Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Dit kun je doen bij ernstige stankoverlast

06-10-2022
  •  
leestijd 7 minuten
  •  
1108 keer bekeken
  •  
tips_stankoverlast3

Wonen in de buurt van een bedrijf dat veel stank verspreidt is niet alleen hinderlijk, maar kan ook slecht zijn voor de gezondheid. In drie Zembla-uitzendingen is te zien hoe burgers die zich verzetten tegen stinkende bedrijven in hun omgeving of tegen de komst van zulke bedrijven, vaak verdwaald raken in een juridisch doolhof. Han ter Maat is expert op het gebied van omgevingsrecht. Voor Zembla heeft hij een aantal adviezen geformuleerd over wat je als belanghebbende, zoals omwonende, bewonersgroep of milieugroep het beste wél en niet kunt doen.

1: Meld de overlast

Laat allereerst weten dat je overlast ervaart. Dat kan door een melding te doen bij de regionale omgevingsdienst. Dat is de instantie die namens gemeenten en provincies vergunningen op milieugebied verleent en daarop handhaaft. Nederland telt 29 omgevingsdiensten. Op de website van elke omgevingsdienst staat waar je een melding kan doen van stankoverlast door bedrijven.

Uit onderzoek van Zembla voor de serie Stank en Strijd blijkt dat veel mensen ontevreden zijn over de manier waarop de omgevingsdienst hun stankoverlast klachten afhandelen. Het gebeurt bijvoorbeeld niet vaak dat er direct iemand komt ruiken, om vast te stellen wat of wie de oorzaak is. Ook is vaak onduidelijk wat er precies met de klacht wordt gedaan. Mensen ervaren dat het klagen de stankoverlast niet vermindert. Dat leidt tot frustratie. In Deurne zorgde die frustratie ervoor dat inwoners stankoverlast op een ander platform gingen melden, namelijk bij Stank op de kaart, een initiatief van het Brabants Burgerplatform.

Klachten bij alternatieve meldpunten komen niet bij de omgevingsdienst terecht en worden dus ook niet officieel geregistreerd. Ze worden ook niet doorgegeven aan het bedrijf dat de stankoverlast veroorzaakt. Blijven melden bij het officiële meldpunt van de omgevingsdienst is dus belangrijk.

2: Dien een handhavingsverzoek in

Wie het idee heeft dat een bedrijf zijn vergunning of de milieuregels overtreedt, kan een handhavingsverzoek indienen bij de omgevingsdienst. Het belangrijkste verschil met een melding is dat bij een verzoek om handhaving een formeel besloten moet worden of er sprake is van een overtreding én of er zal worden gehandhaafd. 

Als de omgevingsdienst handhavend optreedt, doet ze dat namens het zogeheten bevoegd gezag. Dat is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente die de vergunning heeft verleend of Gedeputeerde Staten als de provincie de vergunning heeft verstrekt. In principe moet er worden gehandhaafd als er sprake is van een overtreding, zo heeft de Raad van State al vaak uitgesproken. Slechts in uitzonderingssituaties hoeft dat niet.

3: Dit kun je doen als de gemeente of provincie niet handhaaft

De gemeente of provincie kan zo’n handhavingsverzoek dus ook naast zich neerleggen, bijvoorbeeld als er volgens de omgevingsdienst geen milieuregel wordt overtreden. Tegen dit besluit kun je bezwaar maken bij de gemeentelijke of provinciale bezwarencommissie en je kunt dan daarna ook in beroep gaan bij de rechtbank. In het besluit op het handhavingsverzoek wordt aangegeven hoe je dat dan precies moet doen.

Daartegenover staat dat je alleen zo’n verzoek kunt indienen als je belanghebbende bent. Daar zijn strenge regels voor. Zo moet het aannemelijk zijn dat bij de woning van de betrokkene ‘gevolgen van enige betekenis’ kunnen worden ondervonden.

Een voorbeeld uit de praktijk van wat daarmee wordt bedoeld:

Bert van Sas uit Helmond heeft al jaren last van stank van kippenmestverwerker Den Ouden. Omdat hij vindt dat de omgevingsdienst daar te weinig aan doet, dient hij een handhavingsverzoek in. Dat werd afgewezen, omdat Van Sas te ver van de mestverwerker woont. Hij ging in bezwaar, maar dat werd ongegrond verklaard. Ook bij de rechter en de Raad van State ving hij bot. Hij werd niet ontvankelijk verklaard omdat hij geen belanghebbende is.

Zo zorg je dat je belanghebbende bent

Om te voorkomen dat je niet als belanghebbende wordt gezien, kun je een stichting oprichten of een vereniging die verschillende belangen in zich verenigt en bundelt. Denk daarbij aan een wijkraad of een buurtvereniging. Zo loop je niet het risico om “niet-ontvankelijk” te worden verklaard als het tot een rechtszaak komt. Je kunt je natuurlijk ook aansluiten bij een bestaande vereniging of stichting zoals bijvoorbeeld lokale milieugroeperingen of provinciale milieufederaties.

Dan nu de tips voor als er nog geen stankoverlast in je omgeving is, maar wel dreigt te komen:

4: Houd de plannen voor je omgeving goed in de gaten

Het grote probleem met stankoverlast is dat wanneer je het opmerkt, het vaak heel moeilijk is om er nog iets aan te doen. Het bedrijf heeft dan namelijk al een vergunning voor de activiteit die de stank veroorzaakt. Aan die vergunning is een heel traject vooraf gegaan, waarin omwonenden hun stem hadden kunnen laten horen. Bijvoorbeeld via zienswijzen en bezwaarschriften. Maar als je niet weet dat er een mestverwerker komt op het industriegebied achter je huis, of je mist dat het composteerbedrijf in de buurt een uitbreiding heeft aangevraagd, ben je eigenlijk te laat. Je bent dan aangewezen op de handhaving. 

Elke aanvraag van een omgevingsvergunning moet worden gepubliceerd in een gemeentelijk blad, een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad of op internet.

5: Check het bestemmingsplan

Ontdek je vervolgens dat er een nieuwe activiteit of uitbreiding komt die mogelijk overlast gaat geven, ga dan na of de gevraagde activiteit of de gewenste ontwikkeling “mag” op grond van het bestemmingsplan. Want als het bestemmingsplan de gevraagde activiteit of ontwikkeling toestaat, dan moet de gevraagde vergunning ook worden verleend. Het heeft dan geen nut om daartegen bezwaar te maken. Wél kun je dan proberen om de gevolgen van die activiteit te verminderen. Dat kan ook belangrijk zijn om overlast in welke vorm ook te voorkomen.

Bestemmingsplannen zijn te vinden op de websitewww.ruimtelijkeplannen.nl   

6: Ga in overleg

Als er een nieuw bedrijf of bedrijventerrein komt dat mogelijk overlast gaat geven, wordt voor omwonenden vaak een klankbordgroep in het leven geroepen. Soms nodigt een bedrijf dat gaat uitbreiden omwonenden uit voor een voorlichtingsbijeenkomst. Ga altijd in op zulke uitnodigingen.

Je leest zo af en toe nog wel eens dat milieuorganisaties of bewonersgroepen afhaken in een overleg met gemeente of initiatiefnemers. Doe dat nooit op voorhand of zonder echte reden. Blijf wel scherp op het doel. Dat is zoveel mogelijk informatie verkrijgen van de aanvrager of initiatiefnemer over het project. En het doel is natuurlijk ook om de vragen, zorgen en bezwaren in een vroegtijdig stadium over het voetlicht te brengen. Vraag bij zo’n overleg ook altijd om de aanwezigheid van het bevoegd gezag, dat is de overheid die de vergunning wel of niet gaat verlenen aan het bedrijf. Dat is dus de gemeente waarin het bedrijf ligt of de provincie.

7: Schakel een deskundige in

Laat je tijdig adviseren door een deskundige. En wel in het begin van het proces en niet als je er zelf niet meer uitkomt en er al van alles is gebeurd en afgesproken. Het omgevingsrecht is zodanig ingewikkeld dat slechts deskundigen zich daarover een goed oordeel kunnen vormen. Trap dus niet in overtuigende deskundigenpraat van de zijde van de initiatiefnemer of ontwikkelaar als je zelf niet deskundig bent. Want de kennis en het geld voor gelikte presentaties zitten natuurlijk bij het bedrijf of de ontwikkelaar. Die zal het project zo goed mogelijk willen presenteren en dat is heel begrijpelijk. Zorg er daarom voor dat ook jij als belanghebbende je gesteund weet door een deskundige adviseur zowel inhoudelijk op het terrein van het milieu als ook op juridisch vlak.

8: Maak een plan en houd je eraan

Wil je de ontwikkeling of de vestiging van een bedrijf, of de uitbreiding van een bedrijf tegenhouden? Of wil je bijvoorbeeld dat in de plannen van een bedrijf iets gewijzigd wordt? Wat het doel van jou en de andere belanghebbenden ook is, zorg ervoor dat dit van begin af aan helder en duidelijk over het voetlicht wordt gebracht. Maak daarvan bijvoorbeeld een flyer, zodat iedereen er kennis van kan nemen en de initiatiefnemer ook meteen weet waar de pijnpunten liggen. Dat biedt hem of haar dan ook de mogelijkheid om die pijnpunten te verzachten. En doet de initiatiefnemer dat niet, kan kun je die onwil ook steeds opnieuw aanhalen in te voeren bezwaren- en beroepsprocedures en dat wil bij rechters nog wel eens goed werken. Verander het doel niet in de loop van het proces.

9: Wees op je hoede 

Ga nooit mee in een ‘gentlemans-agreement’ zonder dat je precies weet wat daarvan de gevolgen zijn. En zet geen handtekening onder iets waarvan je de gevolgen niet kent.

Een voorbeeld van een situatie waarin het mis ging met een door alle partijen ondertekende afspraak: Toen de wijkraad van Brouwhuis vernam dat er in Helmond een grote kippenmestverwerker zou komen, zijn ze met het bedrijf, De Ouden, in gesprek gegaan over hun angst voor onder andere stankoverlast. Dat leidde uiteindelijk tot het tekenen van een ‘gentlemens-agreement’. Daarin spraken de partijen af dat het bedrijf direct zou reageren als er toch stankoverlast was. De wijkraad zei om die reden toe niet in bezwaar te gaan tegen de komst van het bedrijf. De stankoverlast is tot op de dag van vandaag een groot probleem in de wijk.

Hoe goed en constructief het overleg met de initiatiefnemer of ontwikkelaar ook wordt ervaren, doe nooit afstand van het recht op het indienen van bezwaarschriften en het instellen van beroep en hoger beroep. 

Stem niet in met vage toezeggingen van de initiatiefnemer of het bevoegd gezag dat bijvoorbeeld regelmatig metingen zullen worden uitgevoerd. Laat die toezeggingen opnemen als voorschrift in de vergunning en nergens anders.

10: Mobiliseer de gemeenteraad

Probeer de partijen in de gemeenteraad te mobiliseren als er onrust dreigt in een wijk of dorp. Laat hen de verantwoordelijke wethouder of gedeputeerde daarop aanspreken of ter verantwoording roepen. Want het is uiteindelijk de gemeente of de provincie die bestuurlijk verantwoordelijk is voor een goed woon- en leefmilieu voor de inwoners.

Gemeenteraadsleden weten meestal niet veel van omgevingsvergunningen en zij gaan er ook niet over. Dat is namelijk het college van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad beslist wel over bestemmingsplannen. Dus zorg ervoor dat je als belanghebbende al vroeg in beeld bent bij de gemeente: in de fase dat een bestemmingsplan wordt opgesteld en vastgesteld. 

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.

BNNVARA LogoWij zijn voor