Een nieuw wetsvoorstel van minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) om de inkomensgrens voor sociale huurwoningen te wijzigen, zal voor gezinnen met een lager inkomen gunstig uitpakken. Maar voor de groep alleenstaande woningzoekenden wordt het vinden van een betaalbaar huis - op de toch al oververhitte huizenmarkt - haast een onmogelijke taak.De 34-jarige Jolien Olijve komt, met de inkomensgrens zoals hij nu is, nog net in aanmerking voor een sociale huurwoning. Maar ze is te oud voor een lotingwoning en met een wachttijd van vijftien jaar is een reguliere sociale huurwoning in Amsterdam ‘ongrijpbaar’. Ze moet voor haar werk bij het hoofdkantoor van Hema in de randstad blijven wonen, waar een groot tekort is aan woningen. Met de nieuwe wetswijziging kan Olijve een sociale huurwoning al helemaal vergeten.
Geen toekomstperspectiefOlijve woont in een grote flat met ongeveer 700 andere mensen onder de noemer ‘community’. “Je kunt een studio krijgen als je onder de 35 bent en meedoet aan sociale activiteiten. Als je hier eenmaal woont is er eigenlijk niks sociaals aan. Veel mensen hier zitten in hetzelfde schuitje als ik: er is geen toekomstperspectief op het gebied van wonen.”
Met alles erop en eraan betaalt Olijve 900 euro. “Ik krijg geen huurtoeslag, geen zorgtoeslag en heb mijn maandelijkse aflossing aan DUO stop moeten zetten omdat ik vanwege mijn ‘hoge’ inkomen veel moest terugbetalen, maar ik kan geen 270 euro per maand ophoesten.” Even overwoog ze om terug te verhuizen naar Groningen, waar ze vandaan komt. Maar ook daar rijzen de huurprijzen de pan uit.
KinderwensOlijve heeft een kinderwens, maar die wens is moeilijk te verenigen met haar studio. “Ik heb nu ‘mazzel’ dat ik een mini studio heb gevonden, maar straks heb ik geen opties meer. Het wonen wordt je onmogelijk gemaakt. Er is gewoon geen vangnet voor mensen die geen partner hebben. De hele maatschappij is gewoon niet ingericht op alleenstaanden. Het is zuur om te zien dat een gezin wel in aanmerking komt voor een mooie woning en allerlei toeslagen, maar ik niet.”
Ze krijgt door de huidige situatie een verkeerde stimulans van de overheid, stelt Olijve. “Ik werk keihard en betaal al mijn belastingcentjes en ik vind het ook leuk om te werken en daar heb ik ook voor geleerd. Maar soms denk je wel eens: als ik minder zou gaan werken of minder zou verdienen, dan kan ik wel normaal wonen. Ik wil geen aanspraak maken op toeslagen, omdat ik dat niet nodig wil hebben om succesvol te zijn. Maar het wordt je wel onmogelijk gemaakt met deze regelingen. Het lijkt me ook niet dat dit is wat de overheid wil.”
Nieuw wetsvoorstel Als je in aanmerking wilt komen voor een sociale huurwoning mag je maximale inkomen niet hoger zijn dan 39.005 euro. Woningbouwverenigingen mogen wel een klein deel van de huurwoningen verhuren aan hogere inkomens, zo’n 10%. Afgelopen vrijdag diende minister Ollongren, op de laatste dag voordat het kabinet met reces ging, een nieuw wetsvoorstel in: de minister wil de inkomensgrens van 39.055 euro voor meerpersoonshuishoudens (twee of meer bewoners) in 2020 verhogen naar 43.126 euro.
Volgens berekeningen van het kabinet komen er dan 241.000 meerpersoonshuishoudens bij, die in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Met de nieuwe wet wil Ollongren dat de beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen voor meerpersoonshuishoudens (waaronder gezinnen) met lage middeninkomens binnen de huursector wordt verbeterd.
‘Meer bestedingsruimte’Maar omdat het niet de bedoeling is dat er méér mensen aanspraak kunnen maken op de toch al schaarse sociale huurwoningen en de wachtlijsten dus langer worden, wil Ollongren de inkomensgrens voor eenpersoonshuishoudens verlagen van 39.005 naar 35.938 euro per jaar. Volgens berekeningen van het kabinet komen hierdoor 135.000 eenpersoonshuishoudens niet meer in aanmerking voor een woning.
Ze motiveert deze beslissing door te stellen dat de eenpersoonshuishoudens meer bestedingsruimte hebben voor wonen, dan meerpersoonshuishoudens bij een vergelijkbaar inkomen. Ollongren: “Deze huishoudens hebben daardoor meer keuzevrijheid bij het vinden van een woning in de gereguleerde huursector bij overige verhuurders (bijvoorbeeld bij particuliere verhuurders of institutionele beleggers) of binnen de koopsector dan meerpersoonshuishoudens met een vergelijkbaar inkomen,” schrijft de minister in een toelichting bij het wetsvoorstel.
‘Geen ander alternatief’“Slecht nieuws voor een groep alleenstaande huizenzoekers”, stelt Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft. Het is goed dat er meer mogelijk wordt voor gezinnen met een laag inkomen, daar pleit hij zelf al jaren voor: “Een alleenstaande heeft meer te besteden dan een gezin met bijvoorbeeld twee kinderen. Dus het is scheef om aan beiden dezelfde inkomenseis te stellen, zoals dat nu gebeurt.”
Maar dat tegelijkertijd de inkomensgrens voor alleenstaande woningzoekenden wordt verlaagd, vindt hij een treurig gevolg. “De regering wil niet dat de wachtlijsten voor sociale huurwoningen langer worden, maar nu sluit je echt een hele grote groep stelselmatig uit. Er blijft voor hen geen enkel ander alternatief over.”
Volgens Boelhouwer is door Ollongren niet goed gekeken naar wat er op de woningmarkt verkrijgbaar is als alternatief voor een sociale huurwoning voor alleenstaande woningzoekenden die met deze wet buiten de boot vallen. Boelhouwer: “Stel je verdient iets meer dan die 35.938 euro per jaar. Dan zou je dus als alleenstaande (studieschuld niet meegerekend) een hypotheek kunnen krijgen van rond de 150.000 euro. Een woning vinden in de huidige woningmarkt voor die prijs is lastig.”
En particulier huren is, vooral in de grote steden, erg prijzig. “Dan wordt er gezegd: alleenstaanden hebben meer te besteden, maar dan gaat meer dan de helft van je maandsalaris op aan de huur. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de toeslagen die je niet meer krijgt, omdat je inkomen te hoog is,” stelt Boelhouwer.
Advies Raad van State De Raad van State adviseerde over het wetsvoorstel en is ook
kritisch: “Het is essentieel dat er reële alternatieven bestaan voor diegenen die niet (meer) tot de doelgroep van de sociale huursector behoren.” Volgens de Raad van State wordt hier niet op ingegaan in de toelichting die Ollongren bij het wetsvoorstel heeft gegeven.
Er wordt door de Raad gewezen op het feit dat er op veel plaatsen vrijwel geen actueel aanbod is op de particuliere markt waarvoor deze groep in aanmerking komt. “Tevens worden op de particuliere huurmarkt door verhuurders vaak strenge inkomenseisen gesteld. Daarmee rijst de vraag of de voorgestelde maatregelen voldoende rekening houden met de toegankelijkheid van de woningmarkt voor deze huishoudens.”
Ook de Woonbond en Aedes (de vereniging voor woningcorporaties) spraken zich dinsdag uit tegen de wetswijziging en zeggen zich ernstige zorgen te maken over een grote groep woningzoekenden: “Er is woningnood, deze mensen staan vaak al jaren op de wachtlijst. Starters en senioren hebben met deze nieuwe regels geen enkele kans meer op een betaalbaar huis”, stellen de organisaties.
SalarisverlagingDe 27-jarige Astrid* maakte onlangs haar universitaire opleiding af en noemt zichzelf een ‘typische alleenstaande huizenzoeker’. Ze woont momenteel nog in een studentenwoning (een zelfstandige studio), maar omdat ze is afgestudeerd, eindigt binnenkort haar campuscontract. “In eerste instantie dacht ik als starter op WO-niveau prima een woning te kunnen vinden in de vrije sector. Maar ik kwam van een koude kermis thuis.”
Astrid kon een particuliere huurwoning in Amsterdam niet in haar eentje betalen. Een koopwoning kon ze met haar studieschuld naar eigen zeggen ‘al helemaal vergeten’. Tegelijkertijd bleek ze toen al een paar honderd euro te veel te verdienen voor sociale huur. “Mijn inkomensverklaringen werden bij iedere partij afgewezen.”
Ze nam toen een drastische stap: “Afgelopen winter heb ik maar besloten om salarisverlaging aan te vragen, zodat ik aanspraak kan maken op een sociale huurwoning. Ik weet dat de reguliere wachttijden gigantisch hoog zijn, maar ik hoop op geluk bij lotingwoningen.” In het uiterste geval verhuist Astrid naar een kamer van 10m2. “Met een huur van 700 euro en vier huisgenoten.” Idiote prijzen vindt ze, maar daar heeft ze tenminste niet te maken met inkomenseisen: “Alleen een hospiteeravond met twintig andere gegadigden.”