© ANP
De rechtszaak rond de adoptie van Dilani Butink moet over gedaan worden. Dat oordeelde de Hoge Raad vandaag. Het gerechtshof in Amsterdam moet opnieuw een beslissing nemen over de vraag of de stichting Kind en Toekomst en/of de Staat onrechtmatig hebben gehandeld en of zij daar aansprakelijk voor zijn.
Butink is in 1992 vanuit Sri Lanka geadopteerd. Volgens haar advocaat zijn haar adoptiepapieren vervalst. De naam van haar biologische vader ontbreekt en het in de papieren genoemde ziekenhuis waar Butink geboren zou zijn, beschikt niet over haar geboorteakte. Twee handtekeningen in het dossier van de vrouw die destijds afstand van Butink zou hebben gedaan, blijken na forensisch onderzoek niet van dezelfde persoon te zijn. Butink eiste dat de overheid schuld erkende, haar schadeloos stelde en een DNA-databank oprichtte voor geadopteerden uit Sri Lanka. Ook wil ze ondersteuning om haar biologische ouders alsnog op te sporen.
In eerste instantie stelde de rechter dat de zaak van Dilani is verjaard, maar na een vernietigend rapport over interlandelijke adoptie verviel de verjaringstermijn. In het hoger beroep oordeelde het gerechtshof in Den Haag vervolgens dat de overheid en het adoptiebureau beter hadden moeten controleren op misstanden bij de adoptie van Dilani.
De Staat besloot in cassatie te gaan tegen de uitspraak. De Hoge Raad toetst dan of de rechtsregels goed zijn toegepast. De gang naar de hoogste rechter is opmerkelijk, omdat de Staat eerder excuses heeft aangeboden voor het onrechtmatige optreden van de overheid bij interlandelijke adoptie. “Ik vind het verschrikkelijk. Dit is zo slopend”, reageerde Dilani destijds op deze stap.
Maar de beslissing van de Staat kan op begrip rekenen van de advocaat-generaal, die de Hoge Raad afgelopen oktober al adviseerde om de eerdere beslissing van het gerechtshof van Den Haag te vernietigen en de zaak aan een nieuw hof toe te wijzen.
Het oordeel moet volgens de advocaat-generaal worden gebaseerd op de regels die ten tijde van de adoptie van kracht waren. "Destijds bestond niet de verplichting voor adoptiebemiddelingsorganisaties om de gegevens die door buitenlandse instanties werden verstrekt, te controleren", schrijft Snijders. Bovendien heeft het hof in Den Haag de verwerping van het beroep op verjaring onvoldoende gemotiveerd.
De Hoge Raad volgt dit advies nu op en schrijft dat het hof de aangevoerde omstandigheden door de stichting en de Staat niet kenbaar bij zijn oordeel heeft betrokken. “Het betreft hier onder meer de omstandigheden dat deze adoptie plaatsvond toen interlandelijke adoptie vanuit Sri Lanka weer mogelijk was nadat Sri Lanka het tijdelijke verbod daarop had opgeheven, en nadat de Nederlandse regelgeving en procedures waren aangescherpt, en dat deze adoptie volgens die aangescherpte regelgeving en procedures is verlopen.”
Sinds de jaren zeventig zijn er ruim veertigduizend kinderen in Nederland vanuit het buitenland geadopteerd. Zembla doet sinds 2017 onderzoek naar de misstanden en de fraude die op grote schaal bij deze adopties hebben plaatsgevonden. In dit dossier lees je alles over de onderzoeken en uitzendingen van Zembla en wat er sindsdien is gebeurd.
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.