“Ik heb nooit spijt gehad. Het moest gebeuren.” Klokkenluider Ad Bos blikte deze week in het programma ‘M’ terug op een van de grootste financiële schandalen uit de Nederlandse geschiedenis: de bouwfraude. Zembla bracht de zaak in 2001 aan het licht in een inmiddels legendarische uitzending.
In dit artikel blikken we terug op de uitzending uit 2001. Wat was de bouwfraude precies? Wie waren betrokken en om hoeveel geld ging het? Ook kijken we naar wat er sinds de onthulling is gebeurd en hoe het de klokkenluiders is vergaan.
Bos, voormalig technisch directeur bij bouwbedrijf Koop Tjuchem, levert in Zembla de bewijzen voor het bestaan van een bouwkartel. Bouwbedrijven maken in het geheim prijsafspraken. De opdrachtgevers van allerlei bouwprojecten blijken zeker tien jaar lang voor miljarden te zijn opgelicht.
Ad Bos, klokkenluider van de bouwfraude
Onder de opdrachtgevers zitten Rijkswaterstaat, gemeenten en allerlei overheidsdiensten, Schiphol, musea, kerken, scholen en zelfs liefdadigheidsinstellingen. De praktijken konden jarenlang doorgaan omdat aannemers veelvuldig steekpenningen hebben betaald aan topambtenaren bij Rijkswaterstaat en gemeenteambtenaren. Ook probeerden bouwbedrijven ervoor te zorgen dat werknemers die ervan wisten hun mond hielden, door ze grote geldbedragen te bieden in ruil voor hun zwijgen.
In april 1999 stapt Ad Bos naar justitie met een verhaal over een gigantische bouwfraude. Het OM wil de bewijzen zien, maar Ad Bos zet veel op het spel en eist daarom compensatie. Over de hoogte van de vergoeding worden justitie en Bos het niet eens. Bovendien wil het OM eerst de stukken inzien. Het gesprek loopt vast en het OM staakt het onderzoek.
Twee jaar later klopt Bos aan bij Zembla, waar hij uiteindelijk de dappere beslissing neemt om toch zijn verhaal te doen en de schaduwboekhouding met Zembla te delen. Hij noemt daarvoor twee redenen: “A: Men gebruikt het systeem ook om mij overal te weren, dat is een van de redenen. B: Het is al sinds tientallen jaren zo’n verziekt systeem dat het alle verhoudingen in de aanbestedingswereld en in de aanbestedingsbedrijven scheef trekt.”
De geheime boekhouding van het bedrijf Koop Tjuchem laat honderden bouwprojecten zien waarbij de opdrachtgever te veel heeft betaald en hoe bouwbedrijven dat onderling hebben verdeeld. Het gaat om bouwopdrachten uit de periode 1988-1998. In uiterste gevallen vraagt men de helft extra. Dus als een bouwproject een miljoen kost, vraagt men een half miljoen extra.
“50 procent extra is het uiterste, maar een gemiddelde van 20 tot 25 procent komt nogal eens voor ja”, verklaart Bos in de uitzending van Zembla.
Zo wordt bijvoorbeeld in Hoofddorp een winkelcentrum van VOMAR gerenoveerd. VOMAR denkt bij de aanbesteding een scherpe prijs te hebben bedongen. Maar in de schaduwboekhouding lezen we dat alle bouwbedrijven die op de aanbesteding hebben ingeschreven allemaal 21.000 gulden (destijds waren er nog geen euro’s) extra hebben gekregen. In totaal is 150.000 gulden te veel betaald op een bedrag van 550.000 gulden.
Kijk de uitzending 'Sjoemelen met miljoenen' (2001):
In de uitzending blijkt dat kort voor de aanbesteding van een bouwproject alle bouwbedrijven die meedoen in het geheim samenkomen. Daar leggen ze allemaal hun prijzen op tafel. Degene met de laagste prijs mag de klus uitvoeren. Vervolgens wordt besproken hoeveel extra er gevraagd gaat worden en hoe dat extra bedrag onder alle bedrijven verdeeld zal worden. Er wordt dus in het geheim door het bouwkartel een prijs afgesproken. De daadwerkelijke aanbesteding is vervolgens een toneelstukje. De bouwbedrijven weten immers al lang wie de klus krijgt en voor hoeveel. “Dit is al tientallen jaren gaande”, vertelt Ad Bos in Zembla. De schaduwboekhouding wordt door andere oud-medewerkers van Koop bevestigd.
In de papieren van Bos worden haast alle bouwbedrijven die er op dat moment in Nederland zijn genoemd. Zembla vraagt grote spelers als Heijmans en Koop Tjuchem om een reactie, maar niemand wil meewerken aan de uitzending. Voormalig CDA-leider en minister Elco Brinkman is op dat moment voorzitter van de bond van bouwbedrijven. Ook Brinkman weigert een interview.
De enigen die op dat moment weten van de bouwfraude en zich er druk om maken zijn Rob van Gijzel (PvdA) en Gerd Leers (CDA). Zij zijn op dat moment beiden Kamerlid. “Het gaat om een van de grootste fraudes uit de historie van Nederland”, zegt Van Gijzel in Zembla. “Als het op dit moment nog doorgaat, met de huidige marges, denk ik dat de fraude op een miljard per jaar zit.”
politicus Rob van Gijzel
De bouwfraude legt ook grootschalige corruptie bloot. Het bouwkartel kon alleen zo lang doorgaan met de fraude dankzij de medewerking van hoge ambtenaren bij Rijkswaterstaat. Die werden omgekocht, zegt Bos. Een oud-medewerker van bouwbedrijf Koop Tjuchem verklaart: “Ik heb geconstateerd dat medewerkers van Rijkswaterstaat tal van schenkingen kregen, zoals het opknappen van hun tuin, etentjes, uitstapjes en een reisje naar Curaçao.”
De uitzending slaat in 2001 in als een bom. Er komen nog veel meer zaken aan het licht en er volgt een parlementaire enquête om de onderste steen boven te krijgen. De enquête bewijst dat de Nederlandse samenleving inderdaad voor miljarden euro’s is opgelicht door de bouwwereld.
Na de enquête stapt in 2004 nog een klokkenluider naar voren: Floor Drost, die ook een schaduwboekhouding openbaart. De schoonvader van Drost vraagt net na de eerste Zembla-uitzending in 2001, of Drost een pakket papieren voor hem wil bewaren. Drost legt het pakket in een schuurtje bij zijn huis. Als hij de schuur opruimt laat hij het pakket vallen en blijkt dat er een schaduwboekhouding in zit. De eigenaar van de papieren, de voormalige schoonvader van Drost, is dan in dienst van een werkmaatschappij van bouwbedrijf VolkerWessels.
In de papieren staan honderden bouwprojecten genoemd. Het gaat om veel meer dan infrastructurele projecten waarbij opdrachtgevers worden opgelicht. Voorbeelden zijn de bouw van het AZ-stadion, een toneelschuur in Haarlem, het Van Abbemuseum in Eindhoven, de renovatie van kerken, de werkplek van Humanitas, het stadhuis in Utrecht, het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen en zelfs de bouw van liefdadigheidsinstelling het Ronald McDonaldhuis. “Toen ik zag dat het kinderfonds voor 140.000 gulden bedot is, toen werd ik echt boos. Dit is te schofterig voor woorden. Dat daar nog fraude gepleegd wordt”, zegt Drost in de Zembla-uitzending ‘Afrekenen met de bouwfraude’ uit 2006. De enorme omvang van de fraude wordt nogmaals bevestigd.
‘De Zembla-uitzending 'Afrekenen met de bouwfraude’ maakt in 2006, vijf jaar na de onthulling van de bouwfraude, de balans op.
1300 bouwbedrijven zijn door de Nederlandse Mededingingsautoriteit beboet. In totaal betalen ze alles bij elkaar 406 miljoen euro. De boetes vallen in het niet bij de miljarden die er met de fraude verdiend zijn. 10 jaar bouwfraude heeft naar schatting geleid tot illegale winsten van 15 tot 25 miljard euro. Geld dat in de zakken van bouwers is verdwenen. En aangezien het veelal om gesubsidieerde opdrachtgevers en overheden ging, bestaat een groot deel van het verdwenen bedrag uit belastinggeld.
Slechts vier bouwbedrijven en een tiental personen komen voor de rechter. De straffen zijn mild, in totaal wordt 2.5 ton boete betaald. De individuele boetes variëren van 3000 tot 100.000 euro. Het gaat allemaal om zaken uit de schaduwboekhouding van Ad Bos. Klokkenluider Drost spreekt in Zembla zijn verbazing uit over het feit dat er met zijn informatie niets is gebeurd: “Justitie heeft er niks mee gedaan. Ik heb er niks meer van gehoord.”
Kijk de uitzending 'Afrekenen met de bouwfraude' (2006):
De directeuren en de commissarissen van de bouwbedrijven zitten er dan allemaal nog. Meestal met een flinke loonsverhoging. De klokkenluiders Floor Drost en Ad Bos zitten berooid en zonder baan thuis. Het enige dat Ad Bos krijgt twee jaar na de eerste Zembla-uitzending, is een kerstkaart van het ministerie waarin beloofd wordt dat er een goede regeling voor klokkenluiders komt. Maar daar hoort hij vervolgens nooit meer iets over. Ondertussen leeft hij van de overwaarde van zijn verkochte huis.
Voor de bij de fraude betrokken ambtenaren zijn er geen gevolgen. Ook blijkt dat er zelfs verschillende politici commissaris waren bij de bouwbedrijven tijdens de bouwfraude. VVD’er Pieter Hofstra erkent in de Tweede Kamer dat hij van de fraude wist, maar niets deed. Later ontkent hij dat weer.
Zembla toont aan dat de vice-voorzitter van de parlementaire enquête, CDA-Kamerlid Jan ten Hoopen, zelf commissaris was geweest bij een bouwbedrijf. Toch sloeg hij het vice-voorzitterschap niet af. In zijn tijd als commissaris, blijkt het bedrijf waarvoor hij werkzaam was ook gefraudeerd te hebben. Het bedrijf is ook beboet. In Zembla ontkent Ten Hoopen in zijn periode als commissaris op de hoogte te zijn geweest van de fraude.
Banden tussen politici en de bouwwereld blijken nauw. Zo blijkt Annemarie Jorritsma, minister ten tijde van de bouwfraude en in 2006 burgemeester van Almere, een goede relatie te hebben met de firma Koop. Samen met haar man is Jorritsma dan eigenaar van Jorritsma Bouw. In de schaduwboekhouding van Drost staat haar naam meerdere keren genoemd. Drost verklaart dat hij zijn schoonvader ook had horen bellen met minister Jorritsma. “Hij werd meteen door de assistente doorverbonden”, aldus Drost.
Minister Donner pleit zijn collega vrij van betrokkenheid bij de fraude. Hij zegt dat de naam ‘Jorritsma’ later met pen aan de schaduwboekhouding is toegevoegd. Drost zegt daarover: “Ik heb dat niet gedaan.” Een forensisch schriftexpert onderzoekt het handschrift en zegt tegen Zembla dat de naam ‘Jorritsma’ door dezelfde persoon is geschreven als de rest van de schaduwboekhouding. Het Openbaar Ministerie concludeert echter dat Jorritsma niets fout heeft gedaan. Justitie wil daarover verder niets zeggen tegen Zembla. Uiteindelijk wordt het bedrijf Jorritsma Bouw ook beboet voor fraude. Mede op basis van de schaduwboekhouding van Dorst. Jorritsma weigert Zembla in de uitzending te woord te staan.
Annemarie Jorritsma
Er volgen na de uitzending uit 2006 nog meer schikkingen en betalingen. Uiteindelijk leverde de onthulling van bouwfraude de Staat naar schatting een miljard euro op. De klokkenluider heeft daar niet van geprofiteerd, integendeel. Bos heeft geen baan, geen inkomen en geen woning meer. Niemand geeft hem werk, niemand helpt hem. Jarenlang werd hij beschuldigd van omkoping van ambtenaren. Bos krijgt uiteindelijk na jaren procederen een schadevergoeding van de Staat. Een paar jaar later krijgt uiteindelijk ook Floor Drost na een lange strijd een schadevergoeding. De hoogtes van de vergoedingen zijn nooit bekendgemaakt.
Na talloze niet nagekomen beloften, zijn er de afgelopen jaren wat pogingen gedaan om klokkenluiders in Nederland beter te beschermen. Er zijn wat losse organisaties die zich voor klokkenluiders in zetten en die fuseren in 2016 als het Huis voor Klokkenluiders wordt opgericht. Maar een jaar later blijkt het project totaal mislukt. Het voltallige bestuur van het huis stapt op. De mislukking komt onder andere door een slechte implementatie van de wet door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het Huis kan nog geen deuk in een pakje boter slaan.
Er volgt een doorstart, maar opnieuw ontstaan er grote problemen binnen het Huis. In maart 2019 komt er een nieuw bestuur en lijkt er meer rust in de organisatie te komen. Maar de middelen die het Huis heeft zijn nog altijd beperkt. Zo moeten klokkenluiders nog steeds lang procederen als ze een schadevergoeding willen en ontbreekt het nog altijd aan goede, bij wet vastgelegde bescherming.
Dan wordt datzelfde jaar de EU-klokkenluidersrichtlijn vastgesteld, die betere bescherming biedt. Nederland besluit de eigen wetgeving aan te passen. Het nieuwe Nederlandse wetsvoorstel is complex en stuit op een hoop kritiek, onder andere van De Raad van State. De Raad zegt onder andere: “De Europese richtlijn verplicht lidstaten ‘toe te zien’ op het verbod op zwijgcontracten. Onduidelijk is echter hoe Nederland inhoud geeft aan deze verplichting.” De vrees bestaat dat met het nieuwe wetsvoorstel klokkenluiders nog steeds niet de juiste bescherming krijgen.
De strijd is twintig jaar na de bouwfraude nog altijd niet gestreden. Het nieuwe wetsvoorstel is nog niet aangenomen. Het Huis voor Klokkenluiders verkondigde in september dit jaar dat het zich zal inzetten voor meer bescherming voor klokkenluiders, geen verplichte melding bij de werkgever en financiële steun bij ontslag.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.