Acht Nederlanders die in de jaren tachtig en negentig geadopteerd werden vanuit Sri Lanka dagen de Staat voor de rechter. Het adoptiebureau dat destijds verantwoordelijk was voor hun adoptie is failliet. De Nederlandse Staat zou ernstig tekort zijn geschoten in het controleren van het bureau, dat Stichting Flash heette. De meeste bestuursleden die betrokken waren bij adopties vanuit Sri Lanka zijn inmiddels overleden.
Zembla volgt het adoptiedossier al jaren op de voet en wijdde er meerdere uitzendingen aan. Stichting Flash was destijds een van de grootste Nederlandse spelers op de Sri Lankaanse adoptiemarkt. Een anonieme oud-bestuurder van de stichting schatte tegenover Zembla dat met zeventig procent van de dossiers gerommeld is. Zo klopten namen van geboortemoeders niet, zijn broers en zussen verzwegen en werden geboortedata in paspoorten doorgekrast. Uit later onderzoek van Zembla bleek dat er in de jaren tachtig zogeheten ‘babyfarms’ zijn geweest op Sri Lanka: plekken waar vrouwen zwanger werden gemaakt om te voldoen aan de vraag naar adoptiekinderen.
De Nederlandse Staat hield toezicht op de adopties. Verblijfsvergunningen mochten alleen worden verstrekt als uit het dossier bleek dat de geboorteouders op geldige en acceptabele manier afstand hadden gedaan van het kind. Daar zou door het vele gesjoemel met papieren geen sprake van zijn, aldus de gedupeerden. Van de acht geadopteerden die nu een zaak beginnen, groeiden er vier op met het idee onderdeel te zijn van een tweeling. DNA-tests wezen uit dat dit niet het geval is.
Emeritus-hoogleraar Adoptie René Hoksbergen signaleerde eerder al in Zembla dat Justitie faalde in haar toezichthoudende taak. “De Nederlandse overheid heeft nu een plicht om 40 duizend buitenlandse adoptiekinderen zoveel mogelijk te helpen onjuistheden uit het verleden omgedaan te maken,” concludeerde hij.
Mark de Hek, die het achttal namens SAP Letselschade Advocaten bijstaat: “Deze mensen ondervinden nog dagelijks de gevolgen van de fraude bij hun adoptie: ze weten niet wie hun familie is of ze dragen een verkeerde naam of geboortedatum. Het was evident dat de adoptieorganisatie en de adoptiedossiers niet deugden en daarom hadden ze nooit op deze manier geadopteerd mogen worden. De overheid heeft weggekeken en daarmee is de Staat aansprakelijk voor de gevolgen. Met deze zaak willen we bereiken dat er erkenning komt van dit leed en dat de overheid de schade vergoedt.” Die schade bestaat naast DNA-tests uit zoekreizen, naams- en geboortedatumwijzigingen en psychologische hulp.
Een van de gedupeerden is Sam van den Haak, die eerder een boek schreef over haar adoptieverhaal, Niet geboren op mijn verjaardag getiteld. Zij reageert desgevraagd: “Er is op grote schaal gefraudeerd met onze gegevens en het kost veel geld om dat te achterhalen en indien mogelijk te corrigeren. Dat moet je allemaal zelf betalen, terwijl geen van ons er verantwoordelijkheid voor draagt. Ik heb er niet voor gekozen om hier te zijn. Als ik als kind had mogen kiezen was ik bij mijn familie gebleven."
Schrijf je in voor de Zembla-nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze onthullende journalistiek.