De ChristenUnie (CU) en de Partij voor de Dieren (PvdD) willen de import van kalveren beperken. Tweede Kamerleden Pieter Grinwis (CU) en Christine Teunissen (PvdD) dienden hiervoor moties in tijdens een debat in de Kamer afgelopen dinsdag, waarin de handelsdeal tussen Nederland en China werd besproken. Sinds 2018 heeft het land de markt geopend voor Nederlands kalfsvlees.In Nederland eten we nauwelijks kalfsvlees. Toch is Nederland de grootste kalfsvleesproducent van Europa. De wereldmarktleider op het gebied van kalfsvleesproductie is het Nederlandse bedrijf de VanDrie Group, met een jaaromzet van zo'n twee miljard euro. Het overgrote deel van het hier geproduceerde kalfsvlees gaat op export naar Midden- en Zuid-Europa en sinds kort dus ook China. Ons kalfsvlees is in deze landen een veelgevraagde delicatesse. Om aan alle vraag te voldoen importeert Nederland jaarlijks zo'n 800.000 kalveren uit het buitenland en die import groeit.
Grinwis (CU) noemt de huidige schaal van import niet langer houdbaar. “Niet alleen om redenen van dierenwelzijn en volksgezondheid, maar ook in het licht van de stikstof crisis.” Ook is volgens het Tweede Kamerlid de import nadelig voor Nederlandse melkveehouders, omdat ze hierdoor veel te weinig geld krijgen voor hun zogenoemde ‘nuchtere’ kalveren. Hij constateert dat er in de jaren zestig nog geen import was en nu 50 procent van de benodigde kalveren uit het buitenland komt.
Melkveeboeren moeten kalfjes die geboren worden, verplicht twee weken op hun erf houden. Daarna worden de meeste kalfjes verkocht aan de VanDrie Group, die ze houdt tot ze een half jaar oud zijn. Na slachting wordt 95% van het vlees naar het buitenland geëxporteerd.
In de Zembla-uitzending Het gouden kalf (2019)
riepen vierduizend melkveeboeren al op tot een stop op de import van kalveren. Zij stellen dat de grootschalige import en de monopoliepositie van de Nederlandse VanDrie Group zorgen voor een structureel te lage kalverprijs. Ook vinden zij de jaarlijkse import van 800.000 kalveren in strijd met de kringloopambities van minister Schouten (LNV). Melkveeboer Gerard Stam, een van de opstellers van de brief, tegen Zembla: “Ik snap niet hoe de minister de kalverimport in dat plaatje kan plaatsen. Dat staat er gewoon haaks op.”
Christine Teunissen van de PvdD kaartte dit ook in het debat van afgelopen dinsdag. “Eerlijk gezegd klapperen mijn oren wel als ik de minister hoor spreken over kringlooplandbouw. Zij zegt dat deze deal kringlooplandbouw ondersteunt. Dan mag de minister aan mij uitleggen wat er nou kringloop aan is, door kalfsvlees wat in Nederland is geproduceerd helemaal af te zetten aan de andere kant van de wereld. Wat ons hier in Nederland meer stikstof en meer mest oplevert.”
Omdat het debat ging over een handelsdeal tussen China en Nederland was demissionair minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) aanwezig. Zij antwoordde op de vraag van Teunissen dat haar is verteld door het ministerie van LNV dat 1 procent van de totale rund- en kalfsvlees export naar China gaat. Betere afzetmogelijkheden en het geld dat de sector daarmee verdient, kan volgens Kaag weer geïnvesteerd worden in verduurzaming van de sector.
De toekomst van de kalverhouderij is door de Tweede Kamer als controversieel bestempeld, dat betekent dat niet het demissionaire kabinet maar een volgend kabinet erover moet beslissen. De moties werden dan ook aangehouden.
Zembla onderzocht in de uitzending ‘Het gouden kalf’ hoe duurzaam de kalverhouderij is: