Minister Ollongren van Defensie heeft een kritisch NAVO-document over de besteding van de extra miljarden voor de Nederlandse krijgsmacht niet met de Tweede Kamer gedeeld. In september liet zij de Kamer weten dat Nederland met de geplande defensie-uitgaven ‘grotendeels’ voldoet aan wat de NAVO van Nederland vraagt. Het bondgenootschap spreekt in een schriftelijke evaluatie op basis van de kabinetsplannen echter van ‘voortdurende, significante, kwalitatieve tekortkomingen’. De NAVO stuurde een conceptversie van de zogenoemde review al in juni naar het ministerie. Ollongren deelde het stuk noch de inhoud ervan met de Kamer tijdens de bespreking van de Defensienota. Volgens CDA-Kamerlid Derk Boswijk heeft ze de Kamer daarmee ‘incompleet en onvolledig’ ingelicht: ‘In dit stuk wordt een ander beeld geschetst dan destijds in het debat.’
Het document is een evaluatie, geschreven op basis van de nieuwe Defensienota van het kabinet. De NAVO blijkt, ondanks de extra miljarden die de regering voor de krijgsmacht uittrekt, niet tevreden met de keuzes die het kabinet maakt. Brussel hekelt met name de geringe Nederlandse bijdrage aan de gevechtskracht van het bondgenootschap.
CDA-Kamerlid Derk Boswijk ondervroeg de minister in september tijdens een commissiedebat over de Nederlandse bijdrage aan de NAVO. Ollongren antwoordde dat Nederland bijdraagt door te investeren in een Duits-Nederlands gevechtsbataljon. 'Wij voldoen grotendeels aan wat de NAVO van ons vraagt', aldus de minister.
Boswijk concludeert tegenover Zembla dat Ollongren de Kamer ‘incompleet en onvolledig’ heeft ingelicht: ‘In dit stuk wordt een ander beeld geschetst dan destijds in het debat.’
Boswijk: ‘Blijkbaar zit hier een lacune tussen wat aan de Kamer is verteld en wat nu blijkt uit een document dat er toen ook al was.’ Woensdag wil Boswijk hier vragen over stellen tijdens een debat over de defensiebegroting.
Desgevraagd stelt Assistent Secretaris-Generaal David van Weel van de NAVO dat het bondgenootschap lidstaten beoordeelt op hun eigen inbreng. Niet op de resultaten uit samenwerkingsverbanden met andere landen. ‘Het vinklijstje van de NAVO is voor Nederland niet afgedekt,’ aldus Van Weel.
Derk Boswijk (CDA) stelde de minister in september ook vragen over de gevolgen voor de onderlinge solidariteit binnen het bondgenootschap, omdat Nederland nu vooral investeert in vliegtuigen, raketten en drones, in plaats van in door de NAVO gewenste gevechtskracht op de grond. Ollongren zei daarop dat die NAVO-wensen waren gebaseerd op ‘de oude situatie’ en dateren van voor de nieuwe Defensienota. Dat is echter onjuist. De NAVO-evaluatie is door Brussel opgesteld aan de hand van de nieuwe defensieplannen.
Het bondgenootschap is, blijkt uit de review, op meerdere punten kritisch op de regeringsplannen voor de krijgsmacht. Zo wijst Brussel er nadrukkelijk op dat Nederland nog altijd niets doet om de schade die is ontstaan door eerdere bezuinigingen, ongedaan te maken: ‘Ondanks de Defensienota van 2022 geeft Nederland aan geen plannen te hebben iets te doen aan deze ernstige tekortkomingen,’ noteert het bondgenootschap.
‘Als de gevraagde capaciteiten niet volledig worden geleverd, dan moeten andere bondgenoten wellicht een belangrijk deel van het Nederlandse deel (…) voor hun rekening nemen, vooral in het landdomein,’ concludeert het stuk.
In een reactie erkent het ministerie van Defensie dat Nederland niet aan alle wensen van de NAVO tegemoet komt, met name waar het de gevechtskracht van de krijgsmacht betreft.
‘Het is duidelijk dat het kabinet, ook met de extra investering in Defensie, op dit moment niet helemaal aan alle NAVO doelstellingen kan voldoen. Daar zijn we ook open en eerlijk over,’ zo schrijft het ministerie.
Ook laat het ministerie weten dat de NAVO-review waar Zembla over beschikt nog niet de ‘formele, goedgekeurde versie’ van de evaluatie betreft. De definitieve versie zal op korte termijn aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.