De
komende jaren worden de Amerikaanse atoombommen op de Brabantse vliegbasis
Volkel vervangen door gemoderniseerde exemplaren. Dat betekent dat er flink
heen en weer wordt gevlogen met kernwapens. Maar wat als er een gans in de
motor vliegt en zo’n militair toestel verongelukt op Nederlands grondgebied?
Daarbij kan radioactiviteit vrijkomen. Wie ruimt de rommel op, en wie gaat dat
betalen?
Al sinds 2010 probeert Nederland afspraken te maken met de
Verenigde Staten over de kosten van sanering bij een ongeluk met een Amerikaans
kernwapen. Uit documenten van de Amerikaanse ambassade in Den Haag, in de
openbaarheid gebracht door Wikileaks, blijkt dat Washington niet zit te wachten
op zulke kostbare overeenkomsten met atoombom-gastland Nederland. De ambassade
ontvangt telkens instructies om vooral niet met de Hollanders te praten over
saneringskosten (“costs of remediation”).
De Haagse vertegenwoordiger bij het overleg, een hoge
ambtenaar van het toenmalige ministerie van Volksgezondheid, heeft zò de pest
in over de onwelwillende houding van de Amerikanen, dat hij dreigt met
“intrekking van de overvliegrechten” van de VS.
Hoe staat het -
inmiddels negen jaar later - met de
Nederlands-Amerikaanse onderhandelingen over de vraag wie betaalt voor het
opruimen van de radioactieve rommel na een onverhoopt ongeluk met een
kernwapen.
Waarschijnlijk niet zo goed. Spanje praat namelijk al meer
dan vijftig jaar met de VS over dit uiterst gevoelige onderwerp, en is al die
tijd geen stap verder gekomen.
In 1966 werd een Amerikaanse B52 bommenwerper met vier
kernwapens aan boord bijgetankt in het luchtruim boven de Costa Blanca. Dat
ging mis. Er was een explosie en beide toetellen stortten neer, waarbij drie
atoombommen op de grond terecht kwamen in de buurt van het kustplaatsje
Palomares. Er volgde geen nucleaire ontploffing, maar de bommen raakten door de
val zo ernstig beschadigd dat er radioactief materiaal (plutonium) vrijkwam dat
grote stukken landbouwgebied besmette.
Geen plek
om met een sangria in de zon te gaan liggen bakken
De Costa Blanca is een aaneenschakeling van hotels en
appartementengebouwen, maar dat lange witte lint van bebouwing wordt bij
Palomares abrubt onderbroken. Het is het enige plekje aan de kust waar het
massatoerisme geen vat op heeft gekregen. Geen wonder, want hele stukken van
Palomares zijn ruim vijftig jaar na het ongeluk nog steeds radioactief besmet,
en met hoge hekken afgeschermd. Geen plek om met een sangria in de zon te gaan
liggen bakken.
De Verenigde Staten hebben destijds wel wat vervuilde grond
afgevoerd, maar die operatie werd nogal oppervlakkig uitgevoerd. Veel
radioactief besmette bleef liggen. Na eindeloos onderhandelen over het saneren
van Palomares kreeg Spanje het voor elkaar. President Obama beloofde de zaak
alsnog op te ruimen en was ook bereid om dat te betalen. Maar zijn opvolger,
Donald Trump, bleek daar toch heel anders over te denken. En zo is Spanje weer
terug bij af.
Intussen
in Den Haag…
In 2010
liepen de gemoederen hoog op bij de gesprekken tussen Den Haag en Washington
over de saneringskosten na een onverhoopt nucleair ongeluk op Nederlandse
bodem. Hoe is het afgelopen met die onderhandelingen?
We doen
navraag bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu van minister Cora van
Nieuwenhuizen dat een leidende rol heeft bij stralingsincidenten. Dit is wat we
willen weten:
Het zijn vragen die onze staatsveiligheid of de
bondgenootschappelijke militaire afspraken niet raken. Het gaat hier in de
eerste plaats toch om de volksgezondheid en de mogelijke financiële gevolgen
van een ongeluk met militair nucleair materiaal. Toch schiet ook het ministerie
van Infrastructuur en Milieu onmiddellijk in een atoomkramp. Woordvoerder Roel
Vincken laat Zembla weten: “De informatie waar je in je mail naar vraagt, is
geheim.”
We doen nòg een poging, bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en
Stralingsbescherming. De ANVS is de onafhankelijke waakhond die er volgens
eigen zeggen op toe ziet of de nucleaire veiligheid in Nederland voldoet aan de
hoogste eisen. Daar moet dus wel het een en ander bekend zijn. We doen een
beroep op de Wet openbaarheid van bestuur en vragen stukken op. Maar ook hier
stuiten we op een muur van geheimzinnigdoenerij. De ANVS bevestigt in het bezit
te zijn van relevante documenten, maar weigert deze openbaar te maken. Alles is
“geheim”.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.