Bij de verkoop van een schilderij uit Prinses Juliana’s nalatenschap, kregen de Oranjes een flinke korting op de erfbelasting, maar wat er vervolgens met het schilderij gebeurde, is volgens betrokken ambtenaren in strijd met de regels. De koninklijke familie heeft na het overlijden van prinses Juliana een megadeal met de fiscus gesloten over de erfenis. Het is mogelijk om minder erfbelasting te betalen als je waardevolle kunstobjecten uit een erfenis verkoopt aan de Staat. Die kunstwerken moeten dan wel in een museum komen te hangen, zodat iedereen ze kan zien.
De Oranjes maakten veelvuldig gebruik van deze regeling (de zogeheten 120%-regeling van de Successiewet) en kregen zo een korting van 8,8 miljoen euro op de erfbelasting. Maar volgens betrokken ambtenaren is het niet bij alle kunstvoorwerpen van de Oranjes volgens de regels gegaan. Bijvoorbeeld bij het schilderij ‘Schepen op het Water’. Schilderij van 2,5 miljoen euroHet duurste kunstwerk dat de overheid uit de erfenis van Juliana van de Oranjes kocht, is een penschilderij van de 17-eeuwse schilder Willem van de Velde. Het schilderij ‘Schepen op het water’ is destijds getaxeerd op 2,5 miljoen euro. Het was privé-bezit van Prinses Juliana.
De commissie die het Rijk, na het overlijden van Juliana, adviseerde over de kunstvoorwerpen van de Oranjes, drong erop aan de pentekening te kopen. Maar alleen als het in een museum komt te hangen. In het taxatierapport van de commissie staat zelfs dat plaatsing in een museum ‘noodzakelijk’ is met de toevoeging: “Anders wordt aanbevolen de Regeling voor dit schilderij niet toe te passen.” Het schilderij kwam uiteindelijk terecht in de werkkamer van koning Willem-Alexander, de Secretarie van het Paleis op de Dam en die kamer is niet toegankelijk voor publiek.
Je kunt niet dichtbij komenBezoekers kunnen alleen vanaf de ingang van de Secretarie het schilderij van veraf en vanaf de zijkant zien hangen. Dichterbij mag je als bezoeker niet komen. Waarschijnlijk heb je alleen in de gaten dat er een schilderij Van de Velde hangt, omdat er iets over wordt gezegd in de audiotour.
Het nadrukkelijke advies van de commissie is dus niet opgevolgd. “Het was een uiterst belangrijk werk,” zegt kunsthistoricus en lid van de commissie, Rudi Ekkart, “Het was ook een uiterst kostbaar werk. En daarom hoorde het in ieder geval een publieke functie te krijgen… We hebben (als commissie, red.) juist alles gedaan om het zo zuiver mogelijk te doen,” aldus Ekkart.
Lees ook: Bijzondere meubels verdwenen uit Paleis Soestdijk Ronald Plasterk verantwoordelijkEvert Rodrigo, destijds Hoofd Collecties van het Instituut Collectie Nederland, noemt het tegenover ZEMBLA “storend” dat het schilderij niet in een museum is terechtgekomen.
Volgens Rodrigo is toenmalig minister Ronald Plasterk van OCW hiervoor verantwoordelijk. Hij zou koningin Beatrix destijds per brief hebben laten weten, dat het schilderij in het Paleis op de Dam mocht blijven hangen. Plasterk zegt tegen ZEMBLA hierover niks te kunnen vertellen, omdat hij zich moet “houden aan de grenzen van de ministeriële verantwoordelijkheid.”
Het ministerie van OCW stelt dat: “Aan de wens (..) met betrekking tot toegankelijkheid wordt voldaan door het schilderij op te hangen in het Paleis op de Dam, waar het gedurende 265 dagen per jaar zichtbaar is.”
De Rijksvoorlichtingsdienst wil niet reageren op de vragen van ZEMBLA over de 120%-regeling die de koninklijke familie met het Rijk getroffen heeft.