Dodelijke schietpartij Amsterdam gereconstrueerd

In Amsterdam is een reconstructie uitgevoerd van de schietpartij waarbij vorig jaar een amateurvoetballer omkwam door een politiekogel.

Het Amstelveense amateurvoetbalelftal RKAVIC-4 wordt op 14 mei dit jaar kampioen. Een groot deel van het elftal trekt naar de Amsterdamse binnenstad om het feest uitbundig te vieren.

Een agent met politiehond slaat de luidruchtige mannen gade en besluit in te grijpen. Twee mannen worden aangehouden, waarna zich in korte tijd een drama ontvouwt. De agent schiet vier keer met zijn dienstwapen omdat hij zich bedreigd voelt. Twee minuten na de aanhouding is één van de mannen, de 31-jarige aanvoerder Michael Koomen, op slag dood. Twee andere jongens raken zwaargewond. Negen voetballers worden gearresteerd voor poging tot doodslag.

ZEMBLA maakte een reconstructie van dit incident in de aflevering ' De kogels na het kampioenschap '

Op basis van de reconstructie van gisteravond en de rest van het onderzoek, bepaalt justitie of de politieman zal worden vervolgd.

Noodweer?
De vechtpartij werd die avond vastgelegd op beveiligingscamera's, maar op cruciale punten komt de verklaring van de agent niet overeen met de beelden en de verklaringen van omstanders.

Alexandra Oswald, woordvoerder van justitie, legt uit wat uit de reconstructie naar voren moet komen. "De agent heeft gezegd dat hij vanuit noodweer heeft gehandeld. Hij moest schieten, zei hij. De andere betrokkenen weten het niet meer of hebben het niet gezien."

"Dan is zo'n reconstructie heel erg van belang om te kijken of het kán wat de agent zegt. Op basis van deze reconstructie hopen we een beter antwoord te kunnen geven op de vraag of hij niet anders kon dan schieten."

Politiebus
Volgens Rob Aartsen van de Rijksrecherche is het heel belangrijk alles tot in detail na te bootsen. "We gebruikten voor de reconstructie dezelfde bus als die gebruikt werd op de avond van de schietpartij. Alles is vastgelegd op video vanaf verschillende posities."

Bij de reconstructie waren zowel de agent als de ploeggenoten van de jongen die werd neergeschoten aanwezig, maar dat heeft niet voor problemen gezorgd.

"De betrokkenen kregen elkaar niet te zien. Die hielden we van elkaar gescheiden", zegt Aartsen. "Zo veel mogelijk mensen speelden hun eigen scène van die avond, maar werden daarbij geholpen door stand-ins, die leken op de mensen die op de bewuste avond een rol gespeeld hebben."