Logo Zembla
Onafhankelijke onderzoeksjournalistiek

Bestrijdingsmiddelenautoriteit Ctgb verzweeg risico’s voor omwonenden

28-09-2023
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
12083 keer bekeken
  •  
bollengif spuiten

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft informatie achtergehouden over de risico’s van meerdere bestrijdingsmiddelen voor omwonenden. De gegevens zijn niet met de verantwoordelijk staatssecretaris gedeeld en dus ook niet met de Tweede Kamer. Dit blijkt uit documenten die Zembla in handen heeft. Het Ctgb ontdekte normoverschrijdingen in 2015 tijdens een steekproef. De toelatingsautoriteit onderzocht destijds of bestrijdingsmiddelen die in de Nederlandse landbouw worden gebruikt, veilig zijn voor omwonenden. Deskundigen noemen het ‘schokkend’ en ‘onacceptabel’ dat informatie over risico’s werd achtergehouden. Zij vinden dat er een onderzoek moet komen naar de objectiviteit en betrouwbaarheid van het Ctgb.

Het Ctgb voert in 2015 de berekeningen uit met een nieuw rekenmodel van de Europees Voedsel- en Warenautoriteit (EFSA) en vindt normoverschrijdingen voor zeven bestrijdingsmiddelen. Het gaat om middelen uit de bollen- en fruitteelt, waarvan er zes nog steeds in Nederland zijn toegelaten. Het instituut stelt met name risico’s voor kinderen vast. Uit de documenten, die Zembla via een beroep op de Wet open overheid (Woo) verkreeg, blijkt dat het Ctgb besluit om geen actie te ondernemen. Intern spreekt de toelatingsautoriteit van “geringe overschrijdingen” en zegt daarin “onvoldoende basis” te zien om de bestrijdingsmiddelen nader te onderzoeken.

Politiek gevoelig

Medewerkers van het Ctgb worstelen ermee hoe ze de politiek over het besluit moeten informeren. Een medewerker stelt voor om niet over een ‘risico’ te spreken. “Dit MOET echt de statement (sic) zijn”, schrijft de medewerker in een interne e-mail, “er is GEEN risico. Als we dit niet kunnen zeggen, kunnen we politiek niet overtuigend verantwoorden dat we niet verder hoeven herbeoordelen”.

Een ambtenaar van het ministerie van Infrastructuur en Milieu die betrokken is bij de officiële rapportage aan de staatssecretaris, merkt op dat het “politiek gevoelig” ligt dat aan normoverschrijdingen geen consequenties worden verbonden.

Uiteindelijk, zo blijkt uit de documenten, worden de normoverschrijdingen en de risico’s verzwegen in de officiële brief aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. In de brief, die op 21 oktober 2015 wordt verzonden, staat dat er “geen risico’s” zijn gevonden. Om dat te kunnen concluderen, past het Ctgb de onderzoeksmethode aan. Daarbij maakt het Ctgb gebruik van oudere rekenmodellen. Dit wordt in de brief aan de staatssecretaris ‘aanvullende verfijning van de modelberekening’ genoemd.

De Tweede Kamer krijgt op 20 januari 2016 van staatssecretaris Dijksma van Infrastructuur en Milieu te horen dat bij de steekproef “alle toegelaten middelen veilig [bleken] te zijn”.

‘Vorm van manipulatie’

Hoogleraar risicobeoordeling Ad Ragas (Radboud Universiteit) noemt, na inzage van de stukken, de handelswijze van het Ctgb “onacceptabel”. “Ik vind het een vorm van manipulatie”, zegt Ragas. “Omdat er informatie weggelaten wordt die relevant is om inzicht te krijgen in de kwaliteit van het advies van het Ctgb”. Volgens Ragas hadden de bevindingen moeten leiden tot vervolgonderzoek. “En misschien ook met als gevolg dat van een aantal middelen dat nu op de markt is, de toelating wordt ingetrokken.”

Milieujurist Anne de Vries vindt de documenten “schokkend” en spreekt van “misleiding”. “Ik denk dat het laat zien dat ze naar buiten toe heel duidelijk de boodschap willen geven dat er geen risico’s zijn geconstateerd. Maar dat is niet waar. Als er een normoverschrijding wordt geconstateerd, dan zou je als overheid toch moeten willen herbeoordelen?”

Reactie Ctgb

In een schriftelijke reactie ontkent het Ctgb dat er risico’s zijn achtergehouden. Volgens het instituut leidden de uitkomsten van de verschillende modellen (het model van de Europese Voedsel- en Warenautoriteit (EFSA) en de oudere rekenmodellen) destijds gezamenlijk tot de conclusie dat de middelen veilig waren voor omwonenden. Op de vraag waarom de onderzoeksopzet werd aangepast tijdens het schrijven van de brief aan de staatssecretaris, heeft het Ctgb geen antwoord gegeven. Volgens het Ctgb werden de oudere rekenmodellen ingezet omdat daarmee al “meer ervaring” was opgedaan, in tegenstelling tot het nieuwere EFSA-model.

Blootstellingsonderzoek RIVM

Uit de Woo-documenten blijkt dat het Ctgb in 2019 ook een opmerkelijke rol speelt bij de publicatie van een RIVM-rapport: Het 'Onderzoek Blootstelling Omwonenden (OBO)'. In dat rapport concludeert het RIVM dat bestrijdingsmiddelen in en rondom huizen van omwonenden van bloembollenvelden worden gevonden: in de lucht rond het huis, in huisstof en zelfs in luiers van baby’s treffen onderzoekers pesticiden aan. In de conceptversie van het rapport roept het RIVM op tot vervolgonderzoek naar de gezondheidsrisico’s.

Het Ctgb krijgt voor publicatie inzage in het rapport en pleit vervolgens tegen nader onderzoek. “Als de huidige beoordelingssystematiek voldoende beschermend is, zoals blijkt uit de resultaten, waarom dan nader onderzoek?”, schrijft toenmalig Ctgb-directeur Luuk van Duijn in zijn commentaar op het rapport. Ook is Van Duijn het oneens met een oproep van het RIVM om blootstelling aan mengsels van pesticiden beter te onderzoeken. “Waarom dit hier nu herhalen? De indruk ontstaat dat er wel een probleem is geconstateerd, dat is niet zo.” Een andere Ctgb-medewerker schrijft: “Kan het RIVM verder gaan in het geruststellen van burgers?”

Na het commentaar van het Ctgb schrapt het RIVM enkele passages uit het rapport. Zo verdwijnt de oproep om de toelating van bestrijdingsmiddelen op nationaal niveau aan te scherpen, en niet de Europese procedures af te wachten. Die aanscherping is volgens het RIVM noodzakelijk om “veilig gebruik van de middelen ook op korte termijn te waarborgen”. De Ctgb-directeur denkt daar anders over: “Waarom? Welk onderzoeksresultaat noopt ons hiertoe?”, schrijft hij in zijn commentaar.

‘Minister moet handelswijze Ctgb onderzoeken’

Hoogleraar Ad Ragas noemt, na inzage van de stukken, het Ctgb niet objectief: “Ik vind dat ze te veel bezig zijn met beeldvorming naar buiten toe en het geruststellen van burgers en de Tweede Kamer als doel.”

Ragas vindt dat de stukken van Zembla aanleiding geven om het Ctgb kritisch tegen het licht te houden. “Ik denk dat de minister naar aanleiding hiervan een kritische, onafhankelijke commissie moet instellen om naar het Ctgb te kijken.” Ook milieujurist Anne de Vries pleit voor onderzoek naar de handelswijze van het toelatingsinstituut.

Reactie ministerie

Het ministerie van Landbouw, dat ministerieel verantwoordelijk is voor het Ctgb, laat in reactie weten de bevindingen van Zembla serieus te nemen en deze te zullen gaan bespreken met het Ctgb.

Beluister het gesprek hierover van journalist Ton van der Ham in het NPO Radio 1-programma De Nieuws BV: 

Wederhoor Ctgb:

Wederhoor Ministerie LNV:

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.