor hergebruik, verstopt plastic afval ons milieu.
Door zeestromen en weerpatronen drijven tussen de continenten enorme gebieden plastic afval op het water. ‘Het is als een wc-effect’, zegt kapitein Charles Moore, ‘het wervelende effect voert puin naar het midden.’ Moore onderzoekt al zeven jaar lang de plasticvervuiling op de Stille Oceaan.
Het gebied in de Stille Oceaan waar het plastic zich ophoopt, is net zo groot als West-Europa. In die
gyre
, of draaikolk, doet Moore schokkende ontdekkingen. Zo concludeert hij dat er tien keer meer plastic dan plankton in de zee voorkomt. Want door zonlicht en golven valt plastic weliswaar uit elkaar, maar alleen in kleinere stukjes: het blijft gewoon plastic. En omdat dat plastic afval vaak uit heel kleine deeltjes bestaat, zien vissen en andere zeedieren het al snel aan voor voedsel. Probleem daarbij is dat zich aan de structuur van plastic gemakkelijk chemicaliën hechten. Plastic en andere vervuiling belanden zo in de voedselketen.
Recycling
Plastic afval wordt natuurlijk gerecycled. Dan worden van al die weggegooide plastic flesjes, bakjes en zakjes bijvoorbeeld spoorbielzen gemaakt. Maar is dat wel echte recycling? Want hoewel het weggegooide plastic wordt hergebruikt, moeten er nog steeds nieuwe plastic flesjes, bakjes en zakjes worden gemaakt. Dat heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. Nieuwe plastic artikelen betekenen immers ook meer plastic afval.
Slechts 5% van al ons plastic afval wordt gerecycled. Wat doen we dan met de rest? Voor een deel verbranden we ons plastic. Het andere deel verschepen we naar landen als China en India. Maar daar weten ze zelf al geen raad met hun rotzooi. Het zwerfafval neemt epidemische vormen aan. ‘Dit is onze Heilige Koe die nu afval eet’, zegt Claude Alvares van de Indiase milieugroep Goa Foundation. Hij wijst naar een paar koeien die zich langs de weg tegoed doen aan plastic zakken. ‘Zo diep zijn we al gezonken, dat onze heilige dieren afval moeten eten.’
Gedwongen door hoge olieprijzen zoeken plastic-producenten naar alternatieven. Vervangers van olie om plastic te maken dienen zich steeds meer aan: plastic gemaakt van maïs of plastic gemaakt van kippenveren. Plastic dus, dat milieuvriendelijk is en vanzelf oplost in zee. Maar tot dat gemeengoed is, blijft de zee een gigantische afvoerput voor tonnen plastic afval.