Aanpak PTSS bij Nationale Politie

Minister Opstelten reageert op Kamervragen over PTSS bij de politie, n.a.v. de ZEMBLA uitzending ‘Dienstbaar, waakzaam en getraumatiseerd’. De minister erkent in de Kamerbrief dat in het verleden niet goed is omgegaan met politiemedewerkers die PTSS opliepen. De drempel voor het bespreekbaar maken van psychische problematiek moet zo klein mogelijk zijn. En adequate zorg moet eerste prioriteit zijn.

De omvang van klachten
Over de omvang van het probleem blijft de minister vaag. Hij verwijst naar het advies van Prof Gersons die refereert aan onderzoek door het bureau AEF uit 2011 waarin een schatting wordt gemaakt dat in totaal 4500 politiemedewerkers gebruik maken van geestelijke zorg in welke zin dan ook. In de ZEMBLA uitzending verwijst Prof Gersons naar eerder onderzoek dat internationaal getoetst is (zie video fragment).

De werking van de commissie
In ZEMBLA zegt de voorzitter van de commissie PTSS, Marten La Haye, niet te weten wanneer deze dossiers zullen zijn afgehandeld. Ook zegt hij niet te weten hoeveel PTSS-dossiers de commissie jaarlijks verwacht erbij te krijgen.
De minister schrijft in de Kamerbrief: De commissie PTSS is inmiddels verdubbeld in capaciteit om de aangemelde zaken versneld te kunnen beoordelen. Eind 2014 zal 95% van de 320 aangemelde zaken zijn beoordeeld.

Psychologen
Professor Gersons zou graag zien dat de politie, in navolging van Defensie, meer psychologen in dienst zou nemen in plaats van die extern in te huren: 'Voor ongeveer hetzelfde aantal mensen hebben ze (Defensie, red) er honderd in dienst. De politie heeft twee psychologen in dienst.'

De ministers Opstelten schrijft: ‘Er is voorzien in 0,5 fte psycholoog per eenheid, dus in totaal 6 fte’s bij de politie. Voor de behandeling van de medewerkers door externen worden uitsluitend behandelaars via het korps ingezet, waarmee vaak al langdurige relaties bestaan, zoals de Politiepoli bij het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam.’

Inrichting van mentale zorglijn
Binnen iedere eenheid zal een zorgloket worden ingericht in de vorm van een zorgregisseur in een coördinerende rol. De zorgregisseur zoekt bij de zorgvraag de beste interventie. Voor het bepalen van de beste interventie is per eenheid een team beschikbaar waarin de verschillende benodigde kwaliteiten en functionaliteiten zijn belegd.

Er wordt een digitaal Gezondheidsplein ingericht waar medewerkers met vragen over hun welzijn en gezondheid terecht kunnen. In dit Gezondheidsplein worden ook tools rondom psychische zorgklachten opgenomen. Er komen gevalideerde screeningslijsten en zelfhulptools ter beschikking van de medewerker. Na inwerkingtreding zullen de resultaten hiervan periodiek worden geëvalueerd. Onderzocht zal worden of dit ook leidt tot een tijdige hulpverlening aan de medewerker.