Deze week gaat er een brief en een klein magazine over de HPV-vaccinatie (baarmoederhalskanker) naar in totaal 255.000 meisjes. Van die groep lieten 160.000 meisjes zich vorig jaar niet vaccineren. De andere 95.000 meisjes zijn in 2009 12 jaar geworden.
ZEMBLA zette in 'Het omstreden kankervaccin' van oktober 2008 vraagtekens bij de snelle invoering van het vaccin in Nederland, omdat er nog te weinig bekend is over het vaccin. Het onderzoek naar het HPV-vaccin voor de groep 12 jarigen loopt nog steeds.
Half maart vallen de uitnodigingen voor de vaccinatie in de brievenbus. Die bestaat uit drie prikken. Op 29 maart worden de eerste vaccinaties uitgedeeld. De ouders/verzorgers van de meisjes die het vaccin aangeboden krijgen zouden moeten weten dat het gaat om een nieuw vaccin waarvan de werking en de eventuele bijwerkingen op de lange termijn nog niet bekend zijn.
In de Zembla uitzending komt naar voren dat het vaccin veel te snel wordt
geïntroduceerd en dat de prognose dat het aantal dodelijke slachtoffers van baarmoederhalskanker door het vaccin kan worden teruggedrongen met 50 % zwaar overtrokken is. Prof. F. van Leeuwen van het Nederlands Kanker Instituut zegt in de uitzending:"Door zaken te introduceren als een zelftest in plaats van het nu gebruikelijke uitstrijkje; een HPV-test; betere voorlichting aan allochtone groepen. Dat zijn allemaal maatregelen waardoor we de sterfte aan baarmoederhalskanker behoorlijk kunnen terugbrengen."
Onderzoek
Van de Nederlandse vrouwen van achttien tot dertig jaar is 11,8 procent besmet met één of meerdere van de HPV-virussen, die een verhoogd risico kunnen geven op baarmoederhalskanker later in het leven. Een besmetting met HPV 16 of HPV 18, waartegen preventief vaccineren mogelijk is, komt voor bij 4,1 procent, respectievelijk 2,8 procent en 1,4 procent van deze categorie vrouwen.
De varianten HPV 16 en HPV 18 zorgen samen voor ongeveer zeventig procent van de gevallen van baarmoederhalskanker in Nederland. HPV wordt meestal, maar niet uitsluitend, overgedragen door seksueel contact. Uit vervolgonderzoek bleek dat de HPV-infectie bij een deel van de vrouwen vanzelf was overgegaan, maar ook, dat vervolgens een besmetting met een ander of hetzelfde HPV-type kan optreden.
In 2008 is de vaccinatie tegen HPV 16 en 18 opgenomen in het rijksvaccinatieprogramma, waardoor jonge meisjes tegen latere besmetting met deze virusvarianten beschermd kunnen worden. Promovenda Charlotte Lenselink verrichtte een onderzoek onder 2065 vrouwen van 18 tot en met 29 jaar. Ze deed dit voorafgaand aan de introductie in Nederland van het HPV-vaccinatieprogramma bij meisjes. ‘Zo krijgen we een beeld van de huidige verspreiding van het virus,’ zegt ze. ‘Daarmee hebben we een uitgangspunt, op basis waarvan we bijvoorbeeld later het effect van het vaccinatieprogramma kunnen beoordelen.’
Model
Vrouwen die momenteel tussen de achttien en dertig jaar oud zijn, vallen buiten het vaccinatieprogramma en komen ook niet in aanmerking voor een uitstrijkje, het screeningsprogramma op baarmoederhalskanker. Vooral voor deze leeftijdsgroep heeft Lenselink een model ontwikkeld, waarmee een goede inschatting te maken is van de kans dat iemand nog niet met HPV 16 of 18 besmet is. In dat geval is vaccinatie nog zinvol. Het model is gebaseerd op leeftijd, aantal en geslacht van seksuele partners, condoomgebruik en coïtusfrequentie. Op basis van de uitkomst van dit model kan een vrouw informatie krijgen over haar individuele risico en zelf bepalen of een vaccinatie nog nut kan hebben.
(bron: Charlotte H. Lenselink. Sexual behaviour and HPV in young women, the pre-vaccine era. Proefschrift UMC St Radboud/RU Nijmegen)