Volgens milieuorganisatie Greenpeace hebben natuurbranden in Siberië in 2020 al 19 miljoen hectare in de as gelegd. Dat zou blijken uit satellietbeelden. Het gebied waar het om gaat is ruim 4,5 keer zo groot als Nederland.Hoewel er elk jaar wel natuurbranden uitbreken in Siberië, bereiken die niet elk jaar zo’n rampzalige omvang. Iets meer dan de helft van het gebied dat in vlammen opging, 10 miljoen hectare, bestond volgens Greenpeace uit bos.
In 2010 en 2012 woedden er ook enorme branden die maandenlang aanhielden en ook vorig jaar stond er nog een gebied ter grootte van België, zo'n 30.000 vierkante kilometer, in brand. De eerste bosbranden braken dit jaar al uit in het voorjaar; normaal is dat pas in de loop van juli.
Beter bosbeheerDe branden ontstaan volgens Greenpeace door uiteenlopende oorzaken, van blikseminslag tot menselijk handelen. De milieuorganisatie signaleert dat veel branden beginnen aan rivieroevers. Dat zou duiden op kampvuren als oorzaak.
Greenpeace pleit voor beter bosbeheer door Rusland: niet alleen vanwege de schadelijke rook die inwoners van de regio kunnen inademen, maar ook omwille van het klimaat. Bomen houden koolstofdioxide (CO2) vast. “Om de opwarming van de aarde tegen te gaan is het behoud van bossen daarom cruciaal”, stelt de milieuorganisatie.
KlimaatveranderingOok de ongewoon hoge temperaturen die dit jaar in Siberië zijn gemeten hebben bijgedragen aan de heftige bosbranden. In een groot deel van Siberië was het van januari tot juni 2020 meer dan vijf graden warmer dan in dezelfde periodes van 1981 tot 2010. Op 20 juni werd er zelfs een nieuw recordtemperatuur gemeten door een station boven de poolcirkel: in het plaatsje Verchojansk werd het 38 graden.
Vorige week verscheen
een studie van ‘World Weather Attribution’ (WWA), waarin wordt gesteld dat de hittegolf in Siberië vrijwel onmogelijk zou zijn geweest zonder klimaatverandering. De studie is tot stand gekomen door een samenwerking tussen klimaatonderzoekers uit Frankrijk, Duitsland, Rusland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk. Ook wetenschappers van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) hebben er aan meegewerkt.
Eens in de 80.000 jaarSiberië heeft een extreem landklimaat - de temperatuur kan er uiteenlopen van min 68 graden Celsius in de winter tot temperaturen van boven de 30 graden in de zomer. Maar de langdurige hitte van het afgelopen halfjaar is volgens de onderzoekers te wijten aan de door de mensheid veroorzaakte opwarming van de aarde.
Om tot die conclusie te komen, hebben de specialisten voor hun onderzoek een groot aantal mondiale klimaatmodellen gebruikt, die ze in twee standen hebben laten draaien. Een met het huidige ‘opgewarmde’ klimaat en een van het pre-industriële klimaat zonder grote menselijke invloed. Daaruit blijkt dat de temperaturen die in Siberië worden gemeten, zonder de opwarming van de aarde, statistisch gezien maar eens in de 80.000 jaar zouden kunnen voorkomen.
CO2 De hitte in Siberië heeft naast de bosbranden ook bijgedragen aan het smelten van de permafrost en een uitbraak van de zijdevlinder, waarvan de rupsen bomen beschadigen.
"De CO2 die vrijkomt bij de bosbranden, methaan uit de ontdooiende bodem en eerder in het seizoen smeltende sneeuw warmen op hun beurt de aarde verder op. Ook zullen met dit soort temperaturen hitteplannen moeten worden opgesteld voor steden boven de poolcirkel, iets wat een paar jaar geleden nog ondenkbaar leek”,
schrijven KNMI onderzoekers Geert Jan van Oldenborgh en Sarah Kew.
Door Lilit Martirosova